Schaken levert zelfvertrouwen op
Magnus Karlsen (1990) is op het ogenblik weer volop in het
nieuws vanwege het Tata Steel Chess tournament, vroeger bekend als het
Hoogovens Schaaktoernooi, dat in IJmuiden wordt afgewerkt. De één jaar oudere
Noorse filmmaker Benjamin Ree maakte een boeiend portret over hem, waarin de
mens achter de inmiddels 27 jarige schaker, die als jongste ooit wereldkampioen
werd, volop in beeld komt.
Ree begint met het wereldkampioenschap in 2013 in Chennai,
de geboorteplaats van Vishy Anand, die op dat moment al vijf jaar
wereldkampioen is en uitgedaagd wordt door Karlsen. In het laatste deel van de
documentaire wordt uitgebreid stilgestaan bij de tweestrijd, maar eerst buigt
Ree zich over de vraag hoe het allemaal begonnen is.
Daartoe wendt hij zich tot de vader van Magnus die vanaf het
begin zijn begeleider is. Op het moment dat Magnus vier jaar oud was, maakte
hij zich bezorgd over de ontwikkeling van zijn zoon, die op lichamelijk gebied
weinig presteerde en vaak in gedachten verzonken was. Hij kon veel heel
concentratie een Lego trein in zes uur in elkaar zetten en lag daarna lang naar
het plafond te staren. Nadat hij zich verdiept had in een boek met vlaggen van
de hele wereld ontdekte de vader dat Magnus vooral goed relaties kon leggen,
waarop hij vermoedde dat hij ook wel eens een goed schaker zou kunnen zijn.
Deelname aan deze sport gaf de jongen meer zelfvertrouwen.
Hij ging op een intuïtieve manier om met de oneindige mogelijkheden die het
spel biedt en werd in 2004, op dertien jarige leeftijd, kampioen van Noorwegen.
Vanaf dat moment reisden vader en zoon veel naar toernooien, waarbij Magnus
zich ten doel stelde om wereldkampioen te worden. Door de vele reizen werd hij
op school gepest vanwege zijn bijzondere gave. Gelukkig had hij zijn zussen,
met wie hij heel goed kon opschieten.
Boeiend is de partij in 2004 in IJsland tegen Gary Kasparov
in het kader van het kandidatentoernooi om te zien wie de wereldkampioen mocht
uitdagen. Kasparov wordt steeds moedelozer en de remise is voor Magnus een
positieve ervaring. De Mozart onder de schakers wordt steeds populairder en
wint veel prijzen, onder andere in Harvard na een simultaan wedstrijd met een
blinddoek om. Na de wedstrijd is hij niet te beroerd om voor een van zijn
tegenstanders alle zetten nog even op papier te zetten. In zijn hoofd is hij
altijd met schaken bezig. Tijdens een kandidatentoernooi in Londen komt hij
zwaar onder druk te staan. De intuïtie werkte niet. Het is als een taal die hij
eerder vloeiend sprak maar waarvan hij opeens de woorden niet meer kan vinden.
Door een verlies van zijn opponent Kramnik plaatst Magnus toch voor de
tweestrijd tegen Anand. Hij is uitgeput en zegt dat het gemakkelijker is om
zijn demonen niet dan wel te delen. Schaken is een eenzaam beroep aan de top.
In de partij tegen Anand komt Karlsen tegen een speler te
staan die bekend staat als een computerspeler en samen met zijn helpers alles
uitdenkt en zich heel goed voorbereid. Karlsen is op trainingskamp waar hij ook
veel aan andere sporten doet. In Chennai is hij bang om een domme opening te
doen, waardoor hij niet meer aan de bak komt, maar na enkele remises weet
Karlsen zich op te richten en Anand in het nauw te brengen. Zijn vader had
begrepen dat zijn zoon vooral gebaat is met ontspanning in de gezinssfeer en
dat heeft inderdaad een goed effect op Magnus. Het wereldkampioenschap maakt
dat hij met veel zelfvertrouwen de wereld in kijkt en relaties aangaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten