Vurig politiek verhaal zakt af tot een flickering flame.
Het is uitzonderlijk dat een Nederlands schrijver zich door een buitenlands politiek onderwerp laat inspireren en zeker door de strijd van de IRA, waarvan de hoogtijdagen al lang achter ons liggen. Volgens de ondertitel gaat het om de Memoires van een verliezer en met die herinneringen vangt het boek ook aan. Dat zoiets niet meteen de meest glorieuze lectuur oplevert, beseft de schrijver ervan, de Ierse vrijheidsstrijder Gareth Maguire, zelf ook. Hij was liever als overwinnaar uit de bus gekomen om zich te laten toejuichen voor zijn heldendaden in plaats van zich daarvoor te moeten schamen. Maguire schrijft onder andere dat hij, zoals de instructies van de IRA luidden, tijdens de verhoren in de gevangenis naar de lege muur keek en zich concentreerde op een flickering flame, een term die te pas en te onpas in het boek opduikt.
Gelukkig gaat het belegen militante epistel niet te lang door. Maguire levert er zelf al gauw kritisch commentaar op in zijn huis in Noord-Engeland waar hij zich na zijn vrijlating heeft teruggetrokken en aardbeien is gaan kweken. Op een julidag in 2005 wordt hij bezocht door een Ier die vijftig pond aardbeien van hem wil. De bezoeker komt regelmatig terug voor meer aardbeien en een potje schaak. Het is te verwachten dat hem om een vroegere medestrijder gaat en dat is ook zo. De verstandhouding tussen de heren is slecht. De bezoeker maakt hem uit voor een verrader en wil dat Maguire zich weer voor de Ierse zaak inzet. Voor de gestolen duim van de Ierse Republiek, zoals Maguire het noemt.
Het volgende hoofdstuk gaat verrassend genoeg over een geheel andere persoon, Henriëtte van Kampen uit Noordwijk, die in juni 1974 eindexamen doet, feestjes bezoekt en goed kan praten met Sam Valeton, die een oogje op haar heeft. Hij komt bedrogen uit als ze opeens, op aanraden van haar moeder, die altijd allerlei advertenties uit de krant knipt, naar een internationaal werkkamp in het Engelse Harrogate vertrekt. Ze plukt daar ook aardbeien. Je zou verwachten dat ze daar vervolgens Maguire tegenkomt, maar zo gemakkelijk gaat het verhaal niet. Ze ontmoet op het werkkamp een andere bevlogen Ier, Seamus, met wie ze fantastische seks beleeft, tot bloedens toe, al vond ik dat wat macaber. Seamus geeft haar bij het afscheid de helft van zijn gebroken ring, opdat ze elkaar ooit weer terug kunnen vinden.
Jet radicaliseert, bezoekt met andere Rode Jongeren de begrafenis van Ulrike Meinhoff en komt in 1976 terecht in een Palestijns opleidingskamp in Zuid-Jemen, maar raakt teleurgesteld in haar medevechters en trouwt met een binnenschipper. In die hoedanigheid ontmoet ze haar vroegere schoolvriend Sam Valenton weer, die brugwachter is geworden.
De militante geschiedenis van Maguire en de ontwikkeling van Jet vanaf haar eindexamen wisselen elkaar af en overlappen elkaar een enkele keer. Timmer hanteert verschillende schrijfvormen zoals de memoires van Maguire, de briefwisselingen van Jet met Sam en Maguire en ook een dagboek van Jet over haar belevenissen in Zuid-Jemen. De latere wetenswaardigheden van Sam Valenton vormen een boek op zich. Hoewel er spannende momenten in het boek voorkomen en de schrijver het verhaal tot een goed einde brengt, dijt het te veel uit en wordt het steeds schematischer. De stijl lijdt daar ook onder: Maguire houdt een zakdoek voor zijn luchtwegen en snelwegen worden bevolkt met auto‘s. Het verhaal is breed opgezet, met verschillende onderwerpen zoals over schaken, waaraan de titel is ontleent. Er zijn meerdere stemmen hoorbaar is in de brieven van Sam en de memoires van Maguire, maar de verhaallijnen zijn te lang en worden slecht uitgewerkt. Timmer gaat nergens echt de diepte in en het resultaat is uiteindelijk teleurstellend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten