Gewone man biedt geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen in
zijn leven
Afgelopen week verscheen de nieuwe roman Zij zullen denken dat we engelen zijn
van oud uitgever en journalist Bert Natter (1968). Hoofdpersoon Alfred Ellerau
wil op een terras iets gaan drinken met een vrouw die hij net heeft leren
kennen als er een aanslag wordt gepleegd. Het leven van Alfred verandert
daardoor voorgoed. Carolina Lo Galbo praat met Natter over de roman.
Lo Galbo merkt op dat de aanslag van een ander kaliber was
dan de vuurwerkramp uit Begeerte heeft
ons aangeraakt uit 2011.
Natter vertelt dat hij de aanslag zelf heeft bedacht. Hij
zag die in een nachtmerrie voor zich, noteerde die in zijn dagboek en op een
los blaadje. Hoewel hij al anderhalf jaar met een ander boek bezig was, wilde
hij daar toch iets mee en schreef in een week tijd het halve boek. Dat kwam ook
door de vertelstem van Alfred die meteen goed was. Alfred is iemand met een
beperkte blik, het tegendeel van een intellectueel. Als chauffeur op een busje
voor verstandelijk gehandicapten vindt hij structuur en houvast in het leven.
In een half jaar was het boek klaar. Het verhaal beklemde hem en er zit minder
humor in dan in Goldberg, waarin een
student zich afsluit van zijn eigen leven en zich verdiept in het leven van een
leerling van Bach. Voor Alfred is er, op het contact met de vrouw, geen enkele
vluchtweg mogelijk. In de roman is er een groot verschil tussen de feiten die
door de media worden opgelepeld en de ervaring van Alfred. De klap komt bij hem
later aan, ook omdat hij het verlies van zijn echtgenote nog niet verwerkt
heeft. Natter heeft het drama teruggebracht tot een periode van tien dagen.
Lo Galbo zegt dat het leven van Alfred niet vlot, dat hij
vast zit.
Natter antwoordt dat Alfred leeft met de rem erop, maar de
aanslag maakt daar een einde aan. Als vader van een verstandelijk gehandicapt
kind weet hijzelf zo’n beetje hoe het er in een busje aan toe gaat dat dit
soort kinderen vervoert. De chauffeurs zijn vaak werklozen die aangesteld door
de gemeenten om te besparen op de financiën, maar hebben wel een hele
verantwoordelijke taak. De baan past goed bij Alfred. Hij was ooit fotograaf
maar kan goed omgaan met zijn passagiers en ging in het boek vooral zijn eigen
weg.
Lo Galbo merkt op dat dit is wat de verbeelding met een
schrijver doet.
Natter antwoordt dat Alfred een gewone man is die de koers
van het boek bepaalt. Elke schrijver heeft zijn beperkingen, hijzelf vindt het
moeilijk om de intellectuele en kunstzinnige saus eraf te schrapen maar vond het
in dit geval toch belangrijk om zich helemaal te kunnen richten op het
innerlijk van Alfred en zijn sociale omgeving.
Lo Galbo vraagt waarom de vrouw Prunella heet.
Natter heeft die naam gevonden op een cd waarop een harpiste
speelde. Haar naam kreeg daarop nog meer betekenis omdat ze uit een familie van
fruittelers komt.
Lo Galbo vraagt of Zij
zullen denken dat we engelen zijn zwaar was om te schrijven.
Natter antwoordt dat de humor, zoals in bovenstaande
antwoord, toch wel aanwezig is. De aanslag uit het begin van de roman, moest
hij zelf ondergaan, waarbij hij niet zo ver ging als Marcel Möring, die zich
lichamelijk verbeeldt hoe zo iemand zo gevoeld moet hebben. Hij put vooral uit
zijn geheugen. Zijn beschrijving van Prunella die uit haar lichaam treedt,
klopte aardig met de werkelijkheid, merkte hij later.
Lo Galbo vraagt hoe het mogelijk is verder te lezen na zulke
verwoestende ervaringen.
Natter antwoordt dat Alfred van mening is dat zelfmoord een
cynische reactie zou zijn en dat hij daarom blijft leven. Het is aan de lezer
te bedenken hoe het met hem en Prunella verder gaat.
Hier
een leesfragment op de site van Athenaeum Boekhandel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten