Iedere generatie moet opnieuw het wiel uitvinden
In 1963 zag Ike Bertels een BBC-documentaire over de
onafhankelijkheidsstrijd in Mozambique. Daarin waren drie jonge vrouwen te zien
die met hun geweren in het gras zaten. Dit beeld maakte op Bertels zoveel
indruk dat ze in 1984 naar het inmiddels onafhankelijke Mozambique ging om de
drie vrouwen op te sporen en te interviewen. Ze bekeken geboeid de BBC
documentaire die ze nooit eerder zagen. Bertels raakte bevriend met de vrouwen en herhaalde haar actie nog
tweemaal. Na de koloniale oorlog die in 1975 tot de onafhankelijkheid leidde volgde nog een burgeroorlog met de
Renamo die zestien jaar lang duurde. Pas in 1992 kwam er een vredesverdrag en
in 1994 waren er voor het eerst verkiezingen.
Monica, Amelia en Maria vochten in hun jongere jaren in het
bevrijdingsleger Fremilo tegen de
Portugese overheersers en wonen inmiddels verspreid over het land.
Monica woont met haar kleinzoon Miko in een flatje in de
hoofdstad Maputo.
In 1984 zat ze in het partijbestuur en leidde in een dorp
een vermakelijke discussie over de polygame verhoudingen van de mannen, die
door de groep vrouwen werden afgekeurd.
Ze kende veel armoe en wil niet meer denken aan de ellende
van de burgeroorlog.
Haar dochter leeft niet meer. Monica lijdt aan diabetes en
leeft voornamelijk in het verleden. Miko wilde niet naar school. Hij laat zich
voor de camera niet duidelijk uit over zijn redenen maar later in een
sportschool zegt hij dat hij gepest werd. Monica denkt dat er een steekje aan
hem los zit. Haar stiefdochter werd op de onafhankelijksheidsdag in 1975
geboren en is vol lof over haar moed. Zij zegt dat andere jongeren tegenwoordig
liever voor de televisie hangen dan te luisteren naar de verhalen over de
revolutie.
Maria wil niet verder dan haar handen in beeld komen omdat
ze een herseninfarct heeft gehad. Ze is vergeetachtig en wordt door haar zoon
verzorgd.
In 1984 studeerde de leergierige Maria nog. Ze was getrouwd
en wilde graag verder leren voor arts. Ze vertelde dat mannen liever niet
willen dat hun vrouw werkt. De waarde van de vrouw werd voor de oorlog niet
erkend. Ook zijzelf werden door de mannelijke soldaten niet voor vol aangezien,
maar ze stonden hun mannetje (om dat zo maar te noemen). Door de revolutie leerden ze in de wereld te
leven, zegt ze.
In 1994 was ze lid van de OAS, de vereniging van Onafhankelijke Afrikaanse Staten en gestationeerd in Ethiopië. Ze kwam terug
voor de eerste verkiezingen.
Haar zoon is getrouwd met Mila en werkt bij een bank, maar
genoeg geld voor een huis heeft hij niet. Het is wachten tot Mila klaar is met
haar studie tot ze meer geld kunnen verdienen. Jongeren hebben volgens hem geen
idealen meer.
Amelia woont op het platteland en zorgt voor haar zieke
moeder. Ze toont haar akker die door de slechte oogst weinig heeft opgeleverd. Haar
zoon heeft weinig zin in het boerenwerk. Hij neemt het zijn moeder kwalijk dat
ze hem geen geld geeft van haar uitkering. ‘Als het hoofd niet werkt lijdt het
lichaam,’ zegt Amelia. Ze steunt haar zoon wel want wellicht werkt zijn hoofd
niet goed.
Amelia kreeg op veertienjarige leeftijd haar zoon die één
jaar was toen ze ging vechten en ze zag hem pas na tien jaar terug. De jongen
die door zijn grootmoeder werd opgevoed kon niet geloven dat Amelia zijn moeder
was.
Amelia vertelt dat in de burgeroorlog veel bekenden werden
gedood. Op de verkiezingslijst stonden alleen gestudeerde mensen en geen
strijders, maar ze ging toch stemmen.
Bertels is onder de indruk van deze generatiegenoten van
haar. De documentaire geeft, behalve een beeld van wat vrouwenkracht vermag, inzicht in de moeizame manier waarop cultuur wordt doorgegeven. Het
doet denken aan verhalen van oudere Nederlanders over de Tweede Wereldoorlog,
die in het gunstige geval voor kennisgeving werden aangenomen door de jongeren.
Iedere generatie moet blijkbaar weer zelf het leven ervaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten