Immigrantenproblematiek sterk beschreven aan hand van een
'peddelaar in een kano'
'peddelaar in een kano'
De van oorsprong uit Trinidad afkomstige Britse schrijver
V.S. Naipaul (1932) schetst in een imponerende roman uit 1961 een beeld van een
man uit Trinidad met een moeilijk leven dat losjes op zijn vader gebaseerd is.
Tegelijk is het een portret van het leven van Indiase immigranten die in een verre
kolonie een nieuwe toekomst moeten zien op te bouwen. Hoofdpersoon meneer
Biswas heeft het daarmee niet gemakkelijk. In zijn familie is hij een
buitenbeentje en later, in de greep van zijn welgestelde Hindoe schoonfamilie,
wordt het er niet beter op.
De huizen waarin Biswas tijdens zijn leven woonde vormen de
invalshoek van dez groot opgezette roman. We krijgen meteen al een inkijkje in
het laatste krakkemikkige huis in Sikkim Street in Port of Spain waarin Biswas met
zijn vrouw Shama en hun vier kinderen de laatste vijf jaar van zijn leven woonde.
Het was bij nader inzien een miskoop in zijn zucht om zich los te maken
van zijn schoonfamilie, de Tulsi’s, die hem het leven onmogelijk maken. Hij is
dan inmiddels weer bij de krant gaan werken na een uitstapje als ambtenaar,
maar plezier van zijn bezit heeft hij niet vanwege de enorme schuld die hij is
aangegaan.
Biswas was als kind al een probleemgeval. Na zijn geboorte
met zes vingers werd hij gezien als iemand die ongeluk brengt. Dat werd
werkelijkheid nadat hij als hoeder van een kalf van een buurman deze uit het
oog verloor. Biswas was zo overstuur over de vermissing dat hij zich in huis
verborg. Zijn vader en de buurman gingen op zoek naar hem maar haalden alleen
het kalf uit een beek in de buurt. Op zoek naar Biswas verdronk zijn vader.
Biswas stond vol schuldbesef langs de kant. Het was een trauma dat een kind
nooit meer te boven komt. Als zijn moeder de intellectueel niet onbemiddelde
Biswas uitzendt om pundit, een soort geestelijk leider te worden, wordt hij
voortijdig weggestuurd na een nogal dom incident. Daarna wordt hij een tijdje
ingezet om rum te verkopen. Als letterschilder komt hij in contact met zijn
toekomstige vrouw Shama ,die in de winkel van haar moeder, de weduwe Tulsi,
werkt. Biswas trekt bij hen in, maar krijgt regelmatig de wind van voren,
vooral van Seth, de zwager van mevrouw Tulsi, die hem een peddelaar in een kano
noemt, dus als het ware iemand die niet snel vooruitkomt. Als de toestand niet
langer houdbaar is verhuist Biswas met zijn gezin naar een ander huis van de
Tulsi’s en begint daar een kruidenierswinkel, maar die episode eindigt met een
door hem onvoorzien conflict met een wanbetaler, waarop het pand in de fik
wordt gestoken om de verzekeringspremie te kunnen opstrijken. Vervolgens
probeert Biswas het als opzichter op een plantage, laat daar zelfs een huis
bouwen en woont daar met zijn oudste dochter, maar is daar ook weinig geluk
beschoren. De verhouding me Shama gaat nooit over rozen maar zij is niet iemand
die snel opgeeft, al hangt de relatie af en toe aan een zijden draadje en neemt
ze hun kinderen mee naar haar ouderlijk huis. Het eerste deel eindigt dan ook aangrijpend
met een grote chaos in het hoofd van Biswas.
In het tweede deel wordt het leven er niet gemakkelijker op,
al zorgt een verhuizing van de familie Tulsi naar Port of Spain er wel voor dat
Biswas, die als jongeling zijn rijkere, maar ongeletterde oom Ajodha, voorlas,
bij de krant aan de slag kan, eerst nog als letterschilder maar al gauw als
journalist. Na het vertrek van de beminnelijke hoofdredacteur neemt de
onzekerheid over het voortbestaan van het blad toe, zodat Biswas zijn heil
zoekt in de ambtenarij die echter in de jaren na de Tweede Wereldoorlog met het
naderende einde van de kolonie weinig bestaanszekerheid biedt. Naast de vele
omzwervingen van het gezin komen de problemen die Biswas vooral met zijn enige
zoon Anand heeft. De twee hebben een haat liefde verhouding met elkaar die, net
als de relatie tussen Biswas en Shama, niet zo gemakkelijk te veranderen valt.
In een poging een eigen stek in Sikkim Street op te bouwen vergaloppeert Biswas
zich zodat hij de laatste vijf jaar van zijn leven geplaagd wordt door
geldzorgen.
In een traditionele, maar wel heel beeldende vertelstijl zet
Naupaul het leven weer van zijn vader, die vaak aan maagproblemen lijdt. Hij
schrijft met een blik, die vooruitkijkt en plaatst af en toe de gebeurtenissen
in een toekomstig kader. Daardoor krijgt de roman diepte en wordt het gevaar
van een al te chronologische opsomming daarmee vermeden. Zelf zegt Naipaul in
het Voorwoord dat hij in 1983 schreef,
dat de roman, die hij lang niet meer had ingezien en toevallig een op grond
ervan hoorspel hoorde, dat de roman voor zijn doen veel humor heeft en dat die
hem het meest dierbaar is. Een huis voor
meneer Biswas is op enkele komische passages na, zoals een gesprek tussen
de bokkige Seth en mevrouw Tulsi over de verbintenis tussen Biswas en Shama,
een wrang soort humor, waarmee een man als zijn vader geportretteerd wordt die
in een gevestigde en geïmporteerde Hindoe cultuur nauwelijks zijn hoofd boven
water kan houden, maar die weet de lezer wel te raken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten