Ambitieuze filmmaakster schrijft boek over bijzondere jeugd
Filmmaakster Antoinette Beumer (Amstelveen, 1962), onder
andere bekend van de serie Hertenkamp
(1998), de documentaire See you in Las Vegas (2009) over Hans Klok en de film De gelukkige huisvrouw
(2010), heeft een debuutroman geschreven met de
titel Mijn vader is een vliegtuig.
Pieter van der Wielen, presentator van het VPRO radio programma Nooit meer slapen, stelt haar daarover
een groot aantal vragen.
Van der Wielen trapt af met de opmerking dat in de roman
iemand door het verleden wordt ingehaald. Hij vraagt of iemand zichzelf wel
helemaal kan kennen.
Beumer antwoordt dat andere omstandigheden andere aspecten
van een mens naar boven halen. Zelf was ze in Thailand ten tijde van de tsunami
in 2004 en vluchtte met haar gezin naar een hoger gelegen gebied, waarbij de
leeuw in haar wakker geroepen werd. Ook door verlies kan iemand van de kaart
raken. Het is een angstig idee dat het gevaar in jezelf zit. Zelf wil ze op
stevige grond staan, maar ze weet dat ze soms op drijfzand staat. Dat heeft ze
altijd gehad en dat heeft mogelijk met haar vader te maken die na een baan als
purser heel lang in een psychiatrische inrichting verbleef. De stress die dat
oplevert laat ze liever niet zien. Ze heeft in haar jeugd geleerd de zwakke
kant die verbonden was met haar vader, te verbergen, maar besefte dat dit haar
alleen maar zwakker maakte.
Van der Wielen merkt op dat het boek in een rustiger periode
geschreven is.
Beumer had nooit het idee om er een roman van te maken,
eerder zag ze er een documentaire in of een speelfilm. Ze had de tekst op haar
laptop staan die door een scenarioschrijver zou kunnen worden bewerkt, tot ze
na een burnout en een rustperiode bedacht dat ze zelf het scenario kon
schrijven. Omdat haar tekst de vorm had van een boek, besloot ze er een roman
van te maken, waarbij voorop stond dat het mocht mislukken, althans in het
begin.
Van der Wielen vraag naar haar vader die in haar roman een
held is.
Beumer antwoordt dat dit in werkelijkheid niet het geval
was. Haar vader was purser en een mooie man om te zien, maar een stoorzender in
het gezin. Later werd hij manisch depressief en na de scheiding in korte tijd
psychotisch. Haar vader werd met terugwerkende kracht steeds enger, maar in die
tijd konden ze er wel om lachen, bijvoorbeeld als hij, met zijn huisraad die
buiten gezet was, een altaar in de voortuin bouwde met een bosje bloemen voor
haar moeder erop. In het boek heeft ze haar jeugd min of meer herschreven. Zij
had nooit een goede relatie met haar vader en ging als tiener vaak het huis
uit.
Van der Wielen gaat in op raakvlakken met De gelukkige huisvrouw.
Beumer zegt dat haar boek in het verlengde daarvan ligt. In
beide gevallen is sprake van een afwezige vader. Dat is een universele thema,
waar veel kinderen mee te maken krijgen. In een later stadium hoorde ze dat hij
met haar als kind in de doucheruimte zat omdat stoom goed was tegen haar kroep
en dat vertederde haar weer. De lezers vinden dat het boek met liefde
geschreven is. Ze heeft haar verleden ook voor haar zussen gerelativeerd, die
ook in het filmvak zitten. Als kinderen al speelden ze toneelstukjes in de
verlaten oorden waar haar ouders buiten het seizoen op vakantie gingen.
Van der Wielen vraagt of ze een laatbloeier is.
Beumer noemt zichzelf geen laatbloeier omdat ze haar eerdere
werk in de reclame daarmee tekort zou doen. Rond haar veertigste kwam ze in een
crisis terecht omdat ze na een scheiding teveel alleen was en net als haar
vader vreesde gek te worden. Later kreeg ze ook nog een burnout omdat ze teveel
hooi op haar vork nam op filmgebied. De stilte na het verschijnen van haar boek
maakte haar gespannen, maar ze gaat werken aan een scenario van het boek voor
een film. Ze is het er met Van der Wielen over eens dat succes niet te vroeg
moet komen, maar moet slingeren.
Hier
het eerste hoofdstuk, gelinkt op de site Teiltjes
en tegeltjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten