Dromerig verhaal over een mislukte mode-ontwerpster die haar
Zeeuwse dorp ontgroeid is
Zeven pogingen om een
geliefde te wekken speelt zich af op het Zeeuwse eiland Voorne -Putten. In
een dorp op de eiland, dat onder de rook van Rotterdam en boven
Goeree-Overflakkee ligt, woont hoofdpersoon Lioba Hoogenboom in bij haar muziekminnende
opa, omdat haar moeder na de dood van haar man de opvoeding niet aan kon. Ze wil
de modeacademie gaan doen maar krijgt daar geen plaats toegewezen. Ze werkt
daarom in het zeepjesmuseum van een oudere drogiste, Neeltje Wiekhart. Deze
laatste mevrouw laat in het verhaal regelmatig van zich horen.
De roman begint op de jaarlijkse rommelmarkt in het dorp.
Lioba loopt er rond maar voelt zich er niet prettig te midden van de
dorpelingen.
‘Ze werd er doodziek
van dat iedereen haar nastaarde alsof ze van het andere eiland kwam, of nog
erger: uit de stad.’
Haar leeftijdsgenoten zijn sinds hun lagere schooltijd niets
veranderd. Zij koopt een lp en een scheepje in een fles. Als ze op de boerderij
komt van haar grootvader Brok Roos, vindt ze een afwijzing van de modeacademie
op haar sollicitatiebrief. In de steek gelaten loopt ze naar de oever van het eiland vol rietvelden en
slik, waar ze later in een comateuze toestand door een agente wordt gevonden en
overgebracht naar de boerderij van haar opa.
Na deze eerste kennismaking met Lioba, die daarna lang in
coma blijft, neemt Neeltje het stokje van haar over. Ze is een oude vrouw met
een sterke doodswens. Haar leven is niet gemakkelijk geweest. Ze was in haar
jeugd verliefd op Hanna, de al wat oudere vrouw van de dominee, maar kon haar
niet bereiken. Helemaal niet toen Hanna naar Egypte vertrok. Wel schreven de
vrouwen elkaar hartstochtelijke brieven, die ze nog steeds met pijn in het hart
leest. Later belanden de brieven bij Lioba, die van haar lethargie herstelt
door ze lezen.
Behalve Lioba en Neeltje horen we over de tragische
gebeurtenis van de dokter, een prachtig type dat graag tantra beoefent maar
geen vrouw kan vinden op wie hij zijn erotische kunsten kan toepassen. Als hij door
de agente naar de boerderij van Roos wordt geroepen, voert hij intieme
handelingen op Lioba uit. Verder zijn er nog een vrijgezelle buurman, die
boert, in zijn vrije tijd graag acteert en een vracht erotische lectuur vindt
in het water, een inbrekende administrateur, een wat sneue geadopteerde Sri
Lancaanse verpleegster, de jonge archeoloog Ramses, een vroegere vriend van Lioba, en andere dorpelingen, die Lioba
tot leven proberen te wekken.
Sfeervol is het zeker, dit dromerige verhaal over een mislukte mode ontwerpster
die haar Zeeuwse dorp ontgroeid is. De moeite van de dorpelingen om tot de
afwezige Lioba door te dringen, te beginnen met haar grootvader die muziek voor
haar opzet tot Ramses die haar het water in sleurt, intrigeert. Fraai zijn ook
de suggestieve tekeningen, die Riem heeft meegegeven aan elk hoofdstuk. De vrouw op de omslag doet denken aan Doornroosje, al wordt Lioba niet wakker
gekust door een knappe prins maar door liefdesbrieven. De vele schijven waarover het geconstrueerde verhaal loopt, met
dorpelingen die niet allemaal zo sterk geportretteerd worden als de
dokter,
maken dat het af en toe aan stuwkracht verliest. Dat gebeurt ook omdat
de
tekst hier en daar wat langdradig is: gesprekken worden af en toe wat te
ver
doorgevoerd, zoals tussen de inbreker en Neeltje; datzelfde geldt voor
de overpeinzingen
van Ramses.Het is tenslotte toch de constructie die niet helemaal overtuigt, maar dit is dan ook nog maar een debuut.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten