Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 8 juli 2014

Technologie, moraal en medische wetenschap, Het filosofisch kwintet, 6 juli 2014



Het medisch industrieel complex aast op winst

Drie gasten buigen zich zoals gewoonlijk samen met Clairy Polak en side-kick Ad Verbrugge over de vraag naar de morele implicaties van de medische technologie. Het zijn de filosofen Peter Paul Verbeek, Marli Huijer (de laatste op de rug gezien, de eerste daarachter en profil, beiden terug van weggeweest) en Ghislaine van Thiel.

Clairy opent met de vraag of we gelukkig moeten zijn met de pleisters of polsbandjes, die ons informatie geven over lichaamsfuncties als slaap, beweging en calorieverbruik. Met sms-jes kun je jezelf zelfs boodschappen geven bijvoorbeeld om te gaan slapen. Ad was de gebeten hond en vertelt over het polsbandje dat hij de afgelopen week droeg. Uiteindelijk is zoiets niet aan hem besteed, omdat het bandje gemakkelijk vergeet om te doen.
Marli vindt het middel democratisch. Iedereen kan het gebruiken en er zijn voordeel mee doen. Peter Paul is het met haar eens maar zegt dat de gegevens niet neutraal zijn en een interpretatiekader behoeven. Volgens Ghislaine is zoiets lastig te realiseren. De relatie met gezondheid is niet duidelijk. Ad vreest dat men een project van het lichaam maakt. Peter Paul stelt daarop dat men het ook kan bezien in een ascetische traditie, waarin men hard aan het lichaam werkt. Ghislaine zegt dat daar geen app voor nodig is.

Clairy vraagt of men verplicht is het gedrag aan te passen als de app dat vraagt.
Marli ziet het meer als een recept, waarvan men de ingrediënten zelf kan samenstellen. Peter Paul vindt het belangrijk kritisch met de app om te gaan. Ghislaine denkt dat zoiets niet gemakkelijk is. Ad meent dat men niet meer luistert naar het lichaam maar naar cijfers, maar Marli heeft daar geen bezwaar tegen: kwantificering staat kwaliteit niet in de weg.

Clairy vraagt of mensen zich terecht veiliger voelen door de app te gebruiken.
Peter Paul zegt dat de app zelf een idee over gezondheid heeft die niet hoeft te corresponderen met de overtuiging van de gebruiker, bijvoorbeeld over de vraag wat een goed leven is. Ghislaine waarschuwt dat het gebruik van diepergaande medische technologie onnodige gevaren met zich mee kan brengen, zoals door het laten verrichten van een coloscopie. Marli vindt het lastig worden als de overheid zelf technologie aanbiedt, zoals nu gebeurt rond darmkanker. De kosten baten analyse staat haaks op de eigen verantwoordelijkheid om goed voor het eigen lichaam te zorgen. Ad vraagt zich af of mensen dit soort onderzoeken toch niet willen, maar Marli zou, als het om ziektepreventie gaat, er de voorkeur aan geven dat men zelf aandacht aan het lijf besteedt. Ghislaine is het met haar eens dat de laatste vorm van preventie ook minder schadelijk is dan onderzoeken, maar dat die zich buiten de gezondheidszorg afspeelt, bijvoorbeeld - denk ik - door het aanleggen van speelveldjes in steden of het verhogen van de btw op vlees (Marli), omdat die darmkanker veroorzaakt.

Clairy stelt de vraag naar het goede leven.
Peter Paul denkt dat we een balans moeten vinden tussen kosten en baten, dat we dienen te accepteren dat ziekte een natuurlijk risico is en dat we op het eind allemaal dood gaan. Ad acht vraag belangrijk wie bepaalt wat een goed leven is, de overheid of het individu. Volgens Marli leeft de onderklasse het meest ongezond, maar is dit een rationele keuze vanwege de minder goede toekomstverwachting. Ghislaine maakt uitzonderingen wat betreft dikke kinderen en vanwege het kennistekort bij veertig procent van alle volwassenen. Clairy vraagt of de overheid preventieprogramma’s moet uitvoeren. Marli stelt dat hoger opgeleiden hun ideaal opleggen aan de onderklasse.

Clairy gaat een stapje verder en richt zich op medische behandeling.
Peter Paul zegt dat men wordt behandeld tot de financiële grens bereikt wordt. De race tegen het uitdrijven van de dood is onhaalbaar en stelt ook zijn grenzen.
Marli merkt op dat ook de sociale rechtvaardigheid in het geding is. Geld kan maar een keer worden uitgegeven, aan dure hartoperaties óf aan preventieprogramma’s. Volgens Ghislaine moet een arts nadenken over de vraag naar de effectiviteit van nieuwe technologie. Is die wel beter dan oude instrumenten? Ad komt op de proppen met het begrip medisch industrieel complex en geeft aan dat er enorme belangen gemoeid zijn om de technologie in de gezondheid te vergroten. Het gaat om een manier van leven en denken waarbij de techniek het ultieme antwoord is. Sinds 1990 zijn de kosten voor gezondheidszorg verviervoudigd. Peter Paul zegt dat medische technologie, anders dan medicijnen, te snel op de markt verschijnen. Het is de kunst om existentieel te experimenteren met de nieuwe technieken. Marli zegt dat nieuwe ethische vragen gesteld worden omdat we langer leven.

Clairy vraagt of de technologie ons autonomer maakt.
Ghislaine merkt op dat techniek iets met je doet wanneer je het als middel gebruik, waardoor de autonomie kan afnemen. Peter Paul vreest dat we minder autonoom zijn dan we denken. Ghislaine vindt weinig bewijs voor de stelling van de overheid dat we autonomer worden als we langer thuis blijven wonen en wil graag het beëindigen van een behandeling bespreekbaar maken. Marli stelt dat we in Nederland hierover een voortgezet debat voeren. Ghislaine vreest de macht van het medisch complex, dat baat heeft bij doorbehandelen en het etiketteren van psychische stoornissen, want die moeten dan weer medicatie hebben.

Clairy vraagt naar de conclusie van het gesprek.
Peter Paul vindt dat de cliënten beter moeten worden toegerust om met apps om te gaan. Het is een onderdeel van burgerschapskunde en leidt tot volksverheffing. Ghislaine zegt dat zwaarlijvigheid niet door een polsbandje kan worden voorkomen. Daarvoor is meer nodig. Mari is wel enthousiast over de polsbandjes omdat mensen daarmee zelf meer grip krijgen op hun leven. Ze kunnen zich daardoor ook met anderen verenigen en een soort patiëntengroepen vormen. Ad maakt onderscheid tussen technologie als middel en onze morele verhouding ertoe. Dat laatste hangt samen met onze gewoonten, vorming en kennis.

Zelf denk ik dat kennis van het eigen lichaam nog wel iets meer is dan het toepassen van cijfers. De mens is nu eenmaal geen machine. De vraag is of we in onze rationele maatschappij niet meer behoefte hebben aan intuïtieve kennis. Zelfs al komt de vraag naar techniek bij het individu vandaan.   

    

   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten