Zijn is een gevaarlijk werkwoord.
Fouad Laroui woonde twintig jaar in Marokko voordat hij in
Parijs ging studeren. Later woonde hij in Engeland en vervolgens kwam hij naar
Nederland. Hij doceerde milieuwetenschappen aan de VU en Frans aan de UvA. Poldermarokkanen
kwam eerst in Frankrijk uit omdat hij in het Frans schrijft en denkt. Hij is
tweemaal genomineerd voor de Prix Goncourt. Hij leest graag de Franse
verlichtingsfilosofen, omdat ze helder en analytisch denken over de mens, over
het belang van individuele - en gewetensvrijheid. Het is van belang na te
denken over wie we bent, zegt Laroui.
Op de vraag van Wim Brands of de Fransen de Nederlandse
Marokkanen begrijpen, zegt Laroui dat men in Frankrijk het republikeins idee huldigt dat
iedereen een burger is. Het is ongebruikelijk te denken in termen van etnische
gemeenschappen. Isabelle Adjani heeft een Algerijnse vader en een Duitse
moeder, maar wordt als een echte Francaise gezien.
‘Dat is de theorie,’ zegt Brands. Hij haalt een voorbeeld
aan over een neef van Laroui die geschiedenis studeerde in Parijs, maar daarna
op zijn bed lag te blowen. Laroui zegt dat hij vanwege zijn moeilijke naam geen
baan kon vinden, maar dat hij inmiddels een pizzakoeriersbedrijfje runt en dat
het goed met hem gaat.
Brands vraagt hem naar zijn ervaringen toen hij in 1990 naar
Nederland kwam.
Laroui zegt dat het na 2001 niet meer leuk was om een
Marokkaan in Nederland te zijn. Daarvoor kende de Marokkaanse identiteit meer
dimensies. Ik ben een Marokkaan is meteen een negatief etiket. Zijn vindt hij daarom een gevaarlijk werkwoord
Brands vraagt hem naar het verschil met daarna. ‘Wat merkte
hij als hij door de stad fietste?’
Laroui vindt dat een typisch Nederlandse vraag. In Marokko
wordt fietsen geassocieerd met armoede. Het Marokkaan-zijn wordt tegenwoordig
teruggebracht tot een kwestie van religie, terwijl hij in de Franse traditie
staat waarin iedereen uniek is en de mens in zijn leven steeds beter ontdekt
wie hij is. Zo houdt hijzelf niet van Rai muziek.
Poldermarokkanen zijn tweede generatie Marokkanen die
verhollandst zijn. Ze komen sterk op voor hun rechten. In Marokko hoor je hen
eerder dan je hen ziet. Hun identiteit is vooral opgelegd door de media. Hij
moet zelf ook oppassen dat hij zich niet naar het etiket gaat gedragen. Hij
viert het suikerfeest niet maar moet daarmee tegen de verwachting van een
Nederlandse collega in roeien.
Brands vraagt hem naar zijn aversie tegen het multicultureel
ideaal. Laroui vindt diversiteit op veel terreinen prima, maar als het over de
etnische cultuur gaat moet men voorzichtig zijn, zegt hij. Vroeger droeg
bijvoorbeeld geen meisje in Marokko een hoofddoek. Wat zegt dat dan over
cultuur?
De ideeën van Laroui komen overeen met die van de Canadese
politiek filosoof Charles Taylor, die mensen niet wil vastpinnen op hun
nationaliteit. Hij stelt dat het in een globaliserende wereld mogelijk moet
zijn om een intensere relatie met het land van herkomst te behouden. De tijd
dat men emigreerde en volkomen opging in de nieuwe gemeenschap ligt, zo die al
heeft bestaan, achter ons. Met je mobieltje ben je tegenwoordig zo terug bij je
familie in je oude land.
Ik had Laroui, die behalve romans en gedichten eerder Over
het islamisme (2006) publiceerde, graag nader gehoord over de Arabische
lente.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten