Alicja groeide op in het communistische Polen en kwam op
haar zevende naar België omdat haar ouders, beiden ingenieurs, niet konden
aarden in het communistische systeem. Ze zetten Alicja en haar twee oudere
zussen in de auto en reden naar de Oost-Duitse grens. Ze vertelt niet of ze
daar moeilijkheden ondervonden, maar wel dat het gras aan de andere kant van de
grens niet veel groener was. Ze herinnert zich van haar jaren in Polen de lange
wachtrijen, de klagende mensen en de verhalen over de andere kant. Ze kwamen in
asielzoekerscentrum Het kleine kasteeltje terecht waar ze een pasje
nodig hadden om binnen te komen, maar bij het avondeten kreeg ze wel cola, de
eerste smaak van het vrije westen.
Later verhuisden ze naar een dorp. De speelgoedwinkel lag
vol speelgoed maar spelen daarmee kon ze niet omdat ze geen geld hadden. In
haar studie filosofie heeft ze nagedacht over Oblomov. Ze herkende zijn neiging
om alles tot morgen uit te stellen.
Wim Brands vraagt haar of Oblomov een vrij man is.
Alicja ervaarde in de speelgoedwinkel het onvermogen om te
spelen met hetgeen ze uitgestald zag. Vrijheid ligt in de uitoefening, leerde
ze daarvan.
Haar vader overleed veertien maanden geleden. Hij leek op Oblomov,
maar toen hij hoorde da hij niet lang meer te leven had, benutte hij zijn tijd
goed. Alicja heeft daarvan zelf ook geleerd om haar tijd goed te besteden.
Brands neemt aan dat zelfbezonnen verveling niet loont.
Alicja zegt dat men dan niet echt vrij is.
Ze komen te spreken over de filosoof Isaiah Berlin, die
onderscheid maakte tussen negatieve en positieve vrijheid. In de eerste zin
hoef je niets, in de tweede heb je het recht je ergens mee te bemoeien, is er
sprake van een vermogen. Alicja geeft het voorbeeld van een analfabeet die niet
vrij is om te lezen, niet het vermogen daartoe bezit.
Brands begint over de vrijheid van meningsuiting. Alicja
noemt in haar boek een leraar aardrijkskunde die onzin verkoopt en daarmee
aantoont dat de vrijheid gelimiteerd is.
De absolute vrijheid bestaat niet, zegt Alicja. De leraar in
kwestie kan niet verkondigen dat Boedapest de hoofdstad van Frankrijk is. Men
denkt dat niemand de vrijheid van meningsuiting mag beknotten maar dat is dus
niet zo, zegt Alicja.
Brands vraagt haar wat haar de ogen heeft geopend.
De vrijheid in de goede zin is moeilijk te begrijpen, zegt Alicja,
die moeite heeft met de vraag. Ze noemt Kant en Spinoza die haar leidsmannen
zijn geweest.
Brands begint over de Poolse paus.
Een interessante man, zegt Alicja, ze hoopt nog voor de
zomer op hem te promoveren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten