Amsterdamse schrijver treedt buiten de grachtengordel
Carolina Lo Galbo ontvangt literair criticus en
romanschrijver Joost de Vries om te praten over zijn nieuwe roman Oude meesters. Die gaat over twee broers
die allebei in de verkeerde tijd geboren zijn.
Lo Galbo zegt dat de schrijver die
in 2014 de Gouden Uil kreeg voor zijn roman
De Republiek daarvan geen last kan hebben.
De Vries memoreert dat de prijs inmiddels opgedoekt is en vertelt
dat hij zowel in de journalistiek als in de literatuur werkzaam is, twee
disciplines waarin geklaagd wordt dat het vroeger beter was, in het eerste
ambacht omdat er geen langere artikelen meer geschreven worden en er weinig
tijd is voor onderzoek, in de tweede omdat men vroeger meer las. Hij vindt het een
interessant onderwerp om uit te diepen, dat ook actueel is in de politiek van
vandaag. Jan Terlouw stelde in zijn lezing het touwtje in de brievenbus als
voorbeeld voor de veiliger samenleving van vroeger. Zelf vindt hij dat er geen
betere, maar wel dikkere romans geschreven werden en hij constateert dat nog
steeds veel jongeren schrijver willen worden. Iedere generatie heeft volgens
hem de behoefte om zichzelf uit te drukken en het doet hem goed dat dit op de
eerste plaats in de literatuur gebeurt. Geen andere kunstvorm kan daaraan
tippen.
Lo Galbo geeft weerwoord en stelt dat er tegenwoordig minder
gelezen wordt.
De Vries beaamt dit. De interesse is nu meer verspreid over
een diverser gebied.
Lo Galbo zegt dat Sieger in Oude meesters op zoek is naar betekenis.
De Vries zegt dat het zoeken naar betekenis ook voor zijn
broer Edmund en hemzelf geldt. Na een restyling van de krant wil Sieger, die
journalist is, uit rancune dan om zich te onderscheiden, meer zijn dan alleen
maar een werknemer en houdt een belangrijk nieuwsfeit over een aanslag op een
politicus geheim.
Lo Galbo wijst op de cover waarop wolven staan die elkaar in
de staart bijten.
De Vries merkt op dat ze een rivier inlopen en elkaar nodig
hebben om niet ten onder te gaan. Datzelfde geldt ook voor de twee broers, die,
zoals de lezer aan de weet komt, niet weten hoe ze moeten leven.
Lo Galbo brengt de tegenstelling tussen autonoom leven en
samenleven in.
De Vries antwoordt dat hij in de essaybundel Vechtmemoires (2014), waarin hij de
bijzondere titel afzette tegen zijn eigen veelvoorkomende naam, constateerde
dat veel collega schrijvers nogal afstandelijke en weinig ambitieuze
hoofdpersonen kozen, hetgeen hem niet altijd in dank werd afgenomen. Zelf heeft
hij van zijn recensies geleerd om het verderop te zoeken, weg van de
Amsterdamse grachtengordel waar hij werkt.
Lo Galbo vraagt of hij zich na Vechtmemoires (2014) nog wel in het literaire circuit kon vertonen.
De Vries antwoordt dat onvriendelijke e-mails erbij horen,
maar dat hij niemand wil afbranden, want hij weet hoe erg het is om een
negatieve kritiek te krijgen.
Lo Galbo concludeert dat hij niet bang is om de kudde te
verlaten.
De Vries wil ook niet dat men zijn werk afkeurt en begint
over de thema’s in Oude meesters, namelijk bindingsangst en het zoeken van een
groter geheel, die uit hemzelf komen en in de personages een uitdrukking vinden.
Deze thema’s zijn overal te plaatsen maar hij plaatst ze liever verder weg om
het leven niet kleiner te maken dan het is. Hij vindt dat er niet teveel aan de
werkelijkheid getornd mag worden en refereert aan een lange scène die zich
afspeelde op de Kurfüstendamm in Berlijn die in werkelijkheid heel anders
oogde. Een denkbeeldige ontploffing waar hij lang over deed, leek aan de andere
kant tenslotte levensecht voor hem.
Hier
mijn bespreking van Vechtmemoires.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten