Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 14 september 2011

Koos van Zomeren over de natuur, VPRO-boeken 11 september 2011


Een natuurman zonder standpunten.

Koos van Zomeren houdt al gedurende lange tijd een natuurdagboek bij. Ook in zijn prachtige romans, waarin hij als geen ander in staat is de lezer mee te nemen - maar dit buiten de orde - speelt de natuur een belangrijke rol. Elke ochtend wandelt hij met zijn hond over de Veluwe aan de noordkant van Arnhem waar hij woont. Hij heeft zo’n tien verschillende routes en begint op maandag altijd met dezelfde, omdat hij daar dan niet over na hoeft te denken.
Tijdens de wandelingen denkt hij na over zijn column die hij dan in een half uurtje uitwerkt. Hij schrijft daarover niets op maar heeft het in zijn hoofd. Als journalist noteerde hij wel veel in een boekje.

Hij heeft nu een boekje bij zich waarin hij sinds anderhalf jaar zijn observaties over hazelwormen noteert. Dat zijn hagedissen zonder poten. Hij noteert daarin de tijd waarop hij het diertje aantrof, het geslacht, de leeftijd, de lengte en de bodemtemperatuur. Wim Brands laat een fragment zien van een hazelworm waarbij Van Zomeren moet zeggen of het een mannetje of een vrouwtje is.
‘Waarom hazelwormen?’ vraagt Brands.
Van Zomeren geeft als antwoord dat hij er dit jaar veertien heeft gezien, dus dat het wel een saai boek gaat opleveren.
Brands zegt dat Naar de natuur een aardig inkijkje biedt in de keuken. Hij refereert aan het verleden van Van Zomeren. Als journalist bij de Nieuwe Revu schreef hij eerst politieke reportages maar al gauw had hij daar zijn buik van vol en stapte hij over op verslagen uit de natuur. Als lid van het eerste uur van de Socialistische Partij diende hij overal een standpunt over te hebben. Gelukkig hoeft dat in de natuur niet. Hij heeft genoeg standpunten gehad en observeert liever. Hij vertelt over een sperwer die een spreeuw uit de lucht haalt. Door alleen maar te kijken merkt hij dat zijn sympathieën wisselen en dat die niet van belang zijn. ‘Dat is wat de sperwer doet, de wereld vereenvoudigen door hem op te eten,’ zegt hij tussen neus en lippen door en Brands vraagt hem de zin nog eens te zeggen. Net als in poëzie gaat het in de natuur om waarnemen.

Brands noemt Rob Bijlsma, een roofvogelexpert en een vriend van Van Zomeren, die over het sterven van een ree en de ontbinding daarvan schreef. Hij kijkt nauwgezet naar het sterven en grijpt niet in. Van Zomeren zou dat laatste niet kunnen, daarvoor voelt hij zich teveel een boer, maar hij vindt Bijlsma wel consequent. Van Zomeren vergelijkt diens optiek met poëzie. Zelf treft hij nauwelijks dode dieren aan in de natuur. Dat brengt hem op de uitspraak: ‘Waarschijnlijk duurt de dood korter dan het leven.’ De dood wordt snel opgeruimd, het sterven gebeurt vooral in het voorjaar en is niet los te zien van het leven.

Brands legt hem de keuze voor naar aanleiding van een beeld dat Van Zomeren zelf gebruikte over een boom in Turkije die opeens vol bleek te zitten met buizerds. Is de natuur een product van God of van de natuurbescherming?

Van Zomeren gelooft niet in God maar probeert wel de illusie van de natuur als iets zelfstandigs in stand te houden en wil dus niets weten van een door mensen gemaakte natuur.

Brands gaat daarop in door te zeggen dat hij zich stoorde aan een bordje Beheersgebied in de Achterhoek. Van Zomer corrigeert hem dat daar niet wordt beheerst maar beheerd. Wel vindt hij net als Brands dat de natuur teveel als maakbaar wordt gezien. Hij heeft dan ook geen goed woord over het natuurbeleid van dit kabinet. Waarvan akte.
   

2 opmerkingen:

  1. Voor degenen die meer over de hazelworm willen weten, vandaag schreef Koos Dijksterhuis erover in Trouw: Hagedis zonder poten - Natuurdagboek - TROUW

    BeantwoordenVerwijderen
  2. omdat de links niets doet hierbij de tekst:

    Koos Dijksterhuis − 15/09/11, 10:03
    © Koos Dijksterhuis. Een jonge hazelworm heeft een lichte tint.

    We lopen door een bos en een hazelworm steekt kronkelend het pad over. Hij meet zo'n 45 centimeter. We denken meteen aan een kleine slang. Maar een hazelworm is geen slang, het is een op een slang lijkende hagedis zonder poten.
    Hazelwormen steken net als slangen steeds hun tongetje uit. Dat tongetje is wat minder gespleten dan slangentongen, maar gespleten is het wel.

    Hazelwormen hebben knipperende oogleden, slangen lijken ooglidloos. Het ooglid van slangen is een soort raampje voor het oog. Slangen leggen eieren, hazelwormen niet. Ze baren levende jongen die meteen op eigen benen staan, als ze die hadden.

    Hazelwormen leiden een verborgen bestaan tussen de bladeren en takjes in de strooisellaag. Daar jagen ze op klein gespuis, vooral regenwormen en naaktslakken. Ook een jonge soortgenoot gaat er best in. Uitbuiken en -rusten doen ze soms in mierenhopen, veilig voor hun vijanden.

    Ze worden gegeten door vogels, zoogdieren van egel tot vos en door slangen. De meeste hazelwormen gaan dood door mensen. Mensen asfalteren hun leefgebied en rijden hen vervolgens plat. Hazelwormen gaan niet goed samen met fietsen, laat staan auto's.

    Mensen die slangen dood trappen, trappen ook hazelwormen dood. Mocht een hazelworm alle dansen ontspringen, kan hij jaren oud worden.

    De hazelworm wiens pad we kruisen heeft een lichte tint - een jonkie dus. Volwassen dieren zijn bruin. Daarbij heeft onze hazelworm een lengtestreep. Oudere dieren hebben geen strepen, maar kunnen wel gevlekt zijn.

    Het dier vindt ons waarschijnlijk veel angstaanjagender dan wij hem. Hij blijft stil liggen, maar kronkelt dan weer verder. Niet zo soepel als een slang, maar toch vrij snel ritselt hij onzichtbaar onder de takjes en dennennaalden.

    BeantwoordenVerwijderen