Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 4 januari 2018

Gloria Wekker over Witte onschuld, De Correspondent, 30 december 2017


Seismograaf van raciale veranderingen niet gerust over de toekomst

In het kader van het verschijnen van haar boek Witte onschuld (2017) praat Lex Bohlmeijer van De Correspondent met cultureel antropologe Gloria Wekker (Parimaribo, 1950). Zij voorziet de discussie over racisme en de blanke superioriteit, zoals bijvoorbeeld aangekaart werd door Sunny Bergman in haar documentaire Wit is ook een kleur (2016), van een theoretische ondergrond.

Bohlmeijer begint over de storm die opstak na het verschijnen van haar boek. Die geeft aan dat Nederland er blijkbaar nog niet aan toe is het rassenprobleem onder ogen te zien.
Wekker zegt dat zij er zowel positieve als negatieve reacties op kreeg. Die laatsten duiden op onpeilbare putten in de Nederlandse cultuur, maar bevestigen tegelijk haar diagnose. Die gaat uit van een diepe ontkenning van het probleem, dat ons vraagt wie wij zijn en welke waarden we aan verschijnselen en gebeurtenissen toekennen.

Bohlmeijer noemt verdringing het sleutelwoord in haar beschouwingen.
Wekker antwoordt dat wij op deze manier ons zelfbeeld proberen te handhaven. We hechten aan onze onschuld en vinden dat een boodschapper van onwelgevallig nieuws diens mond moet houden. De blanke, die door het systeem systematisch bevooroordeeld is, wordt boos als zijn positie ter discussie gesteld wordt, zoals we zien in de ophef rond Zwarte piet. Die lijkt wel steeds erger te worden.

Bohlmeijer vraagt of we op de sofa moeten.
Wekker denkt van wel. Er zijn vele terreinen waarop de kwestie zich voordoet.

Bohlmeijer noemt een foto in het boek uit 1952 waarin haar familie te zien is als ze net in Amsterdam gearriveerd zijn met verwonderde blanke dames op de achtergrond.
Wekker zegt dat de foto het tijdsbeeld weergeeft. De kinderen met de afro-kapsels werden gezien als poppen. Dat staat tegenover de hardheid waarmee Ayaan Hirschi Ali in 2006 door Rita Verdonk uit de Tweede Kamer gezet werd. Wekker ziet zichzelf als een seismograaf van de veranderingen die gaande zijn.

Bohlmeijer begint over de receptie van White innocence (2016) die ertoe leidde dat Wekker een extra hoofdstuk toevoegde in de Nederlandse vertaling , ook over de methoden die zij in haar onderzoek gebruikte.
Wekker antwoordt dat ze niet de gebruikelijke positivistische methoden hanteerde maar als een antropoloog met een kwalitatieve methode de toestand analyseerde.

Bohlmeijer vraagt naar de postkoloniale melancholie die wij zouden hebben vanwege het verlies van onze koloniën.
Wekker wijst erop dat materiële en mentale aspecten van het bezit van de koloniën ons in een voordelige positie gebracht hebben en dat de betekenis van het verlies daarvan nader onderzocht zou moeten worden opdat we niet in onze trots blijven hangen.

Bohlmeijer noemt de uitingen van Pim Fortuyn die de islam achterlijk vond maar de moslimjongens wel opwindend als voorbeeld van de superieure positie.
Wekker zegt dat deze uitspraak nooit nader tegen het licht gehouden is en dat die de ideeën over seksualiteit in de koloniën weerspiegelde. Veel nakomelingen uit het concubinaat zijn daarvan de dupe geworden. Het idee speelt nog steeds en maakt dat eerdere middengroepen onbeschaamd deze visie uitdragen. Ze vindt dit een verontrustend verschijnsel en gaat in op de term cultureel archief, afkomstig van Edward Saïd, die het overgeleverde reservoir aan kennis en gevoelens met een raciale grammatica omvat. Dit onbewuste reservoir was er verantwoordelijk voor dat de joden weggevoerd werden en als we niet uitkijken gebeurt straks hetzelfde met de moslims. Baudet speelt met zijn onuitgesproken bloed en bodem theorieën op deze gevoelens in en bindt daarmee jongeren aan zich die weinig historisch bewustzijn hebben. Het is nodig een alliantie te vormen van groepen om dit soort kwaad te bestrijden. Ze gebruikt de term intersectionaliteit om aan te geven dat alle assen van verschil tegelijk werkzaam zijn en elkaar bepalen. Ze kwam aan dit begrip naar aanleiding van een toespraak die een zwarte Amerikaanse in 1853 hield rond het vrouwenkiesrecht en daarbij de vraag stelde of zij zelf dan geen vrouw was. Soms moet men inde strijd tegen racisme een stapje terugdoen om een ander verschil de voorrang te geven. Daarbij is het nodig dat men over zijn eigen schaduw kan springen. Dat vereist wel een groter blikveld.

Hier mijn bespreking van Wit is ook een kleur, hier een bewerkte versie van het extra hoofdstuk uit de Nederlandse vertaling van haar boek in NRC.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten