Schrijnende tegenstelling tussen Zwitsers dorp en Zambiaanse
bevolking
De documentaire Stealing
Africa begint in het steenrijke en vredige Zwitserse Rüschlikon in de buurt
van Zürich. De bewoners daar hebben hun welvaart te danken aan hun plaatsgenoot
Iwan Glasenberg, die leiding geeft aan de grondstoffengigant Glencore. Dit
bedrijf heeft kopermijnen in Zambia in bezit en sluist de winsten die ze maken
weg via offshore bedrijven. Glasenberg kan dus wel wat extra doen voor zijn 5300
dorpsgenoten.
Zambia is de derde producent in de wereld op het gebied van koper,
dat onmisbaar is in de globale economie, maar staat tegelijk op de lijst van de
twintig armste landen. Zestig procent van de bevolking verdient minder dan één
dollar per dag en tachtig procent is werkloos.
De burgemeester van Rüschlikon besloot na de donatie van
Glasenberg de plaatselijke belastingen met zeven procent omlaag te brengen. Een
initiatief van een dorpsbewoner, die geraakt werd door de ongelijkheid tussen
zijn dorp en de arme bevolking in Zambia, om vijf procent te reserveren voor de
Zambianen haalde het niet. De bewoners hielden het geld liever voor zichzelf.
Christoffer Guldbrandsen ging, in de wetenschap dat er
twintig keer zoveel geld uit Afrika stroomt dan er met ontwikkelingsgeld naar
toe gaat, naar Zambia om te onderzoeken hoe Glencore daaraan meewerkt. Ook het Zambiaanse
parlement houdt zich met de zaak bezig. Hoewel de koperprijs, die op de metaalbeurs
in Londen wordt vastgesteld, sterk gestegen is, betaalt Glencore minder omdat
ze de koper onderhands koopt van het mijnbouwbedrijf Mopani. De Zambiaanse
president werd in 2012 aangeklaagd voor het verduisteren van staatsfondsen en
toestemming voor de privatisering van de kopermijnen, waardoor het land heel
wat inkomsten misliep.
De blanke en sociaal voelende vice-president Guy Scott (zie foto) gaat
met Christoffer naar het mijngebied waar de bevolking ziek is door de
vervuiling door de kopermijnen. De directeur van Mopani zegt echter dat hij
zich aan alle voorschriften en geldende regels houdt.
Directeur Murray meldt tijdens een jaarvergadering van
Glencore doodleuk dat buitenlandse investeringen het onderwijs en de
infrastructuur het Afrikaanse land ten goede komen.
Christoffer verdiepte zich in het verleden van Glencore, dat
bepaald onfris is. Het bedrijf werd in 1974 in de Verenigde Staten onder een
andere naam opgericht en kwam in aanraking met justitie vanwege het witwassen
van geld en het sturen van wapens naar Iran in ruil voor olie. De
verantwoordelijke man, Marc Rich, vluchtte naar Zwitserland vanwege
belastingfraude en werd de meest gezochte witte boorden crimineel ter wereld.
Zwitserland wilde hem niet uitleveren en zijn vrouw spekte de partijkas van
Bill Clinton die hem daarop gratie verleende.
Glasenberg trad in dienst in 1991 en nam het bedrijf in 1994
over. Hij verdiende veel aan Europese investeringssubsidies. Eva Joly, in die
tijd adviseuse van een Noors bureau voor ontwikkelingshulp, miste essentiële
zaken in het jaarverslag. De Europese Unie schortte de leningen op. Glencore
werd aangeklaagd bij de OESO maar die wil alle twee partijen horen en kan niets
doen omdat Glencore niet wil meewerken. Guy Scott zegt dat zijn land nu eenmaal
de expertise mist om de zaak aan te pakken. De kwestie is nog niet opgelost.
Hier
de trailer
'There is something rotten in the State of Switserland'
BeantwoordenVerwijderenMarc Rich (1934), van oorsprong Reich, overleed afgelopen 26 juni in Luzern. Na zijn gratie is hij nooit meer in de V.S. geweest. Hij woonde aan het meer van Luzern en is in Tel Aviv begraven. De Israeli's hebben veel aan deze niets ontziende grondstoffenhandelaar te danken gehad.
BeantwoordenVerwijderen