Alles gaat door in iets anders
Vanaf zijn eerste voorstelling Groots en meeslepend wil ik leven maakt Steef de Jong de een na de
andere gave voorstelling met pop-up decors, zang en ontregelende humor. In Orfeo, een drama van karton, opnieuw
geregisseerd door Ina Veen, komen daarbij nog de fraaie accordeonklanken van
Marieke Hopman en de technische bijstand van twee stofjassen, die af en toe een
bijdrage leveren aan de sterke zangnummers. Het geheel oogt professioneler, al
was er ook wel iets te zeggen voor de meer intieme aanpak in de eerdere
voorstellingen.
De opening is verrassend met een fraaie act waarbij De Jong
en Hopman als twee fraai uitgedoste achttiende-eeuwers uit de pruikentijd een
knap staaltje evenwichtskunst uitvoeren tegen de achtergrond van een scherm
waarop met simpele vegen witte verf een fraaie wolkenpartij wordt uitgebeeld
(zie foto van Tim Stet). De marsmuziek van Johan Strauss waarop de twee kunstig
balanceren, leidt nog net niet tot een algehele euforie. Alles blijft binnen de
perken.
Zonder zijn pruik vertelt de sympathieke De Jong, staande
bovenop de kartonnen platen met pop-ups, het mythische verhaal van Orpheus en
Eurydici dat door veel Griekse en Romeinse dramaschrijvers is aangehaald. Ovidius
wijdde er in het jaar één (goed voor een grappige opmerking) in Metamorfosen zevenentwintig bladzijden
aan, waarvan alleen de eerste twee bekend zijn. De Jong stelt voor dat hij het
verhaal vertelt in de rol van Apollo, zoon van Jupiter, en Hopman als de muze
Euterpe. Dat biedt namelijk meer mogelijkheden voor een goede afloop (en ook
voor uitweidingen, bijvoorbeeld over de Apolloreizen naar de maan).
De geschiedenis van de opera’s die op de mythe
gebaseerd zijn, begint met de bewerking door Monteverdi, die de opera situeerde
rond het carnaval. In een prachtige papieren kostuum van de hertog van Mantua
vertelt De Jong over de deus ex machine die in die tijd, maar ook in onze, een
manier is om een verhaal een goede wending te geven.
Daarna gaat hij over op een thematische behandeling, die
begint met het geplande huwelijk tussen Orpheus en Eurydice, waarbij de god van
het huwelijk zijn liefdesfakkel wil ontsteken hetgeen niet goed lukt hetgeen
wellicht de voorbode is van ongeluk. Voordat het huwelijk gesloten kan worden,
wordt Eurydice door een adder gebeten en volgt een ingenieuze begrafenisscène,
waarin, zoals steeds, de afbeelding op het scherm dient als achtergrond voor de
pop-ups. Daarop verschijnen dan ook nog weer grappige gemaskerde figuren die
kritisch het vertoonde op het toneel volgen.
Af en toe neemt De Jong ook de rust om van de ene naar de
andere scène over te gaan. Dit is bijvoorbeeld het geval als hij in zijn rol
als Apollo uitweidt over zijn relatie met Hyacinthus, door Mozart overigens ook
vastgelegd in een opera, zegt De Jong. Hyacinthus werd tijdens een dagje met
Apollo, beiden glad van de olijfolie, geraakt door diens discus, overleed en
kon door Apollo niet meer tot leven gewekt worden. Dat horen we in het mooie
lied Dood is dood.
Een bijzondere plaats is ingeruimd voor de opera van Gluck
opgevoerd in Wenen in 1672. Het biedt De Jong de gelegenheid in een fraai
papieren kostuum over de verhouding van Marie Thérèse en haar gestorven man
die, net als Hyacinthus in een bloem, nog in het meubilair voortleeft. Hopman
geeft op de accordeon fraai het geluid van de klok weer die in het stille
paleis doortikt. De Jong verzucht aan het eind dat hij meer moeite had om uit de
massief ogende papieren jurk te komen maar dat lukt hem zonder kleerscheuren.
Dan hebben we de helse tocht van Orfeo door de onderwereld
en het sterke verhaal van Charon nog niet eens gehad. In dat laatste fragment
komt de interactie met de zaal, vol met doden die wachten om overgezet te
worden over de Styx, sterk tot uiting. De Jong tapt met een platter dialect uit
een heel ander vaatje en doet dat overtuigend. Na de vraag van Hopman hoe het
afliep met Orpheus wordt op fraaie wijze zijn ondergang geschetst en ook zijn
eeuwig fluisterende verlangen naar Euridice, nog steeds hoorbaar in de golven.
Alles gaat door in iets anders. Dat is een positieve conclusie die Orfeo, een drama van karton, bij de van
het enthousiaste publiek achterlaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten