Inspirerend college over de kunst van het schrijven
Het is een hele belevenis om de erudiete Ierse schrijver
John Banville (1945), onder andere van De
blauwe gitaar (2015), in VPRO Boeken te zien. Jeroen van Kan praat met hem
over zijn nieuwe roman Mevrouw Osmond,
vertaald door Arie Storm. Het bijzondere van deze roman die dat die een vervolg
is van Portrait of a lady van Henry
James. Banville geeft een eigen draai aan het nog jonge leven van Isabel Archer
die zich bedrogen voelt door haar echtgenoot.
Van Kan brengt het open einde van de roman van Henry James
ter sprake.
Banville vertelt dat hij al eerder dacht aan een vervolg van
de roman, dat zich zou moeten afspelen in Amerika waar de knappe jonge
hoofdpersoon oorspronkelijk ook vandaan komt, maar wilde geen jakhals zijn. Hij
vertelt verder dat zijn boeken niet echt een plot hebben, omdat het leven ook
geen plot kent. Hij citeert in dit verband Wittgenstein die schreef dat de dood
geen levenservaring is en dat het leven zich in het midden afspeelt. Ook Henry
James zag een roman meer als een tas waar men van alles in kan stoppen, maar diens
modernistische visie kreeg geen navolging. Hij vertelt ook nog hij onderdook in
de hoofdpersoon en dat mannen veel van vrouwen kunnen leren.
Van Kan memoreert dat vele schrijvers waaronder Colm Toibin
in De meester (2005), iets met Henry
James deden.
Banville noemt James een geweldige verhalenverteller en
schreef Mevrouw Osmond zonder daar
zelf bewust bij aanwezig te zijn, hetgeen een opening is naar zijn opvatting
dat een individu een illusie is en dat men in verschillende situatie heel
anders reageert.
Van Kan vraagt of hij bang was om te vervolgen in de
complexe taal van James.
Banville antwoordt dat kunstenaars egoïstische maniakken
zijn, maar met hun fictie, anders dan de politici, die hij als gemankeerde
kunstenaars ziet, wel de wereld kunnen redden. Tegelijk zijn kunstenaars ook
nederig want ze zijn zich bewust van hun falen. Een mogelijk meesterwerk blijft
tenslotte toch altijd weer een boek, dat wordt geschreven om, naar de gedachte
van Samuel Beckett, beter te falen. Zelf kijkt hij met schaamte terug op zijn
vroegere werk. Na elke publicatie heeft hij het gevoel dat hij naakt in de
wereld staat en dat iedereen door hem heen kan kijken.
Van Kan noemt mevrouw Osmond een röntgenfoto van een
personage.
Banville antwoordt dat een kunstwerk nooit af is, maar
achtergelaten wordt. Door zijn ervaring met schilderen weet hij dat één streek
teveel kan zijn en dat men moet weten wanneer te stoppen. Hij haalt de Britse
filosoof Isaiah Berlin aan die heeft gezegd dat wat men zelf gemaakt heeft
nooit iets kan zijn. Hij schetst het beeld van bloemen die er voor mensen heel
wat mooier uitzien dan voor zichzelf. Als men tevreden is over zichzelf zal men
geen boek meer schrijven.
Van Kan gaat in op het karakter van mevrouw Osmond.
Banville houdt van haar en ook van haar tekortkomingen. Eerst
zag hij in haar een heldin, later een egoïste en onlangs beide. Door haar
complexiteit is ze bijna een mens van vlees en bloed. Heel anders dan haar
kille en beredeneerde man Gilbert. Haar leven doet ertoe. Ze staat op tegen
onrecht. Banville noemt James de beste romanschrijver die er is. Hij beschrijft
hoe het is om bewust in het leven te staan, dat vaak een lopen door de mist is.
Aan het eind van de roman gooit Osmond haar leven om en neemt ze wraak op
Gilbert en haar vriendin Merle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten