Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 1 juli 2014

Technologie, moraal en economie, Het filosofisch kwintet, 29 juni 2014



Veel onzekerheid over onze economische toekomst

Voor de vraag naar de morele implicaties van de snelle technologische veranderingen in de economie schuiven historicus en medewerker van De Correspondent Rutger Bregman, hoogleraar maatschappijwetenschappen en daarnaast lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Peter van Lieshout en als derde filosoof Haaron Sheikh (zie foto) bij Clairy Polak en Ad Verbrugge aan. Zoals Clairy ten overvloede nog eens zegt: niet voor een twistgesprek maar met een luisterend oor.

Het voorbeeld gaat vandaag over de discrepantie tussen een bedrijf als Kodak met 154000 medewerkers dat uit de markt gedrukt werd door Instagram met dertien medewerkers.
Van Lieshout spreekt van een trend die ook zichtbaar is in het post- en bankwezen. In de Gouden Eeuw werd Nederland groot door een technologische revolutie in de landbouw en de ontwikkeling van de zaagmolen.
Sheikh vindt het zorgelijk dat het middenkader verdwijnt. De spierkracht in de landbouw werd vervangen door machines en creëerde ruimte voor nieuwe sectoren, zoals de dienstverlening.
Bregman zegt dat er altijd al banen verdwenen door de technologie, inmiddels de denkkracht, maar betreurt dat niet. Het is op de eerste plaats een politiek vraagstuk.
Verbrugge herinnert aan Marx die voorstander was van het vrijkomen van onze natuurgebondenheid en ziet dat de klassieke economische theorie aan het schuiven is gegaan. Het kapitaal tendeert altijd naar innovatie, inmiddels langs de weg van consumptiegoederen zoals smartphones, maar ook in het productieproces zelf door creatieve destructie. Het is de vraag of arbeid alleen verplaatst wordt of dat er iets anders aan de hand is.

Polak vraagt in hoeverre de kenniseconomie de oplossing is, zoals vaak wordt beweerd.
Van Lieshout zegt dat in de VS veel banen worden afgewaardeerd en dat daardoor de inkomensverschillen groter worden. In Nederland valt dat nog mee, vanwege onze betere sociale structuur, maar we lijken die kant ook op te gaan. Innovaties in de ict gaan erg snel. Hij bepleit een loskoppeling van de verhouding tussen werk en inkomen.
Sheikh herinnert aan internetinitiatieven als uber.com en RB&B, die de gevestigde taxi bedrijven en hotels uit de markt prijzen. Wellicht wordt werk iets projectmatigs, uitgevoerd door zzp-ers en niet door vaste medewerkers in bedrijven.
Bregman merkt op dat werk de kernactiviteit vormt van de moderniteit en dat het dus knelt als men werkloos wordt of een lousy in plaats van een lovely job heeft. Het basisinkomen zou een manier zijn om te voorkomen dat er door de robotisering twee soorten burgers ontstaan, met en zonder werk.
Verbrugge stelt vast dat door de systeemcrisis de arbeidsverhoudingen zich wijzigen en dat het de vraag is of de huidige economische orde kan blijven bestaan.

Polak vraagt of we ons aan de gegeven ontwikkeling dienen aan te passen.
Van Lieshout meent dat het onderscheid tussen leren en werken minder duidelijk wordt.
Sheikh ziet dat bezit een ander karakter krijgt. In plaats van privébezit gaat men delen, zoals een auto.
Bregman waarschuwt dat er harde machtsvragen in het geding zijn, zoals de vraag wie de robots bezit.

Polak wil iets positiefs horen.
Van Lieshout vindt het goed nieuws dat de techniek het leven veraangenaamt. Inmiddels werken meer mensen minder uur. Banen die locatiegebonden zijn, zoals in de zorg en het onderwijs kunen niet verplaatst worden. In Zweden heeft men een transitiefonds ingesteld dat helpt bij de verandering van werk. Helaas hebben de overheden na de Tweede Wereldoorlog moeite met de vraag wat een goed leven is.
Sheikh wil kijken naar de aanbodzijde. Door producten goedkoper te maken krijgen meer mensen daar toegang toe. Er moet een ander organisatieprincipe komen buiten markt en overheid. De meent, in het Engels The commons, vormt een alternatief op coöperatieve leest geschoeid. Het vraagt een experimentele houding om de transitie goed te begeleiden. Daartoe dient de overheid niet in een verbodsreflex te schieten.
Bregman vindt dat het onderwijs moet opleiden voor het leven en het omgaan met de vrije tijd. Hij denkt zelf dat we korter moeten werken en meer moeten participeren. De wereld wordt geregeerd door ideeën. We moeten voorkomen dat we twintigste eeuwse oplossingen bedenken voor eenentwintigste eeuwse problemen.
Verbrugge brengt net als in een eerdere uitzending nog eens de economie als de orde van het huis in.
Alle opgesomde ideeën wijzen erop dat het probleem veel kanten heeft, dat er we in een overgangsfase zitten en dat er veel onzekerheid is over onze economische toekomst.

Hier een interview met Peter van Lieshout onder de titel Het roer moet om in Nederland, gehouden in november j.l.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten