Een negentiende-eeuwer die symbool staat voor zijn tijd
Marita Mathijsen schreef een biografie over schrijver en
politicus Jacob van Lennep (1774-1853), een negentiende-eeuwer met uiteenlopende
kanten. Ze raadpleegde daarvoor duizenden brieven, andere documenten en sprak
met vele nakomelingen om de oude familieverhalen te achterhalen. Jeroen van Kan
ondervraagt haar hierover.
Van Kan noemt Van Lennep een man die de negentiende eeuw bij
uitstek vertegenwoordigt, omdat die eeuw ook tegenstrijdige kanten had.
Enerzijds was hij een aartsconservatief, anderzijds zette hij in zijn
persoonlijk leven de bloemetjes buiten en verwekte hij meerdere
buitenechtelijke kinderen.
Mathijsen zegt dat Van Lennep een belangrijke bijdrage aan
de vooruitgang leverde. Onder andere aan de waterlelding van Amsterdam en de
aanleg van het Noord Zee Kanaal, maar wilde hij in politiek opzicht niet dat er
veranderingen kwamen. De negentiende eeuw was een tijd waarin mensen ook in
verwarring waren over de vernieuwingen zoals de locomotief die als een duivel
gezien werd.
Van Kan vraagt of dat zo is vanuit ons perspectief gezien.
Mathijsen antwoordt dat zij het zelf ook als een probleem
zagen. Ze noemt de koepokinentingen, waar men zeer verdeeld over was. Van
Lennep is een spannend figuur aan de hand van wie de eeuw beschreven kan
worden. Beets was veel braver. Hoewel er een dubbele moraal gold, verscheen er
twee keer een pamflet tegen Van Lennep.
Van Kan zet de vileine kant van Van Lennep tegenover zijn
sterke geloof. Hij stond onder invloed van de dompers, zoals Bilderdijk, al
paste dit niet bij zijn karakter.
Mathijsen zegt dat ook Multatuli die twee kanten had. Van
Lennep werd verliefd op zijn ongehuwde buurvrouw Doortje Ringeling al had hij
al vier kinderen met de adellijke Henriëtte Röell. Voor Doortje vluchtte hij
weg uit zijn huis aan de Keizersgracht. Henriëtte schakelde een broer in, die
samen met de vader van Van Lennep op onderzoek uitging, dat tenslotte leidde
naar een hotelkamer in Rotterdam, vanwaar Van Lennep samen met Doortje de wijk
naar Engeland had willen nemen. De vader liet het stel één nacht op de kamer
maar greep daarna in.
Van Kan zegt dat hij op het gebied van de staatsinrichting
van Nederland erg conservatief was.
Mathijsen antwoordt dat men toen nog geen socialisme kende
en dat er weinig initiatieven van de overheid waren om de publieke zaak te
dienen. Van Lennep werkte aan monumentenbehoud en aan armoedebestrijding. Als
politicus en schrijver leidde hij een zeer bezet leven. Fens noemde de
negentiende eeuw de vlijtigste van alle eeuwen en Van Lennep past daar perfect
in.
Van Kan vraagt of de snelheid van werken afbreuk deed aan de
kwaliteit.
Mathijsen ontkent dit. Zijn literaire werk was psychologisch
niet zo van belang maar zijn verhalen zijn wel sterk. Zijn historische romans
stonden onder de invloed van Walter Scott. Hij schreef één eigentijds werk, De lotgevallen van Klaasje Zevenster,
over een vondelinge die in een gegoed milieu wordt opgevoed maar later in een
bordeel belandt, waarover Van Lennep heel open schrijft. Hij zag anderzijds
weinig in de ideeën van Thorbecke om de macht van de koning aan banden te
leggen.
Van Kan vraagt of Mathijsen nieuwe inzichten heeft opgedaan tijdens
het werken aan de biografie.
Mathijsen zegt dat een grotere bewondering heeft gekregen
voor zijn Vondel uitgave. Het fanatisme bleek eruit dat hij eigen kapitaal in
het project stak. Ook zijn verhouding met Multatuli kwam in een realistischer
kader te staan. Van Lennep had kritiek op de Max Havelaar maar zag wel het cruciale belang van het boek en is
altijd oprecht geweest tegen Multatuli. Hij zei wat eruit geschrapt moest om
het uit te kunnen geven.
Hier de
blog van Marita Mathijsen met daarop meer informatie, ook over de presentatie
van Een bezielde schavuit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten