Over het verschil tussen een uitvoering op de fortepiano en een concertvleugel.
Pianist Ronald Brautigam (Amsterdam, 1954) speelt op
allerlei locaties, van concertzalen tot achterkamertjes. Die vragen om andere
piano’s, te weten een concertvleugel of een fortepiano. De fortepiano werd, zo
lees ik in de begeleidende informatie, gebouwd door de Italiaanse
instrumentenbouwer Bartolomeo Christofori en veroorzaakte een revolutie in de
muziek omdat daarop, anders dan op het spinet of het klavecimbel, harder en
zachter gespeeld kon worden. Mozart maakte daar goed gebruik van.
In Kortenhoef speelt Brautigam Appasionata van Beethoven in
een kerkje op een fortepiano van rond 1840. In die tijd speelde Schumann daarop
ook graag werken van Beethoven, vertelt hij. Ieder instrument levert een ander
effect op. Beethoven had zijn werk bedoeld als kamermuziek op de fortepiano. Omdat het rechterpedaal in
het kerkje niet werkt zal hij dat in zijn hoofd moeten compenseren, maar daar
maakt hij zich niet druk over. De interviewer vraagt hem tijdens in de
wachtkamer of de eenzaamheid niet groot is, maar Brautigam kijkt uit over een
kerkhof en zegt dat het altijd erger kan. Hij doet vaak een cryptogram en is in
ieder geval niet zenuwachtig. Terwijl het publiek de zaal in komt wordt het
pedaal alsnog gerepareerd.
Later vertelt hij achter de piano dat weinig componisten zo
geniaal waren als Beethoven. Dat is door zijn hele werk heen te horen, zoals in
het beginaccoord van de Pathetique. Brautigam heeft eerst twintig jaar lang
deze sonate van Beethoven op het verkeerde instrument gespeeld, namelijk op een
vleugel terwijl het voor een fortepiano bedoeld was. Hij speelt een gedeelte
van de Pathetique maar zegt daarna dat zijn vinger in het ijs moet vanwege een
ingescheurde nagel.
De documentaire concentreert zich verder rond het verschil
tussen een uitvoering van het 22ste pianoconcert van Mozart op een
authentieke fortepiano en een concertvleugel, respectievelijk met een
kamerorkest in Keulen en met het Radio Filharmonisch Orkest in het
Concertgebouw in Amsterdam onder leiding van Michael Schonwandt. De uitvoeringen
spelen zich af in de kersttijd van het vorig jaar. Keulen is in de ban van de
kerstmarkten maar Brautigam zit daar ver vandaan in een hotel met uitzicht op
het Funkhaus WDR. Het concert in de grote zaal van het Concertgebouw op 15
december j.l. wordt in zijn geheel uitgezonden. Daar is juist een vleugel nodig
om de ruimte te kunnen vullen.
Brautigam houdt het meest van componisten als Beethoven,
Haydn en Mozart. Hun eenvoud duidt niet op een emotioneel tekort, maar op fijnzinnigheid.
Beethoven was zeer onder de indruk van Mozart en ook Brautigam raakt nooit op
hem uitgekeken. Hij wil zijn composities in zijn geest spelen. Hij laat horen
dat eerdere, langzame bewerkingen tegenwoordig afgekeurd zouden worden.
Beethoven op een vleugel geeft een diffusere klank en klinkt meer als Mahler. Hij
speelt voor dat Mozart zuchtende noten bedoelde en geen gladde.
Op het conservatorium genoot Brautigam van de muziek. De
term carrière was in die tijd een besmet begrip. Het ging om het plezier, ook
na de lessen in het café. Hij heeft veel samengespeeld met Jaap van Zweden, die
wel voor een topcarrière koos. Brautigam zegt dat hij weinig ego heeft en dat hij
het niet zou kunnen opbrengen steeds hetzelfde stuk te spelen. Hij zoekt
diepgang en wil niet dat zijn spel werk wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten