Oproep tot actie verwoord op een menselijke toon
De Vlaamse regisseur Stefaan Van Brabandt heeft een ingang
gevonden om oude filosofen in een nieuw jasje voor het voetlicht te brengen. Na
een voorstelling over Socrates, is dit keer Karl Marx het onderwerp van zijn
filosofenreeks. In de figuur van Frank Lammers staat Marx levend en wel op het
podium en vertelt over zijn leven, zijn vriendschap met Engels en zijn werk.
Door deze vorm wordt de radicale denker nog sterker tot leven gebracht dan
bijvoorbeeld in de monografie van Peter Singer. We maken niet alleen kennis met
de persoon Marx maar leren ook over zijn bedoeling als denker met de wereld. De
theatervoorstelling Marx zet aan tot
een nieuwe of verdere overdenking van de betekenis van zijn werk en leidt
hopelijk tot gevolgtrekkingen.
Lammers kijkt aan het begin van de voorstelling naar een
groot portret van Marx dat op een groot wit doek geprojecteerd wordt en stelt
zich de vraag of hij niet beter had kunnen leren zwemmen. Hij bedoelt hiermee
dat hij terugkijkend op zijn leven misschien beter van het leven had kunnen
genieten dan het van de kant af te beschouwen. De twijfel siert de man en wordt
aan het eind nog eens verwoord met een fraai anekdote. De spagaat werd eerder
door Willem de Wolf verwoord in The Marx
sisters, die over de verhouding tussen de laatste twee dochters van Marx ging,
waarbij Tussy kiest voor maatschappelijke actie en Laura voor een gelukkig
leven. Marx zelf bleek aan het eind van zijn leven ook gevoelig voor de
verlokkingen van het kapitalisme.
Na de opening verdwijnt het portret van Marx en komt Lammers
naar voren op zo’n joviale manier dat hij meteen prettige verwarring sticht
over zijn rol, maar al gauw is het duidelijk dat hij de grondlegger van het
marxisme speelt die zelf weinig moest hebben van de manier waarop anderen zijn
ideeën in praktijk brachten. Is hij voor al die moorden verantwoordelijk? Hij
maakt de vergelijking met Jezus die ook niet voor de kruistochten
verantwoordelijk gehouden kan worden of Nietzsche wiens Ubermensch door de
nazi’s op een ongewenste manier geïnterpreteerd werd. Het is een sterke zet dat
hij ook de vele slachtoffers van het kapitalisme noemt, al is de manier waarop
zij geknecht worden minder zichtbaar dan het lijden in de werkkampen in de communistische
wereld.
We horen onder andere dat Marx vanwege zijn opstandige
artikelen uit Duitsland verbannen werd, dat zijn werk aanvankelijk weinig
belangstelling genoot, dat het gezin in armoede leefde en in leven gehouden werd
met financiële steun van Engels. Marx zelf had een slechte gezondheid, de
kinderen stierven de een na de ander en bij zijn eigen begrafenis stonden slechts
zeven personen rond zijn graf. Ook een slippertje met de huishoudster wordt
genoemd, die leidde tot de geboorte van zoon Freddy. Deze jongen werd door
pleegouders opgevoed en leefde het langst van al zijn kinderen. Het is niet
alleen ellende dat de klok slaat. Er is ook humor, bijvoorbeeld in uitstapjes
naar het heden als het gaat om vluchtelingen toen wel welkom in andere Europese
landen welkom waren, over mokken en spaarpotten met Das Kapital erop die tegenwoordig bij de ingang van het kerkhof
verkocht worden of dat men wel moet slapen om nog te geloven in de Amerikaanse
droom.
Lammers heeft zich uitstekend in zijn rol ingeleefd en
bespreekt het werk van Marx aan de hand van een keukenstoel (zie foto van Phile Deprez) of zijn bril in zo’n
begrijpelijke taal dat het eigenlijk vreemd is dat zijn ideeën nooit op een
humane manier in praktijk zijn gebracht. Marx zegt daar zelf over dat hij tijdens
zijn leven voorzag dat het kapitalistisch systeem in de westerse maatschappij vanzelf
zou instorten maar dat dit steeds maar niet gebeurde. Hoewel het
aanpassingsvermogen ervan groter is dan hij gedacht had en de mensen ingepakt
werden door comfort, staat inmiddels het water ons tot de lippen. Marx wijst het
publiek terecht op een manier die nog wel wat feller had gekund, maar in ieder
geval roept hij, wars van het navelstaren van filosofen, wel op om onze woede over de sociale ongelijkheid en de
vernedering van de mens onder het kapitalistisch juk niet onder stoelen of
banken te steken. Wellicht dat dan het gezegde homo homini deus zal heersen
over het homo homini lupus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten