Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.
Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.
Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.
Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.
Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.
Titel en omslag doen meteen denken aan het oude kinderversje van Jonas in de
walvis. Dat beeld is van toepassing op het verhaal over het gelijknamige
zevenjarige knulletje en zijn ouders Sandra en Daan, die drie spannende weken
in het ziekenhuis beleven. ‘Drie weken, een eeuwigheid.’ Het beeld dat Sandra
schetst van het ziekenhuis als een mensenverslindend beest lijkt heel erg op
dat van een walvis, al wordt die nooit met naam en toenaam genoemd.
Op tien april van een onbekend jaar stappen de ouders met de
zieke Jonas het ziekenhuis in. Een gegeven dat vaker voorkomt. Na een
verwijzing door de (weekend-)arts, die niet goed weet wat hij met acute
symptomen aanmoet. Waarna dan overdiagnostiek en een overbehandeling volgt om
maar te voorkomen dat men iets over het hoofd ziet en het misschien juist
daarom van kwaad tot erger gaat.
Dit indringende proces wordt door Mark Boog filmisch, op
bijna Voskuil-achtige wijze nauwkeurig beschreven. Daarmee wordt bezorgdheid
uitgedrukt. Men moet op zijn tellen passen, elke onnauwkeurigheid kan tot een
ramp leiden. Het geeft uitstekend de gesteldheid weer van moeder Sandra, die
zichzelf steeds meer vast draait. Ze durft zelfs niet te gaan plassen uit angst
dat haar zoon net op dat ogenblik een fataal moment krijgt. Als ze zich al eens
buiten de ziekenzaal begeeft treft ze daarbuiten vaak een vrouw aan met een
witte jurk die een spelletje speelt met haar boze dochtertje die haar moeder
verwijt dat ze niet goed oplet. De bezorgdheid van Sandra wordt nog meer
benadrukt door de luchtigheid van vader Daan, die met ongepaste grapjes of de
herinnering aan een aanstaande kampioenswedstrijd van zijn voetballende zoon de
spanning van Sandra probeert te breken. Sandra ergert zich echter aan haar man,
zegt dat hij niet steeds zijn schouders moet optrekken.
De buitenwereld is zoek. Alles is verengd tot de toestand
van het kind en zijn moeder in een kunstmatige klinische wereld met bezoeken
van doktoren die weinig zeggen en verpleegsters die elkaar snel afwisselen. De
laatsten krijgen bijnamen als Zuster Aap of Zuster Wit, de enige mannelijke
verpleger moet het doen met de titel Zuster Broeder. Sandra slaat vaak een oud
tijdschrift op maar zonder er in te lezen. Ze sluit het liefst de gordijnen om
de lichte lente-wereld weg te houden. Ze slaapt slecht, is moe, voelt zich daas
in de benauwde ziekenhuislucht. Zeer herkenbaar voor iedereen die een dergelijke
ervaring kent.
Sandra stelt zich na verloop van tijd zelfs voor dat het
gebouw zinkende is.
De taal is daarbij passend. In eenvoudige bewoordingen die
de hand van een dichter verraden bijvoorbeeld als Sandra bij het raam staat en
dan vogels ziet. ‘Een vlucht vogels, niet meer dan zwarte silhouetten, simpel
en gestileerd als in een kindertekening.’
Het is verrassend dat Mark Boog de spanning weet te
handhaven tijdens de vier delen waaruit het boek bestaat en die steeds beginnen
met een bijbelcitaat uit het boek Jona. Sterk is het thema over de
machteloosheid van de mens tegenover machines, die de hartslag, de ademhaling
en de saturatie meten, die heel goed zijn in de kwantificering van ons
lijfelijk bestaan, maar daarmee de levende persoon tot een aantal meetbare
waarden reduceren. Het is de ervaring gejonast te worden en weinig kunnen doen.
Een boek dat bijblijft.
Morgen wordt Mark Boog in Spui 25 aan de tand
gevoeld. Dat zal ongetwijfeld een mooie avond worden.
Clairy Polak schetst de omstandigheid dat de PvdA niet kan
profiteren van de crisis.
Lodewijk Asscher, PvdA wethouder in Amsterdam en voorzitter
van de Wiardi Beckman Stichting - de denktank van de partij - lijkt de aangewezen
man om daarover iets te zeggen.
Clairy memoreert dat Wim Kok de ideologische veren afschudde
en vraagt of Asscher ze weer wil opplakken.
Asscher zegt dat er niet om gaat iets op te plakken, maar
met een nieuw verhaal te komen in deze tijd van ongebreideld kapitalisme die vergelijkbaar
is met de begintijd van het socialisme. Opnieuw staan zaken als verheffing en
bestaanszekerheid in het middelpunt van de aandacht. Het verhaal moet gaan over
een andere manier van politiek bedrijven (1), een andere publieke sector (2) en
een andere economie (3).
Wat het eerste punt betreft (ad 1) gaat het om Show don’t
tell, een begrip uit de filmwereld waarbij niet verteld wordt dat iemand
verliefd is, maar dat wordt getoond. In goed Nederlands: geen woorden maar
daden.
Clairy: is dit een antwoord op het verwijt: links lullen en rechts
de zakken vullen?
Asscher wil daarvan niet horen en geeft als voorbeeld de
aanpak van zwakke scholen in de hoofdstad. Als verantwoordelijke voor het
onderwijs liet Asscher oud-inspecteurs toe in de klas die meedachten over
veranderingen die inderdaad werkten.
Clairy zegt dat de PvdA drie jaar geregeerd heeft en dat ze
daar niet die houding zag.
Asscher zag dat wel, niets is funester dan consolidatie zegt
hij Joop den Uyl in 1951 na.
Hij wil zich niet vastpinnen op de Haagse politiek, maar
ziet wel een goed initiatief van Hans Spekman om ombudsmensen in het land in te
stellen met wie mensen hun problemen kunnen bespreken.
Clairy begint over de geloofwaardigheid van de PvdA.
Asscher erkent dat er angst is voor peilingen en te weinig
strijdlust. Er is een reflex van behoudzucht bij bestuurders. Asscher roept op
om niet te wachten maar zelf initiatieven te nemen zoals hij in Amsterdam doet.
Clairy ziet meer initiatief bij rechts.
Asscher verwerpt de opvatting van Rutte dat de staat geen
geluksmachine is. De markt is dat evenmin.
De publieke sector (ad 2) is meer dan de overheid. Het gaat
om goed onderwijs en zorg. Kinderen in kinderdagverblijven in Amsterdam moeten
tegenwoordig rendement leveren. De markt is verkeerd geïntroduceerd, zegt
Asscher. Bestuurders beschermen de eigen instituties.
Clairy zegt dat daaronder veel PvdA-ers zitten.
Asscher erkent dat het van belang is goed om te gaan met het
pluche. Hij wil meer openbaarheid in de scholen, zodat ouders weten wat er
omgaat. Door informatie kunnen ze invloed uitoefenen.
Tenslotte de economie (ad 3), waar we slaafs achteraan
lopen. Volgens Asscher hoeft het kapitalisme niet weg, maar moeten er grenzen
aan gesteld worden.
Clairy vermoedt dat hij daarmee zekerheid wil scheppen.
Niet alleen voor mensen boven de vijfenvijftig jaar zegt
Asscher, doelend op de acties van de vakbonden.
Clairy ziet een kloof tussen intellectuelen en de werkvloer
in de PvdA. Beide groepen zijn ontevreden. Hoe dat te overbruggen?
Asscher vindt het belangrijk dat iedereen in de partij kan
meepraten en dat de praktijk verbeterd wordt.
Clairy noemt het de achilleshiel van de PvdA dat de theorie
mooi is, maar geen verandering brengt in de organisatie.
Asscher wil slimme denkers inzetten in het belang van ons
allen. De ideologie van het eigen belang werkt niet. Het project Van waarde
moet iedereen wakker schudden
Clairy polst hem over de opvolging van Cohen.
Asscher kan Amsterdam nog niet loslaten, maar gaat zich in
2013 daarop beraden.
Als hij tegen die tijd geen duidelijker verhaal heeft, kan
ie daar beter niet aan beginnen, denk ik.
Hier een verslag van zijn latere lezing in de Balie in het kader van de serie Mijn idee voor Nederland.
Amateuristisch spel in etnisch Surinaams liefdesdrama.
Wan Pipel speelt een jaar na de onafhankelijkheid van
Suriname in 1975. Zoals Leonard Retel Helmrich, die furore maakte met Stand
van de sterren, in Parradox al zei, gaat deze film over
relatieproblematiek. Dat is niet de gebruikelijke met een keuze voor de een of
de ander, maar deze speelt zich af in etnisch - en cultureel heel verschillende
werelden van Nederland en Suriname. De creool Roy Ferrol, die in Nederland
economie studeert, staat voor de keuze tussen de blanke Karina of de
hindoestaanse Rubia. Daarbij speelt ook nog eens een generatieconflict tussen
vader en zoon Ferrol. Aan drama geen gebrek, al wordt dat erg matig uitgewerkt.
Het kan zijn dat vijfendertig jaar geleden de technisch
mogelijkheden veel minder waren dan tegenwoordig, want het geluid is blikkerig
zoals in goedkope pornofilms en het acteren erg gemaakt. Het begint er al mee
dat de stervende moeder van Roy graag haar zoon nog een keer ziet. Hij krijgt
dus een telegram en gaat met het spaargeld dat Karina opnam om de vlucht te
betalen, terug naar Suriname. De blik van de weldoorvoede moeder is niet echt
die van een stervende.
Tijdens haar begrafenis wordt gesproken over de
verschillende bevolkingsgroepen in Suriname. De voorganger spreekt de hoop uit
dat ze ooit wan pipel zullen zijn.
Mooi is de clash tussen de creoolse en de hindoestaanse
cultuur. De hindoestaanse verpleegster Rubia haalt Roy, tot ergernis van de
wederzijdse vaders, vaak op met haar auto voor een avondje uit. Als ze elkaar
wat beter kennen, neemt ze Roy mee naar een trouwerij in haar familie in
Nickerie. Een nichtje wordt uitgehuwelijkt en zou liever naar Nederland
vluchten. De familie is niet gecharmeerd van Roy en stuurt hem naar een hotel
om daar te slapen. Rubia gaat bij hem op bezoek. Roy en Rubia worden tijdens de
hindoestaanse plechtigheid niet geaccepteerd en vluchten weg.
Het is ook mooi dat Roy voor het eerst samen met Rubia zijn
land ontdekt, de vrijheid en de prachtige natuur, en dat hij zich daarvoor wil
inzetten, maar het is moeilijk voorstelbaar dat hij zo nonchalant en naïef doet
over zijn toekomst. Hij zit rustig in het huisje van Rubia, die na een conflict
met haar vader op haar eentje is gaan wonen, een afhaalmaaltijd te eten en zegt
tegen haar dat hij als arbeider wil gaan werken. Eerst had Rubia nog haar
bedenkingen over de omgang met een man die een vaste vriendin heeft en haar
voor een avontuurtje wil, maar later lijken haar bezwaren verdampt. Wellicht is
het de liefde, die nooit in beeld wordt gebracht, die hen verblindt.
Het drama spitst zich toe als Karina overkomt om Roy op te
halen. De vader van Roy, die zich een echte bosmens voelt en ook vaak in
ontbloot bovenlijf aan tafel zit, zegt dat diens vrouw nooit terugwilde naar de
oerwoud, maar dat hij daar graag met Karina en Roy naartoe wil gaan. Aldus
gebeurt. In een praam varen ze in noodvaart stroomopwaarts over de rivier. Pa
schaakt en is gelukkig. Karina echter niet. Roy evenmin. Hij is boos dat Karina
naar Suriname gekomen is. Er ontstaat een worsteling tussen beiden in het water
met op de achtergrond mooie dramatische zang. De finale speelt zich af in danstent
Garden Party, waar Rubia zich ook meldt. Het is vreemd dat ze meteen aan het
dansen is met Roy en dat ze geïntroduceerd wordt.
Ondanks het sterke dramatische gegeven overtuigt de film
niet. De teksten worden opgezegd, de boosheid van de vader op de verhouding
tussen de koelie meid Rubia en Roy ligt er erg dik op en veel scènes zijn erg
voorspelbaar.
Ik keek na Parradox met de ogen van iemand die weet dat De
la Parra aasde op een Gouden Palm, dat Willeke van Ammelrooy het helemaal niet
naar haar zin had tijdens de opnamen en dat De la Parra zich vreselijk gedroeg.
Ik ben benieuwd of Blue movie, waarmee De la Parra en Wim Verstappen
rijk werden, ook zo knullig is.
‘When you’re hot you’re hot, when you’re not, you’re not,’
zegt hij die alles won en weer verloor.
De ene filmmaker filmt de ander. Pim is ongrijpbaar, zegt de
Zuid-Koreaan, die hem nochtans bewondert. Ook Pim begon in Nederland, was een
bepalend filmmaker, de eerste die miljonair werd. Paul Verhoeven was jaloers op
hem.
Pim woont in Suriname en wil hij vijfduizend euro voor dit
portret. Djoeke Veeninga, zijn ex zegt dat Pim altijd vrolijk is als hij geld
heeft. Pim bakkeleit met In-Soo over de inhoud. Hij is op zijn hoede. ‘Waarom
denk je iets over mij aan de weet te komen door de camera op me te richten?’
vraagt hij. Pim draait graag de rollen om. Hij houdt ervan om te dollen. ‘Wat
doe je hier voor mijn deur? Je weet toch dat je een vergunning nodig hebt?’ Een
charlatan, noemt hij zichzelf. Prettig gestoord. Zijn
nicht Jenna zegt dat hij zo geboren is.
Na drie jaar ligt er een hele openhartige film, die begint
met beelden van de oude drogisterij van R L de la Parra. Zoon Pim wilde graag
in de nabijheid van mooie actrices verkeren en ging als 21-jarige naar de
filmacademie in Amsterdam. Nouschka van Brakel herinnert hem als een
vreugdevolle toevoeging, Frans Weisz waardeerde zijn initiatieven. In 1965 werd
Aah Tamara genomineerd voor een Gouden Palm. Met Wim Verstappen richtte
Pim Scorpio Films op. In 1969 kwam de eerste lange speelfilm Obsessions
uit, in 1971 Blue Movie. Miljonair Pim zit achter zijn bureau en speelt
de held.
In-Soo krijgt weinig los. Hij vraagt Pim of hij actrices in
bed kreeg. Pim zegt dat hij getrouwd was met Lies Oei. Ze kregen twee kinderen,
Bodil (1963) en Pim Jall (1966). Iedereen kon bij hen binnenvallen, zegt Olga Madsen.
Ronalda da Silva, een Surinaamse vriend zegt dat Pim een doorzetter is, veel
lol maar ook veel verdriet heeft gekend. Pim ontwijkt. Dit filmportret is een
paradox, zijn leven was waardeloos. Volgens Verhoeven werd de waarde van Pim in
Nederland niet werd erkend.
Pim wil niet naar Cannes, maar wel naar Republiek, waar hij
zijn jeugd doorbracht. Daar overleed zijn moeder zonder dat hij het wist. Pim
was altijd met man-vrouw relaties bezig zegt Leonard Retel Helmrich, ook in Wan
Pipel uit 1976. Hoofdrolspeelster Willeke van Ammelrooy zegt dat Pim niet
te harden was. Hun samenwerking leidde tot een breuk. Hij had een groot ego,
zegt acteur Kenneth Herdigein. ‘Hij kan meedogenloos zijn.’ Ook de verhouding
met Verstappen eindigde. Door de hoge productiekosten van Wan Pipel ging
Scorpio failliet. Volgens In-Soo werd Pim verblind door zijn ambities. Alles
moest wijken voor een Gouden Palm. Dat zijn film in Cannes niet werd
gewaardeerd valt Pim nog altijd zwaar.
Ze gaan naar Aruba waar Pim zich na de scheiding met zijn
vrouw terugtrok en begon te mediteren. Vriend Eddy Marchena haalde hem wel eens
op van de noordkant waar men van de rotsen sprong. Hij voelde zich mislukt,
zegt Rob van de Vaart, een andere vriend.. Pim dacht door meditatie te kunnen
veranderen, maar vindt zichzelf nog steeds een opgewonden standje en probeert
daarmee te leven. In 1981 maakte hij Aruba Affair en in 1987 Odyssée
d’Amour. Regisseur Agresti vond dat zijn films over niet blanken
gediscrimineerd werden. Pim geeft lachend toe dat de laatste film grootschalig
flopte. Daarna maakte hij tientallen minimal movies, die ook geen kassuccessen
werden. Verhoeven zegt dat je een filmcarrière moet opgeven als drie achtereenvolgende
films floppen.
Pim ging terug naar Suriname waar hij rust vond. Hij bevond zich
in India toen zijn zoon, een UB 2 fan, in 2002 zelfmoord pleegde. Pim noemt het
een scheur in zijn familie, maar heeft er nu vrede mee. Bodil zegt dat ze elkaar
in die tijd niet konden vinden en dat ze de dood alleen verwerkte. Nina (1987),
het kind dat Pim met Djoeke kreeg, miste haar vader na de dood van haar broer
maar vindt hem inmiddels zeer betrokken bij haar leven.
In-Soo bewondert de positieve instelling van Pim en vraagt
hem waar hij zijn denkbeelden vandaan haalt Pim toont hem in een boekhandel een
Tibetaans boek en koopt dat voor In-Soo. Pim had al een grafspreuk voor
zichzelf bedacht, maar wil niet meer begraven worden. Hij is niet bang voor de
dood. Ter gelegenheid van de presentatie van de gerestaureerde versie van Wan
Pipel komt Willeke van Ammelrooy naar Parimaribo. Ze vindt Pim volwassener
dan vroeger. Het hele werk van Pim wordt gerestaureerd. In-Soo is blij dat Pim
toch nog de erkenning krijgt die hij verdient.
Pim bekijkt Parradox en lacht en huilt. ‘Interessante
kerel,’ zegt ie, ‘aan het eind van zijn Latijn.'
Correspondent Hennah Draaibaar van de NOS over de première van
Parradox
Ik weet van dagreizen die Nederlanders maken naar de
kerstmarkt in Keulen, maar het schijnt in Duitsland heel gebruikelijk te zijn om met de
bus een groepsreis te maken naar verschillende dagbestemmingen, waarbij altijd
een kopje koffie tot de ingrediënten behoort.
Deze bijzondere documentaire met een intrigerende titel begint met het uithangbord van de
uitvaartonderneming van Karl Schumacher (zie foto) die met Niedrige Preise
adverteert. Zijn grootvader reed al overledenen met paard en wagen naar het
kerkhof, zijn vader was de eerste begrafenisondernemer en gaf het stokje aan
hem door, zoals hij dat straks aan zijn zoon Karl-Markus zal doen. In zijn
bedrijf gaan 3500 personen per jaar om. Hij belt een mevrouw op over de busreis
op 2 september naar Venlo. Ze gaan daar winkelen, koffie drinken en krijgen
vervolgens een rondleiding door het crematorium.
Crematies waren er al in de oudheid, zegt de amechtige Schumacher,
maar werden door Karel de Grote verboden. Dat je pijn lijdt door het vuur is
net zulke quatsch als dat je door de wormen wordt opgegeten.
Een partner van hem vertelt in de bus dat men in Nederland,
anders dan in Duitsland vrij is om de as te doen wat men wil. Men heeft de
mogelijkheid om op internet met hem te chatten over allerlei zaken de uitvaart betreffende.
In het crematorium doen ze een metalen nummerplaatje in de kist zodat ze zich
niet kunnen vergissen. De as kan worden uitgestrooid in het sprookjesbos achter
het crematorium, maar ook tot diamant verwerkt of in een urn van zout in zee
gedumpt. Een vrouw vraagt of het uitstrooien van de as op zee individueel of
collectief gebeurt.
Schumacher bezoekt een zaak die kransen maakt en is bezorgd
of ze wel op tijd en genoeg aanleveren. We zien het bedrijf in actie, de kisten
die geprepareerd worden en de lijkwagen geschoven worden, de rit naar Venlo.
het uitladen voor het crematorium, het is lopende band werk.
Schumacher onthult dat zijn vader in 1975 zelfmoord pleegde.
Na 35 jaar heeft hij daar nog steeds geen vrede mee. Zelfmoord komt vaker voor
bij begrafenisondernemers en dat heeft ermee te maken dat men geen angst heeft
voor de dood. Men ziet vaak de rust bij de overledene. Het was geen goede reclame
voor zijn bedrijf. Karl-Markus vertelt dat zijn opa geen grafsteen had omdat het
voor zijn vader, die precies dezelfde voornaam heeft, vervelend zou zijn om zijn
eigen naam op de steen te zien.
Een natuurgenieter met een spastische zoon wil dat zijn in het
bos uitgestrooid wordt, maar zijn vrouw vindt dat onaanvaardbaar. Haar man wil
het zoals hij het in zijn hoofd heeft, maar hij zegt tegelijkertijd dat hij het
aan de vrouw overlaat. een klassieke discussie waarbij gevoelens en argumenten
geen gelijke tred houden. De vrouw wil niet voor de urn bidden, een graf is toch
anders. Quatsch, zegt de man nijdig.
Een vrouw van 93 vindt de uitvaart in Duitsland te duur. Haar
man is in 1941 gesneuveld. Ze heeft geen wensen meer. Ze zit voor de televisie
en wacht op haar einde.
Schumacher zegt dat ons brein kan zich de dood niet
voorstellen. Hij heeft voor de kijkers als tip om het leven te leven.
Een sterven meemaken went nooit, ook niet als het op televisie is en zeker niet als het iemand betreft die nog maar net zijn jeugd achter zich heeft. Het is alweer bijna een jaar geleden dat Bart Verbeeck op
23-jarige leeftijd overleed. Hij leed vanaf zijn zestiende aan botkanker en
verkeerde het laatste jaar in een terminaal stadium.
Phara de Aguirre had hem al in mei 2010 leren kennen voor
het programma Zeven dagen jong. Bart zegt daarin dat hij in het jaar
waarin hij als terminaal werd bestempeld nog zeer actief was. Naast het
opzetten van een fonds voor de hulp aan botkankerpatiënten, maakte hij ook een
reis met zijn ouders en zijn broer Joris naar de Verenigde Staten. Hij vindt
het jammer dat hij nooit zelf een kind heeft gehad, maar hij is inmiddels klaar
om te sterven. Hij kiest voor palliatieve sedatie en niet voor euthanasie omdat
hij niet zelf het moment van sterven wil bepalen. Hij is niet bang voor de dood
want hij heeft nooit iets verkeerds gedaan.
Phara filmt in december 2010 de laatste dagen van zijn
leven.
maandag
6 december
Bart zit met zijn ouders, broer en huisarts rond de
keukentafel om de gang van zaken te bespreken. Hij heeft stekende rugpijn. De
arts zegt dat hij de komende dagen de symptomen moet aanpakken en dan later in
de week bekijken hoe het gaat.
Zijn moeder huilt, zijn vader begrijpt niet waarom het zijn
zoon moet overkomen en hoopt nog op een wonder. Zijn ouders zijn beiden
gehoorgestoord en kunnen alleen liplezen.
woensdag
8 december
Bart voelt zich iets beter door de morfine maar ook
onaardser. Morgen komt de arts. Hij weet al wat hij gaat zeggen.
Joris valt het moeilijk te bedenken dat hij Bart na morgen
niet meer zal zien. Hij weet niet wat hij op het eind tegen hem gaat zeggen.
Het liefst iets spontaans. Het is goed dat Bart straks niet meer hoeft af te
zien.
Zijn ouders kijken naar foto’s in het familiealbum.
Zijn vader is blij dat Bart niet in het ziekenhuis sterft,
maar thuis hoewel hij het ook niet leuk vindt om straks alle herinneringen aan
zijn sterven te hebben.
Ze eten in stilte het middagmaal met spinazie. Bart zit
tegenover zijn moeder.
donderdag
9 december
Met Joris bekijkt Bart de vele reacties op Facebook
Hij zegt volmondig ja tegen de dokter. Hij voelt dat hij
hard achteruit gaat.
Hij zegt dat hij nog redelijk veel bezoek heeft gehad. Hij
neemt afscheid van zijn grootouders.
Ze mogen me komen halen, zegt hij, terwijl de huisarts en de
thuisverpleger voorbereidingen treffen. De laatste geeft hem eerst een prikje
in zijn buik en dient hem vervolgens een slaapmiddel toe dat via een infuus zal
worden vernieuwd.
Tijdens het nummer Durme kerido ijiko van de
cd La roza enflorese, sekretos de mi alma, kantes djudes – Espanyoles en dat vertaald wordt als: ‘Slaap lief kind zonder angst en pijn, sluit
je lieve ogen, slaap zacht,’ valt Bart in slaap (zie foto). Drie dagen later overlijdt hij
op 12 december 2010. Op de site bartsweg.be
is te lezen welke initiatieven er zijn.
Bart laat nog een boodschap na: hij wenst iedereen een
positiever en gelukkiger leven. Geniet van je cola en je hamburger, want elke
dag kan de laatste zijn.
Deze documentaire, die in het Engels Waste Land heet, gaat
over de Braziliaanse kunstenaar Vik Muniz, die al met ongewone materialen
werkte en een nieuw project met afval bedacht. In een talkshow wordt hij
daarover ondervraagt. Na de vraag hoe hij erbij kwam om met afval te gaan
werken volgen beelden van een Braziliaans carnaval. Hij laat een schotwond zien
in zijn bovenbeen die in 1983 zijn leven veranderde. Hij ging naar de V.S. en
maakte daar Sugar Children, portretten van kinderen van arbeiders op een
suikerplantage. Hun gezichten tekende hij met suiker. Hij nam afstand van de
schone kunsten en wilde meer doen voor anderen. Hij ziet beelden van de grootste
afvalbelt ter wereld, Gramacho bij Rio de Janeiro. Hoe kan kunst mensen
veranderen, kan kunst mensen veranderen? vraagt hij zich af.
Hij toont de beelden aan zijn vrouw Janaina en zegt dat hij
de mensen die daar werken in dienst wil nemen. Het is het uitschot van de
wereld die daar afval recyclet op een berg, afvalland.
Hij bezoekt de sorteerders, de catadores de Gramacho. In
Duque protesteren ze voor het stadhuis tegen mogelijke verkoop van de grond.
Tiao is de voorzitter van de bond van sorteerders. Muniz wil de sorteerders
portretteren en de opbrengst aan hen schenken. Hij is zelf opgegroeid in de
achterbuurten van Sao Paulo, waar hij ons mee naar toeneemt. Omdat zijn moeder
bij een telefoonmaatschappij werkte, werd hij opgevoed door zijn oma Ana die nu
93 jaar oud is.
Sorteerder Valter dos Santos heeft nooit een schoolopleiding
gehad, werkt al zesentwintig jaar op de belt, is vice-president van de bond en
trots op zijn werk. Van elke kilo afval is de helft recyclebaar dus niet
vervuilend. zijn lijfspreuk is dat 99 geen 100 is en dat er altijd nog meer
valt te recyclen.
De dochter van Tiao wil later psycholoog worden. Tiao loopt
rond op het terrein en zegt dat het rustig is omdat de favela’s geen oorlog
voeren. Hij vond ooit De vorst van Machiavelli en leerde daar veel van. Later
wordt hij overvallen als hij het loon van de sorteerders bij zich heeft. zo’n
5000 euro wordt gestolen, hij is er goed ziek van, zou er mee willen kappen.
Kokkin Irma, die de catering verzorgt op de vuilnisbelt,
laat zich fotograferen met een pan op haar hoofd. Magna zegt da sorteren beter
is dan zich verkopen op de Copacabana. De zeventienjarige Suelem sorteert ’s
nachts omdat het dan rustiger is. ‘Als ik niet dood ga, is het niet slecht,’ is
haar motto. Ze heeft een dochtertje van drie en een zoontje van twee die door
haar moeder worden verzorgd en die ze eens in de twee weken ziet als ze terug
gaat naar de sloppenwijk. Haar man is drugsdealer en van hem heeft ze niets te
verwachten. Hier heeft ze een onderkomen met last van ratten. Ze zou het liefst
een crèche beginnen.
Muniz kiest de mooiste foto’s, maakt uitvergrotingen en laat
die bewerken met afval, waarna hij ze weer fotografeert. Vervolgens gaat hij
met Tiao naar Londen waar diens portret geveild wordt. Het brengt 40.000 euro
op. Tiao is geroerd. Hij zegt dat niemand ooit geloofde in zijn initiatief om
een bond voor sorteerders te beginnen
Alle portretten hangen in het Museum of Modern Art in Rio.
De geportretteerden zijn blij met alle aandacht. Ze zijn zelfbewuster geworden.
Ze krijgen ook zelf hun portret thuis.
Muniz vertelt dat hij vroeger niets had en alles wilde en
daarna alles had maar niets wilde.
Hij wist niet dat hij zo betrokken zou raken bij deze mensen
die door ongelukkige omstandigheden in de afval terecht zijn gekomen. Het had
hem ook kunnen overkomen. Hun levenslust is inspirerend.
In de aftiteling lezen we dat er meer dan een miljoen
toeschouwers naar de expositie kwamen. Muniz haalde meer dan 200.000 euro op
met de verkoop van de portretten. De bond kon een vrachtwagen kopen, een
leercentrum inrichten en gaat de werkers begeleiden naar ander werk als de belt
in 2012 dicht gaat.
Magna is gescheiden van haar heerszuchtige man, ze werkt in
een drogisterij en is ’s avonds bij haar zoon, Irma zette een kookbedrijfje op
maar is weer terug omdat ze de sorteerders miste, Suelem heeft een derde
kind,woont samen met de vader en zorgt voor haar kinderen, Valter is overleden
aan longkanker, maar zijn wijze spreuk dat 99 geen honderd is leeft op de belt voort.
Tenslotte zien we Tiao in de talkshow uit het begin. Hij is
zelfbewust en vertelt dat hij elf was toen hij op de afvalbelt begon en dat men
recyclet.
Hier de trailer van Waste
Land, dat werd genomineerd voor een Oscar en in de prijzen viel op het Sundance Festival en de IDFA 2010.
Mao’s massamoord gaat over het drama in China,
voorafgaande aan de Culturele Revolutie, toen er minstens 45 miljoen mensen
vermoord werden. De periode staat bekend als de grote hongersnood, maar Frank
Dikötter wijst erop dat het aantal slachtoffers twintig maal zo hoog was dan
tijdens het Rode Khmer regime onder Pol Pot, dat genocide pleegde.
Dikötter werkte al in archieven, maar nam in 2006 de kans te
baat om vanuit Hong Kong de Chinese archieven over de periode 1958 -1962 te
bestuderen, die net werden vrijgegeven. Hij schrok van de spiraal van geweld
die door het land golfde. In Guangdong las hij dat in 1960 een jongen die een
handvol graan had gestolen, in een waterput werd verdronken . Een vader van een
andere jongen die een aardappel stal moest zijn zoon levend begraven en stief
zelf niet veel later van ellende.
Alles werd de mensen tijdens de Grote Sprong Voorwaarts
afgenomen, zegt Dikötter, de zweep ging erover. Mao wilde, net als Chroetsjov
de Amerikanen wilde overtreffen, Groot-Brittanië binnen vijftien jaar
overtreffen op het gebied van de staalproductie. Eigenlijk wilde hij Chroestjov
verslaan, zegt Dikötter.
Brands vraagt hem waarom men achter Mao stond.
Niemand had een weerwoord, antwoordt Dikötter. In tien jaar
tijd was alle vrijheid om zeep geholpen. Er was een zuivering in de partij
geweest. Men verwoestte huizen om het quotum aan kunstmest te verhogen, plaats
te maken voor betere huizen (die nooit kwamen), of om te zien of men geen graan
verborgen hield.
De mensen aten modder om maar iets in de maag te hebben,
maar stierven daardoor aan vreeslijke pijnen. Ze aten ook lijken. Het is door
de partij geboekstaafd wie wie opat. Soms at men zijn eigen kinderen op.
Er is geen debat in China over de Grote Sprong Voorwaarts.
Men wordt gearresteerd als men een poging doet de slachtoffers uit die tijd te
herdenken. Zijn boek is in China niet te krijgen. Dikötter zegt de Culturele
Revolutie bekender is omdat partijleider Deng daarmee wilde afrekenen, zelf
betrokken was bij de Grote Sprong en die daarom niet wilde oprakelen. Dikötter
gelooft niet in een democratische ontwikkeling in China. Het land wordt
bestuurd door rijke families die bang zijn voor de eigen bevolking. Hij ziet
veel parallellen met de Grote Sprong Voorwaarts.
De archieven uit die tijd zijn na de Olympische Spelen in
2008 weer gesloten, maar vernietigen is moeilijk omdat er veel kopieën bestaan.
Nog steeds lopen er mensen rond in T-shirts met een opdruk van Mao.
Het boek is genomineerd voor de BBC Samuel Johnson Prize.
Wilde zwanen van Jung Chang vind ik nog steeds de
mooiste fictie over drie generaties vrouwen in de moderne geschiedenis van
China.
In de zomer van 1978 verlieten duizenden Russische joden de
USSR. Ze passeerden het ijzeren gordijn naar het vrije westen. Het was een
gebaar van de toenmalige Sovjet leider Breznjev. Iedereen die niet naar Israël
ging kwam in Rome terecht, een doorgangsplaats.
Als je dit boek leest, zegt Wim Brands dan snap je wat
emigratie is. David was zes jaar. Zijn ouders hadden geen benul waar ze heen
moesten. Zijn vader was scheidsrechter bij gewichtheffen, zijn moeder deed iets
in techniek. Zijn opa kwam uit Letland en diende in het Rode Leger. Ze
verlieten de Sovjet Unie omdat er niets in de winkels lag en omdat joden
maatschappelijk weinig mogelijkheden kregen. Eerst wilden ze naar Australië,
daarna naar Atlanta, Georgia, maar uiteindelijk werd het Canada. Ze kenden de
Russische stereotypen over het vrije westen maar hadden ook beelden gezien van
Canada tijdens ijshockeywedstrijden die de Russen daar in 1972 speelden.
David Bezmozgis (1973) heeft een slecht geheugen maar kan
zich wel de tussenstop in Warschau herinneren waar hij gescheiden werd van zijn
ouders en op een kinderafdeling sliep en helemaal panisch werd uit vrees
verlaten te worden.
David schreef dit boek in 2004. Hij wilde al langer
schrijven over dit onderwerp. Hij las boeken van andere joodse Amerikanen zoals
Bellow en Roth, die tot een eerdere generatie immigranten behoorden. Zijn eigen
verhalen gingen over de volgende generatie. Hij beschreef in Natasja een
joods gezin in Canada. Hij verbleef voor zijn onderzoek over De vrije wereld
vier maanden in Rome. Dat was net zo lang als de familie daar in 1978 was
geweest. Ze spraken daar de taal niet en voelden zich verloren. Hij wilde dat
nabootsen door ook de taal niet te leren. Al wandelend door de straten voelde
hij de desoriëntatie die zijn ouders ook gevoeld hadden. Hij sprak met zijn
ouders en met hun vrienden. Het was moeilijk voor de familie om alles achter te
laten, tot de oorlogsmedailles aan toe. Hij vertelt een anekdote over een man
die in de stromende regen naar de Amerikaanse ambassade rende om te vertellen
over de toestand in de Sovjet Unie en over een picknickend gezin in een park
dat boven hen een luchtballon ziet voorbij trekken met daarop de woorden Good
Year. Ze denken dat het een teken is dat het hen goed zal gaan. David hield er
rekening mee dat men in 1978 een ander tijdsverloop kende, dat men bijvoorbeeld
nog moest telegraferen om contact te leggen met andere werelddelen.
Brands merkt op dat het Samuel, zijn grootvader,
die hij wel mag mogen introduceren, met tegenzin weg gaat en nog wel in het communisme gelooft.
David begrijpt dat Samuel moeilijk afstand kan nemen van
zijn idealen uit de jeugd. Hij voelt zich verwant met hem, ook met een vrouw
als Polina, hoewel hij het moeilijk vond zich in te leven in de wereld van een
vrouw.
Ten slotte wil Brands na een wat stug gesprek nog een joodse
grap horen, ook voor de toeschouwers die deze uitzending in een locatie van het
Crossing Border festival in Den Haag meemaken. David vertelt over een stelletje
dat seks heeft in Israel. De vraag luidt waarom dat zo moeilijk is. Het
antwoord: omdat iedereen zegt dat ze het verkeerd doen. Wim Brands moet na een
lichte aarzeling hard lachen. Als enige leek het.
Esther Gerritsen heeft een bijzonder waarnemingsvermogen,
dat is in haar eerdere boeken al duidelijk genoeg gebleken. Ook in deze
bundeling van gastcolums uit de laatste tien jaar in de Volkskrant, in Humanist
en andere dagbladen en tijdschriften komt dat weer tot uiting.
In het eerste verhaal Huis van een foto reflecteert
ze over het menselijk verlangen om steeds groter te willen wonen, maar in hun
hart verlangt men naar het oude huis waarin men vroeger gelukkig was. Ze zit in
het tweede verhaal Niet schieten, ik heb een mes gezellig op de koffie
bij de van oorsprong Duitse buurvouw Hanna, die haar het ene verhaal na het
andere vertelt, terwijl Esther zich zorgen maakt over haar faalangst, de
tijdsdruk van haar werk, wat ze aan moet op de foto of voor een lezing. Hanna
wimpelt haar zorgen weg, sust haar.
Gerritsen beschrijft openhartig over haar oeverloze gedenk en haar dwangmatigheid. De moderne mens heeft nog nooit een luipaard gezien maar is wel steeds bang voor geritsel in de struiken. Ze spreekt over
haar angsten, zoals de Dallas-vloek, die inhoudt dat je je leven aan het
vergallen bent, en - in Opzij - over haar angst op haar tweeëndertigste dat het
leven niet is zoals rocker Bruce Springsteen het voorstelde, maar dat het
blijkt tekort te schieten. Het titelverhaal slaat daar ook op terug.
Vaak komt ze in haar columns terug op de dood van haar broer
in 2003, met wie ze in haar jeugd veel optrok. Ze vertelt daar ontroerend over,
maar ook in aandoenlijke anekdotes zoals over de beugel die zij pas op latere
leeftijd kreeg:
‘Mijn hoektanden verdringen mijn voortanden. Het is een
familiekwaal. Mijn broer had precies hetzelfde. Alleen was een beugel nemen
voor hem een absurd idee. Het zal niet eens in hem zijn opgekomen. Hij stierf
namelijk anderhalf jaar geleden, en daarvoor was hij ziek. Als hij was blijven
leven waren ook zijn tanden steeds schever gan staan, maar hij bleef niet
leven. Toen hij tweeëndertig was, wist hij dat het belachelijk was om te gaan
investeren in rechte tanden voor de rest van zijn leven.’
Ze wil geen verband leggen tussen haar beugel en het
terrorisme, maar concreet blijven. Ze maakt haar eigen wetten. Ze geloofde als
kind dat haar gedachten universeel waren en en dat haar gevoelens in taal
konden worden omgezet. Het kan opgevat worden als een uitleg van haar reden om
te schrijven:
‘Misschien was dat wel de wetenschap kind te zijn. Beseffen dat ik nieuw was in een oude wereld en dat alles
wat ik was (dacht en voelde) ergens in zou passen, omdat er al zoveel was,
zoveel dat ik nog onmogelijk kon overzien. Misschien was het de onmogelijkheid
om die dingen zelf te verwoorden, in levende gesproken taal. Een onmogelijkheid
die altijd is blijven bestaan. Door het schrijven leerde ik later de dingen
steeds weer anders te zeggen, te herschrijven dus. Net zolang tot het klopte en
ik mijn gedachten had omgezet in iets tastbaars en zo had ontdekt waar die
gedachte in paste, in de tekst die ik zelf had gemaakt maar waarvan ik de
inhoud nooit zo aan iemand had kunnen vertellen.’
Om ontroering over te brengen, moet men eerst op papier een
werkelijkheid creeëren. ‘Ontroering veronderstelt een bekende werkelijkheid die
doorbroken wordt. De ontroering vindt plaats op moment van de doorbraak.’
Ook over toneelschrijven zegt ze dat ze, in tegenstelling
tot een verhaal dat ze in stilte schrijft,met zichzelf als lezer, steeds te
maken met een hele groep die om haar heen hangt en haar lastig valt.
Gerritsen kan hilarisch schrijven over een avond met de
Amerikaanse zanger Buck Owens, de kopstoot van Zidane tijdens het
wereldkampoenschap voetbal in 2006, ze danst in de Hema, legt uit dat koffie
drinken niet hetzelfde is als koffie bestellen, heeft door haar katholieke
verleden geen moeite met de inconsequenties van het geloof, vraagt zich tijdens
een orthodoxe kerkdienst in een kathedraal in Sofia, Bulgarije af of ze er goed
aan heeft gedaan om haar handtas voor haar voeten neer te zetten en formuleert
tegendraadse gedachten over de economische crisis: Amerikanen kunnen tenminste
dromen en zijzelf vindt het net als Dennis Potter heerlijk om geld uit te
geven,
Alledaagse situaties leiden tot verkeerde verbanden, zoals
in de file staan tot een beschouwing over de gevolgen van de bevolkingstoename,
die, zoals ze later in het Journaal ziet, niet blijkt te kloppen omdat er
sprake is van een bevolkingskrimp. Het is ondoenlijk al die waarnemingen te
noemen. Interessant zijn ze zeker. Net als haar andere werk zijn ook deze
columns pretentieloos, eerlijk en eigenwijs.
Omdat ik het niet beter kan inleiden dan op de site staat,
hierbij dit plagiaat:
Sunny Bergman reist over de wereld langs de grenzen van ons
denken over seksualiteit, de liefde, vrouwelijkheid en het lichaam. Vanuit een
persoonlijk betrokken perspectief gaat Sunny in Oeganda, China, Cuba en India
op zoek naar verrassende denkbeelden, die aan onze eigen (westerse) ideeën
wrikken over wat normaal is, of hoort te zijn. We zien dat in het liberale
Nederland, dat seksueel bevrijd lijkt te zijn, toch dogma's en vastgeroeste
conventies bestaan. Seks is veel complexer en boeiender dan wat we dagelijks
voorgeschoteld krijgen. Met een open en vragende houding en door ook haar eigen
verhaal te delen, komt Sunny Bergman dichtbij de belevenis van zeer
verschillende vrouwen die haar uiteenlopende (zonnige en minder zonnige) kanten
van seksualiteit en relaties laten zien. Ontmoetingen die vraagtekens zetten
bij de ideeën die wij hebben over ons lichaam en seksualiteit. Waarom willen we
designer vagina's als lange schaamlippen lekkerder zijn? Hoe komt het dat er
zoveel nadruk ligt op jong zijn, als je op hoge leeftijd juist meer schijnt te
genieten? Waarom genoegen nemen met uitsluitend fysiek genot, terwijl seks een
goddelijke ervaring kan zijn? En waarom laten we ons liefdesleven verstikken
door de huur en de afwas? Elke plek biedt een nieuw en heel eigen perspectief
op seksualiteit.
Deel
1 Oeganda
We beginnen in de Bijlmer waar een groep Oegandese vrouwen
samenkomt voor een kitchen tea party, hetgeen een alibi is om met elkaar over seks te
praten. Een van de vrouwen zegt dat haar slaapkamernaam Tijger is. Ze kan goed
shacken. Sunny vraagt zich in het vliegtuig af hoe deze vrijmoedigheid ontstaat
is.
Ze luistert in Oeganda naar Radio Simba dat een programma
over seks uitzendt. In Oeganda moeten tantes de meisjes voorbereiden. Deze
zussen van de vader worden ssenga’s genoemd. Er zijn ook beroepsssenga’s zoals
Brenda, die Sunny inwijdt. Ze doet liggend een lustopwekkende dans, waarbij het
bekken in een acht bewogen wordt en fluistert sexy. Ook raadt ze aan to
tighten up om de man een goed gevoel te geven. Door de kont omhoog te
brengen kan de man dieper penetreren. Door te trekken aan de binnenste
schaamlippen wordt de erogene zone groter.
Sunny bezoekt een islamitische school en vraagt de meisjes
of ze baat hebben bij dit soort voorlichting, maar daar laten de bakvissen zich niet over uit. Twee maatschappelijk werksters
nemen haar mee de binnenlanden in. Een vrouw zegt dat een orgasme een teken van
liefde is. Ze beweegt alleen met het bekken.
Sunny vraagt hoe ze seks heeft met alle kinderen zo
dichtbij. De vrouw antwoordt dat ze seks hebben als de kinderen slapen en dat
ze zachtjes doen. Sunny concludeert dat de sekslessen de vrouwen zelfvertrouwen
geven.
Een vrouw bekent dat ze onder druk uitgetrokken is. Ze vindt
het vreemd dat de labia in Nederland schaamlippen worden genoemd. Ze is er
juist trots op, je kunt toch niets aan je lijf veranderen.
Sunny gaat met een van de maatschappelijk werksters de
badkamer is om hun schaamlippen te vergelijken. Ze vindt het frappant dat
zoiets kan. Brenda zegt dat vrouwen bij elkaar kunnen trekken als ze dicht
tegenover elkaar zitten, maar ze mogen niet vingeren. Er is een taboe op
homoseksualiteit. Dat wordt gevoed door Amerikaanse evangelisten, die het
traditionele gezin willen beschermen. De christelijke leer drukt in een land,
waar tachtig procent christen is, zijn stempel op de politiek.
Stosh is een lesbiënne die last heeft van de homohaat. Na
een verkrachting kreeg ze aids.
Sunny ziet een groot contrast tussen het trekken aan de
schaamlippen en de homohaat. In de Bijlmer vertelt een vrouw, die op een
nonnenschool zat, dat een non haar trok maar dat dat verder geen seksuele
connotatie had.
Sunny vraagt een vrouw hoe vaak ze vrijt en hoort dat ze dat
vaak doet om een man te bevestigen. Een kojja is een oom die een man
inwijdt in het seksuele spel. Likken wordt niet aangemoedigd vanwege aids,
behalve in een vaste relatie. De familie bemoeit zich met het seksuele leven
van een echtpaar. Soms ging de oom zelfs voordoen aan de man hoe hij zijn vrouw
moest bevredigen, maar dat is verleden tijd. Seks is wel een collectieve verantwoordelijkheid.
Sunny kan zich niet voorstellen dat ze haar broer vraagt om haar kinderen
seksuele tips te geven.
Ze hoort over katchabali, een techniek waarbij de man
zijn eikel over de clitoris van de vrouw wrijft. Ook achter de toonbank van het
restaurant waarin ze zitten, wordt daar gewoon over gepraat.
Sunny gaat in een kleurig gewaad mee naar een traditionele
bruiloft, een collectieve investering, ook in financieel opzicht. Eerst gaan ze
naar de kapper. De bruid wordt gestyld, het haar van Sunny opgestoken. De
vrouwen geloven niet dat Sunny eens in het half jaar naar de kapper gaat, zij
gaan elke veertien dagen. Het is daar belangrijk om er steeds ander uit te
zien. ‘Om de man te behagen,’ veronderstelt Sunny. Dat klopt. Sunny vindt dat
ze er wel erg veel moeite voor doen.
Seks is het cement voor een goed huwelijksleven. In
Nederland is het belangrijk om er sexy uit te zien, in Oeganda leert men om op
een prettige manier seksueel actief te zijn.
Deze aflevering is opgedragen aan homo activist David Kato die
op 21 januari 2011 in zijn huis in Kampala werd vermoord.
Deel
2 China
Sunny bezoekt het matrilineaire gebied - zoals dat heet - in
de Himalaya waar Mosou-vrouwen de touwtjes in handen schijnen te hebben. Door
het zogenaamde wandelhuwelijk blijven de families intact. De man bezoekt zijn
vrouw ’s nachts in haar flower room en in de ochtend vertrekt hij weer. De
kinderen blijven bij de moeder. Sunny denkt dat de verhoudingen gelijkwaardiger
zijn en meer op liefde gericht dan bij ons omdat er geen economische belangen
op het spel staan.
Ze spreekt daarover de bekende schrijfster Namu, die beaamt
dat er geen echtelijke ruzies zijn omdat de partners niet samenwonen. De dynamiek
van gezinsleven en liefde wordt niet vermengd en daardoor kan het huwelijk niet
ontwricht worden. Er ligt een ander concept van vaderschap aan ten grondslag.
Sunny kan zich niet voorstellen dat haar kinderen door haar broer worden
opgevoed.
We ontmoeten een Mosou paar, Rhing en zijn vrouw. De laatste
zegt dat Rhing haar eerste partner is omdat er weinig te kiezen was. Rhing
houdt van de persoonlijkheid van zijn vrouw.
Sunny hoort in een Mosou-museum dat een vrouw een man niet binnen
hoeft te laten in haar flower room en dat een man uit schaamte om weggestuurd
te worden niet te vaak zal aankloppen. Men praat niet over seks, ook jongeren
doen dat nauwelijks. De vraag wie het initiatief neemt, is impertinent. De
vrouwelijke gids zegt dat er vroeger symbolen waren als liederen, dansvormen en
geschenken om aan te geven dat men elkaar aardig vond, de jongeren gebruiken
hun mobieltjes. Namu zegt dat man en vrouw van seks genieten maar dat niet
tonen.
De gids heeft zelf een huwelijkscertificaat omdat ze in de
stad woont. Ze neemt Sunny mee naar haar familie in de bergen. Per bus en het
laatste stuk lopend met hun bagage op ezels. De familie geeft de gids cadeaus
waarover zij zich bezwaard voelt, maar weigeren kan ze niet. Als boegbeeld van
het dorp kan ze zich geen misstappen veroorloven.
Haar zus zegt dat ze in cultureel opzicht op de Tibetanen
lijken. Weer is de vraag wie het initiatief neemt taboe. De zus ondervraagt
Sunny over háár relatie. Sunny zegt dat zij ruzie maakt met haar partner over
de taakverdeling in huis. De zus en zwager zeggen dat ze nooit ruzie hebben.
Het Mosou-gebied bij Lake Lugu is een toeristische
trekpleister. De gids spreekt van een misverstand. Andere Chinezen denken dat er
vrije seks plaatsvindt, dat de man geen verantwoording draagt, dat de Mosou
primitief zijn en in klederdracht rondlopen.
Er blijkt zich een ondergrondse hoerenindustrie in de
omgeving ontwikkeld te hebben.
Sunny heeft in een boek van Namu gelezen en in documentaires
gezien dat er open seksuele relaties bestaan, maar dat blijkt volgens de gids
een mythe. Ze is ontdaan. Een Mosou vrouw heeft geen verschillende relaties en
laat zich niet prostitueren. Woorden als verkrachting, sexy of slet komen niet
in hun woordenboek voor. De vrouw is geen seksueel object. Ze kennen wel het
woord orgasme.
Namu zegt dat zij over haar eigen ervaringen schreef, dat
iedereen anders is, dat de gids niet voor anderen kan spreken en dat men zich
is gaan schamen voor de eigen cultuur. Het traditionele leven is veranderd,
gemoderniseerd. Sunny concludeert dat de Mosou wellicht hun imago hebben
aangepast omdat ze genoeg hadden van hitsige toeristen. Ze leeft zich uit in
een karaoke bar.
Deel
3 Cuba
In Cuba krijgen alle vrouwen aandacht van mannen, zegt een
Duitse vrouw. In Havanna weet je wat het betekent om je helemaal vrouw te
voelen. Iedereen wordt bewonderd, ook de mannen door de vrouwen, zegt Sunny. Is
het lichamelijk zelfvertrouwen typisch Cubaans? vraagt ze zich af.
Elke vrouw is mooi, zegt een vrouw die deelneemt aan een
cursus aerobics. Waarom zijn vrouwen in rijke landen onzekerder? vraagt Sunny.
‘Vanwege de commercie,’ luidt het antwoord. In Cuba is reclame verboden en
daarom wordt er geen ideaalbeeld geschapen.
Een interessante gedachte.
De lesbische gids Annabel woont samen met haar oma en tante,
maar praat niet met haar oma over haar seksuele voorkeur. Ze denkt veel aan
seks en mist soms de focus op haar werk. Ze neemt Sunny mee naar haar
vriendinnen. Ze bespreken de lengte van haar rok. In Cuba is een korte rok op
je werk geen enkel probleem. Sunny zegt dat ze zich minder serieus genomen
voelt als ze sexy gekleed gaat. Annabel antwoordt dat Cuba een open cultuur
heeft en seksueel is ingesteld.
Ze bezoeken een fotoshoot voor vijftienjarige meisjes, die
gebruikelijk was in de tijd waarin een meisje zich ging aanbieden. Sunny moet
er ook aan geloven. Ze ziet veel verliefde stelletjes op straat en hoort dat
mannen goed in seks zijn. Een oudere vrouw heeft het gevoel dat ze nog steeds
op huwelijksreis is. Seks is goed voor je, zegt een ander, het gaat om het
orgasme. Ze gaan op bezoek bij Lucy van het aerobicsgroepje, die met haar
vriend de perrea voordoet, een soort hondjesdans. De vriend gedraagt
zich macho en Lucy accepteert dat niet. Hij is opgevoed door vrouwen die het
machisme accepteerden, zegt ze. ‘Waar liefde is is goede seks,’ voegt ze
daaraan toe.
Sunny ontmoet een oude Cubaanse vlam die getrouwd was met
een Zweedse. Omdat de laatste ook aanwezig is, voelt Sunny zich ongemakkelijk.
De vlam hangt nog steeds de casanova uit. Hij bekent haar dat hij zijn ideaal
nog steeds niet gevonden heeft. Lucy zegt dat veel mannen een buitenlandse
vrouw nemen omdat ze naar de eerste wereld willen. Een vrouw zoekt een mooie
zwarte man omdat die lichaamswarmte bezit en veel energie heeft.
Annabel noemt zoiets een stereotype.
Een Hollandse blondine heeft veel Cubaanse vriendjes gehad
en zegt dat die hun vrouwelijke kant durven tonen, veel uithoudingsvermogen
hebben en weten hoe ze een vrouw moeten laten klaarkomen. Ze denkt dat men in
Cuba vaker seks heeft omdat ze minder materie hebben.
Ze gaan op bezoek bij Mariela Castro, de dochter van de
president en seksuologe, die zegt dat Cuba beïnvloed is door de Afrikaanse
cultuur. Een voorbeeld daarvan is de Santeria-cultus waarbij urenlang wordt
gezongen tot de goden. Lucy zegt dat de seksuele geaardheid daarbij niet
uitmaakt. Iedereen heeft de ruimte zichzelf te uiten. Castro is fel tegen
homohaat en steunt travestieten. Een mooi initiatief in een land dat toch veel
macho’s kent.
In New Delhi zoekt Sunny naar een verband tussen
spiritualiteit en seks. Schijfster Sania kleedt de pop Krishna aan. Iedereen is
verliefd op hem en op zijn minnares Radha. De onderliggende dimensie in ons
leven is God en die manifesteert zich overal, in bomen maar ook in seks. In het
hindoeïsme is seks niet zondig, maar een manifestatie van het goddelijke.
Sunny ziet de verwevenheid van het goddelijke en het
menselijke overal in het straatbeeld terug.
Sandia toont een kleurrijke uitgave van de Kama Sutra uit de
tweede eeuw na Christus, die volstaat met erotische afbeeldingen. Het boek is
populair, het beste exportproduct. Volgens
Sandia haalt porno, anders dan de Kama Sutra, de vrouw
omlaag.
Sunnny beoefende yoga maar wist niet dat yoga en seks met
elkaar te maken hadden. Ze oefent de bekkenbodemspieren en het uitademen
voordat ze een orgasme krijgt. Ze begrijpt dat ze haar partner dan moet waarschuwen.
Het orgasme is verbonden met goddelijke energie. Seks moet niet haastig en
zonder eigenbelang plaatsvinden. De inzet voor de ander is het belangrijkste.
Omdat de vrouw het langer kan volhouden is het van belang dat de man haar in de
stemming brengt.
Sandia zegt dat de huidige Indiase cultuur niet openstaat
voor seks, maar veel taboes kent. Ze laat een fragment zien uit A passage to
India waarin een westerse vrouw schrikt van erotische muurschilderingen. De
kolonisten met een Victoriaanse moraal drongen de inwoners hun preutsheid op.
In Noord-India is men minder sensueel dan in het zuiden. Nu moet men weer van
het westen leren om met seksualiteit om te gaan.
Sunny spreekt met een dertigjarige vrouw die in het westen
studeerde maar moeite heeft met daten. Haar moeder wil dat ze maagd blijft tot
haar huwelijk. Haar vriendin die van hetzelfde laken een pak is, vindt het niet
frustrerend, want ze houdt het al zo lang vol.
Sunny vertelt hen dat ze met zeventien ontmaagd werd en blij
dat ze het gehad had. Ze erkent dat terloopse seksuele contacten onbevredigend
kunnen zijn.
Met een gids gaat ze naar de Baul in Bengalen om seks-yoga
te leren. De guru zegt dat ademhaling belangrijk is en dat het, anders dan in
de tantra praktijken in het westen die de seksuele prestatie willen verbeteren,
om verlichting gaat. Sunny kan dus niet zomaar een lesje krijgen. Er woont daar
ook een Zweedse, een minnares van guru Binod Das, die haar een en ander
uitlegt.
Een hoge guru in de lotus houding stelt Sunny op zijn gemak.
Zij vraagt zijn soulmate of zij wel eens lichamelijk naar een ander verlangt
maar zij blijkt geheel bevredigd. Het gaat om het bewustwordingsproces, iets
dat altijd door gaat, zegt de guru. Hij stuurt een leerling mee naar haar
slaapkamer om de geheime technieken uit te leggen. Sunny snapt er niet zoveel
van, maar de Zweedse zegt het de moeite waard is om er een studie aan te
wijden.
Slotopmerking
Het was interessant om de heel verschillende sferen in een
land aan de hand van dit onderwerp over vrouwelijke seksualiteit te proeven. Sunny
Bergman deed het ook fantastisch. Ze doet zich naïef voor en wil zelf ook wel
haar verhaal doen aan haar gesprekspartners. Die openheid siert haar.
Sunny wil graag interactief werken en anderen bij haar
documentaires betrekken. Ze maakte eerder de documentaire Beperkt houdbaar
en is voor de Sunny side of sex geïnterviewd
door Reimer van Tuinen. Verder is meer info te vinden op de website theimportanceofbeingsexy.
Ze roept vooral mannen op om filmpjes te uploaden.
Het toneelbeeld geeft meteen weer waar je ons bevinden, in
de keuken van een kasteel. De graaf is op vakantie. Het personeel neemt het
ervan, daarbij aangevuurd door freule Julie, de dochter van de graaf. Rook rond de keuken
geeft de chaos aan die er buiten heerst, maar binnen is het niet veel beter.
Het is een armoedig zootje daar in de keuken. De muren worden met tape bijeen
gehouden, In het schamele interieur werkt Kristin de verloofde van knecht Jean,
die bij haar aan de keukentafel zit. Ze hebben geen goed woord over voor het
oproer, trouw als ze zijn aan de graaf. Kristin roert in de potjes, Jean eet
zijn niertjes weg, wel met een fles dure Franse wijn in plaats van met
bier.
In die keuken komt tijdens de broeierige midzomernacht de
intrigante Julie op bezoek. Ze zal daar wel even bij de bedienden de poppen aan
het dansen krijgen, nadat zij door haar verloofde, een procureur, aan de kant
is gezet. Ze komt sidderend van ingesnoerde lust op Jean af, drinkt bier en
vraagt hem ten dans. Kristin meent dat Jean een verzoek van een hoger
geplaatste niet kan weigeren en ziet gelaten toe hoe Julie haar verloofde van
haar aftroggelt. Nog wat later is ze in slaap gevallen naast de haard en gaan
de twee zich te buiten aan een koortsig seksueel spel.
Dat is bijzonder mooi gespeeld, dat kat en muis spel van
aantrekken en afstoten, de aarzeling van Jean, die als kind al verliefd op
Julie was, om zich over te geven aan zijn impulsen, de angst voor de
consequenties, de lust van Julie die wel uit haar ingesnoerde jurkje moet
barsten. De gevolgen zijn er niet minder om. Julie is in paniek en meent dat ze
niet langer in dat kasteel kan blijven. Ze wil vluchten, ze moet weg, maar
opeens is Jean helemaal niet meer zo geïnteresseerd in haar, hetgeen haar
paniek doet toenemen. Ze wil naar het Como-meer waar de sinaasappelen aan de
bomen hangen, maar Jean weerspreekt dat: het regent daar altijd.
Met zware middelen wordt het drama uitgebouwd. Met klodders
poep uit de wc kalkt Kristin het woord merde op de muur, de rook blijft
uit de gaten stromen. het tikken als van een klok suggereert een grote
spanning. Het wordt al licht buiten, de graaf komt straks terug. Julie houdt in
een overspannen fantasie de anderen voor hoe het is als ze straks een hotel in
Zwitserland hebben, zij gepeperde rekeningen opmaakt en Kristin de cheffin van
de keuken is.
Er is niets mis met deze voorstelling van Toneelschuur
Producties, die a.s. woensdag in première gaat, al zou er meer humor in gekund
hebben en had het einde wat duidelijker gemogen. Wendell Jaspers speelt,
bijgestaan door Guy Clemens en Eline ten Camp, net als in 4.48 Psychosis weer de sterren van de hemel.
Mooi is dat regelmatig door de spelers in de microfoon (maar ook tijdens het
spel) verteld wordt wat er gebeurt of wat er gaat gebeuren. Deze soort voice-over geeft vaart aan
het spel, voorkomt nodeloze handelingen en zo kunnen er meerdere situaties
tegelijk plaatsvinden. ‘Pantonime,’ roept Kristin cynisch als Julie zich wulps
om Jean heendraait, ‘ballet’ als de laatste de eerste op de keukentafel neemt.
Sterk is de opkomst van Julie in zwarte rijlaarzen en een mannelijke air. Ze is
ooit als jongen opgevoed door haar moeder, hoewel Jean haar al kind in een roze
jurkje en witte kousen zag.
Alleen mist deze klassieker van Strindberg relevantie voor
de tijd van nu. We kijken naar een overlevering. De tekst gaat over een
standenmaatschappij die niet meer de onze is. In de flyer over de voorstelling
zegt regisseur Thibaud Delpeut dat hem de overeenkomst trof tussen het einde
van de negentiende eeuw waarin Strindberg leefde en de huidige tijd met zijn
opkomend populisme. Ik kon echter tijdens de voorstelling geen verband leggen
met de huidige maatschappij. Verschillende keren wordt gezegd dat het volk
spuugt op de rijken, maar dat lijkt me niet het geval met het huidige
populisme. Dat spuugt vooral op de linkse cultuur die het volk wil verheffen,
maar wil de oude verhoudingen intact laten.
De kloof tussen de behandeling van fysieke pijn en
geestelijk trauma.
In de goedgevulde binnentuin van boekhandel H. de Vries in
Haarlem ondervraagt neerlandicus Wim Vogel Anna Enquist over haar nieuwe roman
De verdovers, die mooie recensies krijgt en goed verkoopt.
Het is te merken dat het met plezier geschreven is, zegt
Vogel.
Enquist vindt het leuk dat het eraan af te lezen is. Ze
werkte er negen maanden aan, zeven dagen in de week vijfhonderd woorden, en was
steeds zelf benieuwd hoe het verder ging.
Vogel zegt dat het boek een heldere structuur heeft met
afwisselend de protagonisten Drik, een psycho-analyticus en zijn zus Suzan, een
anesthesiologe. Veel vaart ook. In de herfst 2010 deed Enquist nog een stage in
het ziekenhuis en nu ligt er al een omvangrijke roman.
Enquist antwoordt dat ze in oktober in het ziekenhuis al
begon met schrijven, in een schrift van de Hema.
Vogel weet dat Simon Vestdijk ook in Hema schriften schreef.
De thematiek wordt duidelijk in het nawoord dat Enquist voorleest. Het gaat
over een stage op een afdeling van het VU - ziekenhuis ten einde daarover te
schrijven. Bert Keizer ging haar voor. Enquist koos de afdeling
anesthesiologie. Als psycho-analytica vindt ze het heilzaam te voelen wat er
omgaat in haar patiënten, zodat de ziektesymptomen verdwijnen, een
anesthesiologe daarentegen wil juist het omgekeerde. De tegenstelling boeide
haar. De hoofdpersonen Suzan en Drik vertegenwoordigen allebei een richting.
Beiden proberen ergens binnen te dringen. Suzan in de luchtwegen en de
bloedvaten van de patiënten. Privé hebben ze veel met elkaar te maken, maar ook
zakelijk raken ze verknoopt met een vreselijk einde tot gevolg.
Vogel vraagt naar het verschil tussen ziekenhuiswereld en
spreekkamer.
Enquist antwoordt dat de televisieserie ER aardig klopt met
de werkelijkheid, alleen hebben de medewerkers losse haren. In de
therapieruimte is men alleen, in het ziekenhuis wordt er altijd meegekeken.
Enquist was niet jaloers op het samenspel, ze was getuige van conflicten die
zij niet heeft. Ze leest een fragment voor om een beeld te geven van de sfeer
in het ziekenhuis. De medicus is als een keeper in een voetbalelftal: hij kijkt
toe, maar opeens is er dreiging en dan moet hij er staan. Enquist heeft de
stage als boeiend ervaren. Vantevoren bestudeerde ze handboeken over de
technische materie en hield diepteinterviews met medewerkers. Ze was ’s
ochtends om half acht bij de overdracht, liep een dag mee met een medewerker en
deed ook dag- en nachtdiensten. Men vond het leuk haar vragen te beantwoorden.
Ze viel niet op omdat iedereen hetzelfde blauwe pak draagt. Sommigen dachten
dat ze van de inspectie was. Haar verslag werd gelezen door de belangrijkste
mensen van de afdeling. Men was blij dat het belang van het vak beschreven
werd.
Drik is erg onzeker, zegt Vogel. Hij noemt zijn vak een
moeras van vaagheden.
Enquist antwoordt dat anesthesiologie heel exact is en
bijvoorbeeld om bloeddrukwaarden gaat, terwijl een psycho-analyticus alleen
algemene richtlijnen heeft. Drik heeft een half jaar niet gewerkt vanwege het
overlijden van zijn vrouw en heeft nieuwe patiënten waardoor zijn habituele
twijfel groter is. Haar personages zijn in disbalans. Drik communiceert niet,
Suzan heeft een relatie met haar opleider en weinig introspectie. Suzan heeft
een slechte relatie met haar dochter Roos, omdat ze getraumatiseerd is vanwege
de opvoeding door een stramme tante. Ze heeft niet voor niets voor haar beroep
gekozen. Ze hoeft maar kort contact te hebben met haar patiënten.
Vogel heeft geconstateerd dat de hoofdpersonen naar elkaar
toe groeien. Drik wil problemen toegedekt laten, Suzan vraagt zich af of haar
patiënten iets voelen. Ze doet onderzoek naar gewaarwordingen.
Enquist had een gesprek daarover met een hoogleraar die
beaamde dat patiënten zich soms zaken van de operatie herinneren.
Anesthesiologen scoren het hoogst op de zelfmoordlijst onder medici. Daarna
komen de psycho-analytici, de huisartsen en de tandartsen. De fysieke verdovers
weten precies wat ze moeten gebruiken en hebben toegang tot de middelen.
Enquist hoorde over verslaving aan opiaten, maar altijd in de vorige werkkring.
Dokter Pulver zaait papavers, merkt Vogel op. Hij vraagt
naar de verschrikking van kerst.
Die periode is stress verhogend zegt Enquist, omdat men vaak
teruggaat naar het gezin van herkomst met alle woede en schuld van dien. Zoiets
is te voorkomen door je de toestand voor te stellen en te bespreken. Ander
gedrag vertonen kan ook heel verfrissend werken.
Vogel vraagt haar naar de uitspraak dat de fantasie erger is
dan de werkelijkheid.
Enquist antwoordt dat je in de werkelijkheid weet waaraan je
toe bent, maar dat je fantasie met je aan de loop kan gaan.
Het omslag met de zwaan vindt ze mooi. Ze wist altijd bij een
roman welk plaatje erbij hoorde maar nu niet. De uitgeefster vond een foto op
internet die dreigend was en sprekend. Ze gaat ook in op de indeling van haar boek als die van
een sonate.
Vragen uit de zaal betreffen allereerst de structuur van het
boek. Of Enquist met opzet voor een roman gekozen had en niet voor poëzie of
een essay. Enquist was na Contrapunt (2008) weer toe aan een nieuwe
roman, zegt ze. Daarmee bereikt ze meer lezers dan met een essay. Ze wilde er
eerst een detective van maken, maar koos daar uiteindelijk niet voor.
Zijn karaktereigenschappen als dienstbaar en verlegen
kenmerkend voor anesthesiologie? vraagt een ander. Enquist antwoordt dat het
vak zich enorm ontwikkeld heeft. De oudere garde was dienstbaar aan de chirurg,
nu werkt met in samenspraak met. De nieuwe lichting speelt óf graag de tweede
viool óf wil zich als haantjes niet laten wegduwen. De hoge suïcide cijfers
zouden op de karakterstructuur van toepassing kunnen zijn. Er werken relatief
veel vrouwen op de afdeling omdat men zich tijdens een operatie kan laten
vervangen.
Een vroegere werkneemster van het VU-ziekenhuis vond het
mooi dat het boek de werkelijkheid toont zoals die is, het zegt zoals het is.
Enquist zegt dat er altijd de verleiding is om er een eind aan te breien, om de
afloop van de ziekte te vertellen maar dat wist ze niet.
De VU heeft dit project bedacht, zegt Enquist, om zich te
positioneren, de eigen identiteit te tonen, om te laten zien dat een ziekenhuis
meer doet dan alleen technisch medisch ingrijpen. Van een christelijke
identiteit heeft ze niets gemerkt.
Vogel vraagt haar wat ze heeft geleerd als psycho-analytica
of als psychotherapeut.
Enquist merkte weer hoe mensen, net als musici, in beslag
worden genomen door hun werk. Ook anesthesiologie leent zich voor intensieve
beoefening. Daardoor is men minder bereikbaar voor therapie.
Vogel zegt dat haar stage een prachtige roman heeft
opgeleverd.
De leden van de band De Dijk zijn goede vrienden, hoewel ze
volgens zanger Huub van der Lubbe elkaar niet veel vertellen over hun eigen
leven. In het busje op weg naar een optreden komen ze op dezelfde golflengte en
voor een concert slaan ze de handen letterlijk in elkaar. Nederigheid, zegt
drummer Antonie Broek, is nodig om muziek te kunnen maken. Je bent onderdeel
van een groter geheel. We zien een bewonderend publiek dat zich herkent in de
positieve teksten. De band oefent, men spreekt over mogelijke veranderingen in
liedjes, dat is een gevoelig proces, er moeten wel eens knopen worden
doorgehakt, zegt Huub. Hij schrijft de teksten en de anderen maken de muziek.
Gitarist Nico Arzbach is vaak als eerste met zijn versie klaar en vaak is die
ook raak. Ze doen alle verdiensten in een pot en verdelen dat, alleen krijgt
Huub wat extra voor zijn teksten. Toetenist Pim Kops kan zich voorstellen dat
hun gastheer soms wel eens met zijn rol overhoop ligt.
Huub leest voor uit een dagboek uit 1982 waarin hij het
gevoel had dat hij overal achteraan hobbelde hoewel hij erbij zegt dat je dat
op grond van hun grote productie niet zou zeggen.
Zelf gaf hij laatst aan dat hij na dertig jaar misschien
wilde stooppen omdat hij nog wel meer dingen op zijn lijstje heeft staan.
Wellicht komt hij daarop terug, net als eerder op de beslissing om niet op te
treden met Solomon Burke in Paradiso.
De soul legende Burke loopt als een rode draad door de
documentaire heen. Antonie wijst in zijn soulbijbel de zinsnede aan dat soul
met salvation te maken heeft. Huub laat oude soul platen zien van Wilson Pickett en Otis
Redding. Ze waren verbaasd dat Burke een plaat met hen wilde maken. In 2007
was dat zover. Burke had niets voorbereid en het eerste nummer werd ook een
flop, maar Hold on tight
dat hij via een autocue zong was een grote verrassing. Met het geïmproviseerde
einde scoorde hij het ene doelpunt na het andere, zegt Huub, die volgens Pim
nog nooit zo blij was geweest.
Burke nodigde hen uit voor een concert in de V.S. maar het
contract was financieel niet interessant. Wel komt er een optreden in oktober
2010 met Burke in Paradiso. Huub wil niet meedoen met een gitaar, maar de
anderen accepteren dat niet. De ontsteltenis is groot als ze horen dat Burke op
Schiphol in het vliegtuig overleden is. Ze weten zeker dat het optreden door moet
gaan. Als een eerbetoon. Dochter en kleindochter van Burke komen ook op het
podium en zingen uit de grond van hun hart Everybody needs somebody
De
verwachtingen van De dijk zijn echter de grond ingeboord. Huub is 57 jaar oud
en denkt aan een theaterprogramma, maar dat wordt hem niet in dank afgenomen,
vooral niet door JB Meyers, de gitarist en de jongste van het stel. Huub was
verrast, ontroerd. Mag het licht uit, zingt hij, als ik je in mijn armen sluit.
en ook: Ik Jou en Jij Mij
Wanneer het niet gaat, zoals je hoopt
Waar je voor staat, wordt maar gesloopt
Hoe je ook steigert: ze doen het toch
Moet je maar denken: jij hebt mij altijd nog!
Niets gaat het halen, alles slinkt en slijt
Legt het op den duur af, tegen de tijd
Maar wat er ook komt, hoe het ook zij
We hebben elkaar, ons allebei
We hebben elkaar: IK JOU EN JIJ MIJ
De cd Hold
on tight van De Dijk met Solomon Burke kreeg een platina onderscheiding.