Amateuristisch spel in etnisch Surinaams liefdesdrama.
Wan Pipel speelt een jaar na de onafhankelijkheid van
Suriname in 1975. Zoals Leonard Retel Helmrich, die furore maakte met Stand
van de sterren, in Parradox al zei, gaat deze film over
relatieproblematiek. Dat is niet de gebruikelijke met een keuze voor de een of
de ander, maar deze speelt zich af in etnisch - en cultureel heel verschillende
werelden van Nederland en Suriname. De creool Roy Ferrol, die in Nederland
economie studeert, staat voor de keuze tussen de blanke Karina of de
hindoestaanse Rubia. Daarbij speelt ook nog eens een generatieconflict tussen
vader en zoon Ferrol. Aan drama geen gebrek, al wordt dat erg matig uitgewerkt.
Het kan zijn dat vijfendertig jaar geleden de technisch
mogelijkheden veel minder waren dan tegenwoordig, want het geluid is blikkerig
zoals in goedkope pornofilms en het acteren erg gemaakt. Het begint er al mee
dat de stervende moeder van Roy graag haar zoon nog een keer ziet. Hij krijgt
dus een telegram en gaat met het spaargeld dat Karina opnam om de vlucht te
betalen, terug naar Suriname. De blik van de weldoorvoede moeder is niet echt
die van een stervende.
Tijdens haar begrafenis wordt gesproken over de
verschillende bevolkingsgroepen in Suriname. De voorganger spreekt de hoop uit
dat ze ooit wan pipel zullen zijn.
Mooi is de clash tussen de creoolse en de hindoestaanse
cultuur. De hindoestaanse verpleegster Rubia haalt Roy, tot ergernis van de
wederzijdse vaders, vaak op met haar auto voor een avondje uit. Als ze elkaar
wat beter kennen, neemt ze Roy mee naar een trouwerij in haar familie in
Nickerie. Een nichtje wordt uitgehuwelijkt en zou liever naar Nederland
vluchten. De familie is niet gecharmeerd van Roy en stuurt hem naar een hotel
om daar te slapen. Rubia gaat bij hem op bezoek. Roy en Rubia worden tijdens de
hindoestaanse plechtigheid niet geaccepteerd en vluchten weg.
Het is ook mooi dat Roy voor het eerst samen met Rubia zijn
land ontdekt, de vrijheid en de prachtige natuur, en dat hij zich daarvoor wil
inzetten, maar het is moeilijk voorstelbaar dat hij zo nonchalant en naïef doet
over zijn toekomst. Hij zit rustig in het huisje van Rubia, die na een conflict
met haar vader op haar eentje is gaan wonen, een afhaalmaaltijd te eten en zegt
tegen haar dat hij als arbeider wil gaan werken. Eerst had Rubia nog haar
bedenkingen over de omgang met een man die een vaste vriendin heeft en haar
voor een avontuurtje wil, maar later lijken haar bezwaren verdampt. Wellicht is
het de liefde, die nooit in beeld wordt gebracht, die hen verblindt.
Het drama spitst zich toe als Karina overkomt om Roy op te
halen. De vader van Roy, die zich een echte bosmens voelt en ook vaak in
ontbloot bovenlijf aan tafel zit, zegt dat diens vrouw nooit terugwilde naar de
oerwoud, maar dat hij daar graag met Karina en Roy naartoe wil gaan. Aldus
gebeurt. In een praam varen ze in noodvaart stroomopwaarts over de rivier. Pa
schaakt en is gelukkig. Karina echter niet. Roy evenmin. Hij is boos dat Karina
naar Suriname gekomen is. Er ontstaat een worsteling tussen beiden in het water
met op de achtergrond mooie dramatische zang. De finale speelt zich af in danstent
Garden Party, waar Rubia zich ook meldt. Het is vreemd dat ze meteen aan het
dansen is met Roy en dat ze geïntroduceerd wordt.
Ondanks het sterke dramatische gegeven overtuigt de film
niet. De teksten worden opgezegd, de boosheid van de vader op de verhouding
tussen de koelie meid Rubia en Roy ligt er erg dik op en veel scènes zijn erg
voorspelbaar.
Ik keek na Parradox met de ogen van iemand die weet dat De
la Parra aasde op een Gouden Palm, dat Willeke van Ammelrooy het helemaal niet
naar haar zin had tijdens de opnamen en dat De la Parra zich vreselijk gedroeg.
Ik ben benieuwd of Blue movie, waarmee De la Parra en Wim Verstappen
rijk werden, ook zo knullig is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten