Tien herontdekkingen voor deze zomer in uw boekhandel
Schwob is vernoemd naar de Franse schrijver Marcel Schwob
die contacten onderhield met vele andere auteurs en gold als een kenner van de
wereldliteratuur met een voorkeur voor het marginale of vreemde. Volgens initiator
Alexandra Koch is een Schwobtitel dan ook een heel goed boek uit de afgelopen
eeuw dat in vergetelheid is geraakt. Het motto Ken uw klassiekers moet met een knipoog verstaan worden. Dit eerste
Schwobfest is geen hype, maar zal elk half jaar opnieuw gehouden worden. In de
winter volgen tien nieuwe herontdekkingen, zegt ze in haar inleiding. Casper Luckerhof van Kennemer Boekhandel kondigt vervolgens de
tien ambassadeurs aan die ieder gedurende vijf minuten hun herontdekking zullen
aanbevelen, pitchen zoals dat tegenwoordig heet.
De Vlaamse schrijver Ivo Victoria vertelt zeer bevlogen over
Knut Hamsun. Zijn roman Zwervers (1927)
heeft hij nog niet gelezen omdat het een dik boek is en hij daar in de vakantie
rustig de tijd voor wil nemen. Hij leest enkele typerende zinnen voor uit Pan en vertelt waarom Hamsun tijdloos is:
de intense personages tegen de achtergrond van de periode van industrialisering
passen net zo goed in onze tijd waarin we opnieuw voor een periode van
omwentelingen staan.
Rusland kenner Michel Krielaars zegt dat wie van Tolstoj
houdt en van epische romans, zeker De
Thibaults van Roger Martin du Gard moet lezen. Daarin wordt de tijd van het
opkomende socialisme geschetst aan de hand van een familie met een tirannieke
vader en twee zoons die tegen hem in verzet komen. Krielaars noemt De Thibaults psychologisch nog beter dan
Oorlog en vrede van Tolstoj. Het boek
kent een enorme diepgang en is geschreven in gemakkelijk Frans, voor wie die
taal wil oefenen. Aan het eind van dit eerste deel staat de mooiste sterfscène die
Krielaars ooit las. Volgend jaar verschijnt het tweede deel.
Hervertaalster Rebecca Wilson zingt samen met haar close
harmony groepje Cherry Delight het
lied Sweet cider time, dat mooi past
bij de sfeer van Het bloeien van de
avondwinde van Jetta Carleton. De roman speelt zich begin 1900 af in het
agrarische Missouri, waar seksuele behoeften en maatschappelijke verwachtingen
ver uiteen liepen. Carleton vertrok naar New York waar ze reclames maakte voor
zeep, maar ging in de zomer terug naar de boerderij van haar ouders. De roman
is een soort Het kleine huis op de
prairie maar dan met een mooie stijl en een fraaie twist op het eind.
Redacteur Koos Hageraats prijst Niels Lyhne (1880) aan van de Deen Jens Peter Jacobsen vanwege diens
verbeeldingskracht, ironie en de kennis die men opdoet over zichzelf en anderen.
Het boek gaat over een jongeman die niet weet wat hij met zijn leven aan moet
en is wat dat betreft tijdloos. Jacobsen schreef het op 33-jarige leeftijd en
overleed vijf jaar later. Na de eerste tien pagina’s waarin de moeilijke verhouding
tussen de ouders van Niels uit de doeken wordt gedaan, hangt de lezer, want hij
wil weten hoe Niels zich gaat ontwikkelen: als kunstenaar zoals zijn moeder wil
of als burgerman die zijn vader van hem wil maken?
Boekhandelaar Ronnie Terpstra, bekend van De Wereld Draait Door, pitcht Naar de haaien van Erich Kästner. De
werkloze Jakob Fabian doolt in de jaren dertig door het armoedige decadente Berlijn.
De zinnen trekken de lezer naar binnen. Kästner trekt ook zijn personages zijn
eigen werkelijkheid in, zoals de moeder die eerst alleen in brieven
geportretteerd wordt maar daarna in levende lijve verschijnt. Het eind komt als
een mokerslag, niet in de laatste plaats omdat er nog enkele niet door Terpstra
voorziene nawoorden volgden. Een blijvende herinnering, zegt Terpstra.
Redacteur Michel van de Waart vindt het jammer dat Koos van
Zomeren niet in zijn plaats pitcht, want Mario Rigoni Stern en Van Zomeren
staan beiden dicht bij de natuur en nuchter in het leven. Van Zomeren
kenschetste Sergeant in de sneeuw, dat
over de ervaringen van een Italiaanse sergeant in de Tweede Wereldoorlog gaat, als
imponerend op een manier die niet wil imponeren. Rigoni Stern was een vader
voor zijn manschappen en had respect voor de vijand. Eenmaal weer thuis schreef
hij op een zintuiglijke manier over zijn ervaringen. Primo Levi vond de roman
geweldig en wilde het liefst een kerst samen met Rigoni Stern doorbrengen in
een berghut in de sneeuw.
Vertaler Rob van der Veer zag Kroniek van Perdepoort van de Zuid-Afrikaanse Anna Louw (1913-2003)
in de kast staan. Na lezing slaakte hij drie zuchten: van bewondering,
verwondering en van verbazing dat de roman nooit was vertaald. De vierde zucht
kwam tijdens de vertaling. De roman gaat over trotse Boeren die op hun boerderij
Perdepoort begraven liggen, maar vanwege uitbreiding van het bedrijf herbegraven
moeten worden, hetgeen uitdraait op een ramp. Louw vertelt het verhaal met doem
en absurdisme. Het boek bevat daarnaast ook een geheime code die, als men die
mist, op te vragen is bij de vertaler. Die sluit af met: Lezer, kijk in de
spiegel en lees dit boek.
Schrijver Joubert Pignon zegt dat literatuur geen gezellig
vriendje is maar ons de ogen opent voor wat wij niet willen zien. Bill, Kevin,
Edward, Hubert, Henry, Clem en Dan wonen in de grote stad met Sneeuwwitje. Ze
slijten hun dagen met het maken van babyvoeding en het wassen van de gebouwen –
en af en toe een wip onder de douche. De hervertelling Sneeuwwitje (1965), het romandebuut van Donald Barthelme (1931-1989) zet de lezer op het verkeerde
been, net als het recept voor mayonaisesoep van Pignon.
Vertaler Peter Bergsma spreekt Graham Greene direct toe over
zijn roman Een opgebrand geval. Greene
muntte met die titel de term burn-out. De roman gaat over een leprakolonie in
Congo. Mensen worden er opgevreten door de ziekte en een beroemd architect
heeft geen zin meer in zijn werk en in vrouwen. Het katholicisme speelt een
belangrijke rol in het boek. Greene bekeerde zich ertoe om met zijn geliefde Vivien
te trouwen, maar bleef een agnost met twijfels. Bergsma roemt de schitterende
stijl en het parabolische slot van de roman.
Criticus Arjen Fortuin vindt het jammer dat hij maar vijf
minuten heeft om te vertellen over Een
dwaze maagd van Ida Simons. Hij toont het laatste boekenkatern van NRC met
daarin een artikel van Jessica Voeten waarin Marga Minco tijdens een
prijsuitreiking een ring met een parel krijgt van een onbekende vrouw. Dat was
Ida Simons, die pianiste wilde worden maar vanwege haar zwakke gezondheid na
haar kampervaringen, een literaire carrière begon, waar ze uiteindelijk ook lichamelijk
te zwak voor bleek. Een jaar na publicatie van Een dwaze maagd overleed ze. Fortuin roemt de muzikale toon van de
roman zoals in de zin: Op zon- en
feestdagen vochten mijn ouders als kat en hond. Een boek om zin voor zin te
lezen.
Een mooi initiatief van het Letterenfonds.
Een mooi initiatief van het Letterenfonds.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten