Gereformeerd gezin ontspoort na dood oudste zoon
Ruim een jaar geleden praatte Jeroen van Kan in een
uitzending rond de Nacht van de poëzie met Marieke Rijneveld (1991) over rouw
in het leven naar aanleiding van haar gedicht Hol genoeg om een echo te verbergen uit haar debuutbundel Kalfsvlies (2016). Inmiddels heeft ze, zoals ze in het laatste gedicht Oudjaar Kanaleneiland al liet doorschemeren, de
voornaam Lucas toegevoegd aan haar naam en haar eerste roman geschreven over
een gereformeerd gezin dat ontspoord na de dood van de oudste zoon Matthies. Carolina
Lo Galbo praat daarover met haar.
Lo Galbo vraagt Rijneveld een fragment voor te lezen.
Rijneveld heeft een passage gekozen uit het begin van het
boek waarin de zoon over de ontsteltenis in het gezin na het overlijden van
Matthies, die uit schaatsen is gegaan maar niet terugkwam. De gezinsleden gaat
allen op hun eigen manier om met het verlies. De tienjarige zus Jas registreert
dat bij haarzelf, haar ouders, haar broer Obbe en haar zusje Hanna. Zelf heeft
ze ook een boerenachtergrond, alleen waren haar ouders geen veetelers zoals de
ouders van Jas. Rijneveld zegt dat de rouw als de lucht van gier introk in de
gezinsleden. Jas was zelf bang voor ziektes die haar zouden kunnen treffen en
wilde samen met Hanna ontsnappen. Jas voelt zich ook verantwoordelijk voor haar
ouders. Ze wil voorkomen dat haar moeder zich iets aandoet door magisch denken,
bijvoorbeeld dat haar moeder niet eet omdat ze onderduikers in de voorraadkelder
heeft verstopt.
Lo Galbo merkt op dat er thuis niet over de dood gesproken
mag worden.
Rijneveld zegt dat de ouders het druk hebben met een
uitbraak van mond-en-klauwzeer en niet over hun emoties kunnen praten. De
kinderen groeien op als wilde dieren. Obbe brengt een hamster om zeep om de
dood te begrijpen, zij wapent zich tegen de buitenwereld in een jas en probeert
samen met Hanna te ontsnappen naar de Overkant waar het beter zou zijn en een
Boudewijn de Groot achtig figuur hen zou opvangen.
Lo Galbo zegt dat haar gedichtenbundel Kalfsvlies ook al over rouw ging.
Rijneveld antwoordt dat ze zelf een broer van twaalf had die
overleed toen ze drie jaar oud was. In het gedicht Hol genoeg om een echo te verbergen verwijst ze daar letterlijk
naar. Ze had al een idee om het thema uit te diepen in een roman, maar het
duurde vier jaar voordat ze daarmee klaar was. Zij werd geïnspireerd door
thema’s die Jan Wolkers behandelt, al schrijft ze eerder over geloofstwijfel
dan geloofsafval. Het geloof is in het gezin niet alleen een negatieve factor,
want er bestaat de hoop dat God, die neemt en geeft, Matthies terug zal
brengen. Jas raakt ook nog verstopt door de hele toestand. De laatste versie
schreef ze in bed omdat ze daar minder last had van haar innerlijke criticus
die vond dat ze na het lovend besproken Kalfsvlies wel met iets goeds moest
komen.
Lo Galbo vraagt of ze de mening van haar ouders vreest.
Rijneveld zegt dat het gezin in het boek niet gelijkgesteld
kan worden met het gezin waarin ze opgroeide, maar dat er wel overeenkomsten
zijn. Jas ging haar eigen weg en raakte vervreemd van zichzelf en anderen. Ze
heeft een poster van Wolkers boven haar bureau hangen die vriendelijk kijkt als
ze goed geschreven heeft. Ze vond op haar negentiende dat ze Terug naar Oegstgeest wel kon lezen
omdat haar vader had opgebiecht dat hij vroeger stiekem Ik, Jan Cremer las. Haar ouders hebben het boek nog niet gelezen.
Ze vond het leuk om over haar jeugd te schrijven en vindt het jammer dat het af
is. Ze voelt zich kwetsbaar over de recensies, maar kan in ieder geval tevreden
zijn met de bespreking van Yolanda Entius (Trouw, 3 februari 2018).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten