Weemoed over de liefde die maar niet te
ontcijferen is
De, in Egypte geboren, Amerikaanse schrijver André Aciman
(1951) heeft in zijn leven veel meegemaakt en schrijft daarover met veel
gevoel, zoals in zijn memoires Out of
Egypt. In Het raadsel van de liefde, een
vertaling van Enigma variations: a novel
probeert hij, zoals de Nederlandse titel aangeeft, het verschijnsel liefde in
een relatie te begrijpen en dat levert hele mooie, ontroerende en verrassende
gezichtspunten op.
Het boek bestaat uit vijf delen en begint met Eerste liefde, een fascinerend portret
van Paolo die tien jaar na dato teruggaat naar een stadje op een eiland in het zuiden van Italië, waar hij
als kind van twaalf de vakanties doorbracht met zijn ouders. Hij raakte daar in
de ban van de meubelmaker Giovanni die een oud bureau van zijn ouders
repareert. Paolo gaat vaak na bijles naar de meubelmaker toe om hem te helpen
maar vooral om van zijn aanwezigheid te genieten, want de man wakker het homoseksuele
verlangen van de jongen aan. Dat die hard brandt, wordt weergegeven in een
passage waarin de jongen met thinner werkt en die in zijn gezicht krijgt,
waarop Giovanni hem heel teder bijstaat: ‘Ik
kon nu zijn adem voelen, hij ging me kussen. Hij bracht zijn vinger naar zijn
mond, deed een beetje spuug op het topje en wreef dat zachtjes op het plekje op
mijn wang. Op dat moment had ik alles gedaan wat hij maar vroeg. “Nog een
beetje, even geduldig zijn, dan gaat het niet branden,” had hij gezegd en ik
vertrouwde hem en vond het fijn om hem te vertrouwen en de waarschuwing van
mijn moeder kon me niks schelen, want wat er op dat moment door mijn hoofd
ging, was dat hij, in plaats van mijn wang te wrijven met die doek, er heel
zachtjes mee over mijn pik had moeten wrijven en als het had gebrand, en ik
wist dat het zou branden, dat was dat maar zo, zolang hij hem maar in de palm
van zijn hand hield zoals hij een paar dagen terug mijn beide handen had
vastgehouden.’
Helaas voor de jongen houdt Giovanni afstand en op het eind
horen we waar dat mee te maken heeft.
In Lentekoorts
woont Paolo, die inmiddels Paul heet, in New York en schaamt zich voor de
amoureuze verhouding die zijn vrouw Maud met zakenrelatie Gabi heeft. Hij ziet
ze zitten in een restaurant in Madison Avenue en weet niet hoe snel hij daar
weg moet komen. Zelf is hij verliefd op de punctuele leraar Manfred die hij
vaak in de ochtend op de tennisclub treft. De beschrijving van diens torso is
niet minder overdadig dan zijn beschrijving van Giovanni, maar aan het eind van
het deel verrast Maud met een mededeling die hem en de lezer niet voor mogelijk
heeft gehouden.
Het derde deel Manfred
gaat nader in op de verhouding tussen Paul en de gespierde, zelfbewuste
tennisser. Paul kijkt tegen hem op zoals hij als kind deed tegen Giovanni. Een
paar jaar later vertelt Manfred hem dat hij een partner heeft, waarmee het
wereldbeeld van Paul in elkaar stort, maar opnieuw blijkt Paul de werkelijkheid
selectief en in zijn eigen nadeel waarneemt.
In Sterrenliefde is
Paul nog steeds getrouwd met Maud en heeft hij seks met uitgeefster Chloe, die
hij kent uit zijn studententijd. Daarna ziet hij haar steeds vier jaar niet.
Daarna evalueren ze steeds hun gevoelens over elkaar zonder dichter bij elkaar
te komen. Tenslotte besluiten ze een weekend terug te gaan naar de plaats waar
ze studeerden. Een leraar hield hen eens voor dat men in het bestaan de wijn
des levens dient te proeven, maar dat die ook aan hem zelf voorbij is gegaan.
Omdat Paul ook de herenliefde toegedaan is, voelt Chloe zich een idee met een
lichaam.
Abington square
tenslotte verhaalt over de relatie van Paul met de knappe studente Heidi in een
tijd dat Maud al bij hem weg is. Manfred leeft in Duitsland en maant zijn
vroegere vriend aan tot actie, maar die raad kan Paul, beredeneerd als hij is,
niet opvolgen. Aciman heeft hij op het eind voor de lezer alweer een verrassing
in petto.
De vijf lange verhalen, vertaald door Nan Lenders, bieden een
diepere inkijk in de krochten van de menselijke ziel die naar een liefdevolle vereniging
streeft, maar op beperkingen in de alledaagse werkelijkheid stuit.
Hier
een recensie van Joost de Vries in De Groene Amsterdammer van 20 september 2017,
die de openingen van de verhalen citeert en ingaat op het verborgen kistje in
het bureau als symbool voor het geheim dat rond de liefde gelegen is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten