Economische tendens gaat tegen duurzame ontwikkeling in
Regisseur Roland Duong verdiept zich in de nieuwe manier van
winkelen die ons idee van vroeger wegvaagt. In plaats van naar een winkel te
gaan, worden de goederen aan huis geleverd. Dat gebeurt nu al door Nederlandse
postorderbedrijven, maar straks ook via Chinese internetgiganten als Alibaba en
Tencent.
Duong begint met de leegstand in de winkelstraten in
Nederland. Een mevrouw die vroeger het winkelbeeld van de V&D in Emmen
bepaalde, heeft nog steeds pijn in het hart dat de keten opgedoekt is. Hoewel
ze tegenwoordig als gewichtsconsulente werkt, bekijkt ze met een gevoel van
verlies de oude winkel die nu tijdelijk is ingericht met kerstspullen.
Een van de redenen dat er zoveel leegstand is, heeft te maken
met het feit dat mensen tegenwoordig veel artikelen online bestellen. Dat zal
alleen maar toenemen als Alibaba straks toegang tot de Nederlandse markt
krijgt. De Amerikaanse ondernemer Duncan Clark volgt de ontwikkelingen op de
voet en zegt dat China op internetgebied zijn tijd ver vooruit is en dat men
daar bijvoorbeeld niet meer met cash maar met zijn telefoon betaalt.
De wethouder van Weert probeert de gevolgen van de leegstand
aan te pakken door de middenstanders in het centrum van de stad te centreren. Hij
spreekt met een mevrouw van een modezaak die hard moet werken om klanten te
trekken. Michel Schaeffer, die vroeger de baas was van bol.com, vertelt dat
zijn bedrijf op een slimme manier de klanten wegtrekt uit de winkels, waardoor
het marktaandeel steeds toeneemt.
Journalist Hans Moleman, bekend met de Chinese praktijken, stelt
dat Limburg belangrijk is als Europese economische locatie en laat zien waar
straks in Weert een megagroot distributiecentrum van Alibaba verschijnt. De
wethouder laat zich zo’n buitenkans niet ontglippen.
Duong gaat verder in op de ontsluiting van de markt voor
Nederlandse bedrijven. Die kunnen niet om een internetbedrijf als Azoya heen.
Omdat de Chinese overheid muren opwerpt tegen buitenlandse bedrijven, is
toegang tot de Chinese markt niet eenvoudig. Rogier Creemers (zie foto), die veel weet van
internetrecht, zegt dat de Chinese overheid ervoor heeft gezorgd dat Facebook
en Twitter het politieke systeem niet kunnen ondermijnen. Daartoe heeft men een
eigen programma opgezet dat WeChat heet en veel wordt gebruikt.
De overheid eist ook toegang tot de data die
internetgiganten loskrijgen van klanten. In de laatste aflevering van Door het hart van China sprak Ruben
Terlou al over het sociale kredietsysteem dat China wil opzetten om de burger
tot goed gedrag aan te sporen. Creemers herhaalt dat een overtreding in het
verkeer de burger een lening kan kosten en straks een toerist mogelijk een
visum. Schaeffer zou het bedenkelijk vinden als het zover zou komen bij een
verkoop van bol.com aan Alibaba, maar onmogelijk is dat niet. Moleman zou
daardoor in ieder geval geen boeken meer bij bol.com bestellen.
De staatscontrole past in de Chinese traditie die teruggaat
tot Confucius. De staat wordt gezien als een ouder die het goed voorheeft met
het kind. Creemers zegt dat het men in Europa anders denkt over de verhouding
tussen privacy en staatsmacht en dat men de Chinese overheid de wil op kan
leggen vanwege het feit dat de Europese economie de grootste ter wereld is. Dat
kan natuurlijk veranderen. De vraag die mij bezighoudt of Weert wel zo’n enorm
distributiecentrum moet willen. Of Europa dat niet kan tegenhouden. Of de
economie niet lokaler en duurzamer georganiseerd kan worden.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen