Talentvolle theatergroep maakt de verwachtingen niet waar
Een jaar geleden bracht De Theatertroep een prachtige,
ontsporende weergave van de Shakesperiaanse klucht Driekoningenavond. Deze maand maart kunnen ze daaraan niet tippen
met Zonder toestemming. Daarin zien we
een tiental acts, gespeeld door verschillende personen, ontleend aan diverse
tradities uit de kunstwereld en passend in het tijdperk van de vaudeville
tussen 1870 en 1930. De avond wordt in deze stijl afgesloten met het korte toneelstuk
Mijn slappe komedie voor vier mensen een
handjevol personeel en een tafel die niet vrijkomt van Magne van den Berg.
De sfeer is goed, daar ligt het niet aan. Het publiek wordt door
de negen leden van het toneelgezelschap, keurig gekleed in passende kostuums, verwelkomd
met een glas bier uit een echte tap, iets dat past in de traditie van de
vaudeville. Rosa Asbreuk en Patrick Duijtshoff leiden de avond in naast de
houten vlonder, waarop de acts zullen worden gepresenteerd. Boven hun hoofd
hangen sfeervolle lampen en rechts staat een tafel, gedekt voor vier personen,
die tijdens het toneelstuk na de pauze nog een hoofdrol zal spelen, al is het in
de verbeelding van de toeschouwer. De presentatoren beoordelen het publiek eerst
op hun kleding, want die dient op zo’n avond passend te zijn. Asbreuk wijst op
een dame in de zaal die er fantastisch uitziet. Duijtshoff stemt daarmee in
maar stelt vast dat ze geheel volgens de etiquette op dit gebied onder hun eigen
niveau blijft.
Helaas waren de acts inhoudelijk wisselend. De tap-act kwam
traag op gang, maar werd door de getalenteerde Kyrian Esser, na een sigaretje
dat meteen uit zijn mond werd gehaald omdat men in de Bovenzaal niet mag roken,
opzwepend afgesloten. Jantje zag eens pruimen hangen ging op een oubollige
manier de mist in, het taarten gooien naar elkaar was te nadrukkelijk, het
messenwerpen, het gevecht tussen twee vrouwen en de eierdans flauw. Het boomgedicht
van Jasmijn Vriethoff was kolderiek, net als de act waarbij iemand een tafeltje
bestelde en dan ook alles in miniatuurformaat kreeg. De zangact van Maria
Callas was fraai om te zien en vooral om te horen, het praten in een echoput aardig
maar ook niet meer dan dat. Tussendoor bood Asbreuk nog een variëteit aan
artikelen aan die men zogenaamd na de voorstelling kon kopen, voor het geval men
zelf eens een act zou willen doen, zoals met Dracula tanden of een masker
waarmee het echter moeilijk was een mop te vertellen. Het mooist was de act van
Esser die een rood tafellaken onder de zorgvuldig in elkaar gezette, gedekte
eettafel weg probeerde te trekken. Hij had daarbij de volledige aandacht van de
anderen en ook van het publiek.
Een verademing was het tekstuele gedeelte van na de pauze,
waarin we kennismaakten met twee stellen die samengekomen zijn in een
restaurant, waar iets blijkt te zijn misgegaan met de reservering. Eerst horen ze
van de bediening dat het nog een kwartier kan duren voor ze aan tafel kunnen,
maar daarna blijkt die te zijn ingenomen door lieden die niet hadden
gereserveerd maar al besteld hebben. De tekst sprankelt en de uitvoering door
vijf personen, waarbij de rol van Louise door twee vrouwen van het gezelschap
gespeeld wordt, heeft vaart. Het toneelbeeld aan het eind is prachtig en verrassend,
maar dat kan toch niet een zekere teleurstelling wegnemen. Wellicht past Zonder toestemming beter op De parade in
een zomerse, melige sfeer dan op een winteravond in een theaterzaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten