Verontrustende gebeurtenissen voor de kust van Harlingen.
Het leven op zee is niet zonder gevaar. Dat was al zo in de
tijd van Kniertje, maar dat komt ook tot uiting in de korte roman Op zee,
waarin kantoorman Donald een sabbatical van drie maanden heeft genomen om even
helemaal weg te zijn uit het verstikkende landleven. Hij heeft met zijn vrouw
Hagar - een ongelukkig gekozen stammmoederlijke naam - afgesproken dat hun
dochter Maria het laatste stuk mee terugvaart. Tot zijn verwondering ging Hagar
meteen accoord. Ze brengt het zevenjarige meisje naar Schiphol, waar ze door
een stewardess - zelf een moeder - wordt opgevangen en doorgegeven in de armen
van haar vader, die haar op een luchthaven in Denemarken komt afhalen en met
wie ze samen naar de haven gaat waar de boot ligt die hen in achtenveertig uur
terug moet brengen naar Harlingen.
Tot zover het gegeven. Er ligt een addertje onder het gras
want de man die dit allemaal beleefd is geen betrouwbare verteller. We vernemen
later een heel andere versie van Hagar. Donald is een trotse, overspannen geest
die alles perfect voor elkaar denkt te hebben. ’Thuis ben ik nooit goed geweest
in vooruitdenken, hier doe ik niet anders. Mobiele telefoon in de oven. Logboek
klaarleggen. Beslissen. Het is schaken op zee. En met Maria aan boord vaart er
een groot offer mee.’
Het verhaal begint, als we al bijna aan het eind van de bootreis
zijn. Het schip, Ismaël geheten, bevindt zich in de Hollandse wateren met zicht
op de waddeneilanden, als Donald door een storm tot wachten gedwongen wordt.
Volgens hem is er niets aan de hand. Hij kan na twee doorwaakte nachten
gemakkelijk wachten op de glorieuze binnenkomst. Hij ziet nu
al veerboten waarop de mensen naar hem zwaaien. Tot hij merkt dat zijn dochter
verdwenen is. Daarvoor heeft de verteller in enige suggestieve zinnen al
aangegeven dat de tocht niet geheel naar tevredenheid afloopt. ‘Misschien moet
ik een washand over haar gezicht halen. Ze moet er uitzien alsof haar niks is
overkomen.’
Na de constatering dat Maria niet meer in bed ligt, gaan we
terug naar het begin van de reis die langs Groot Brittanië naar Thyboron in
Denemarken voert. Het is jammer dat er zo’n stereotyp, ouderwets beeld van de
ouders wordt geschetst, die het boek oubollig maakt. De moeder heeft van
nature een beter contact met het kind, de vader is de toekijkende derde. 'Vaders moeten zich bewijzen. Die kopen een pluchen ijsbeer, en hopen dat het
helpt.’
Donald heeft zijn eigen pedagogische opvattingen, zoals dat kinderen
zich bewust dom houden, net als hijzelf doet op kantoor. Dat is de beste manier
om te overleven. Hij wilde mogelijk, om de liefde van zijn
dochter te verdienen, haar leren hoe het is om op zee te leven. ‘Vaders
kunnen niet wachten tot hun kinderen groot genoeg zijn om er vaderdingen mee te
doen.’
Ernstiger dan de geschetste rolopvatting, die nog een beeld
van vroeger zou kunnen geven, is dat het heel erg lang duurt voor de dreiging
wordt geactiveerd. De lezer wordt aan het lijntje gehouden. ‘Het is mijn eigen
keuze geweest,’ zegt de vader in zijn ellende. Het wordt ongeloofwaardig dat
hij gewond als hij is, meent Maria ergens op zee te zien, over boord gaat en ook
weer terugkomt in de boot.
De korte zinnen geven een gevoel van spanning, van urgentie.
Het gevaar van de storm die altijd op de loer ligt, de dreiging van de natuur.
Soms worden woorden herhaald. ’Ik schonk een plastic beker vol met appelsap en
bekeek de kajuit. De kajuit was bekleed met hout dat altijd kraakte.’ Of: ‘Ik
zoek het dek af. Het dek is donker.’ Op grond van dit soort taalgebruik meen ik te begrijpen dat dit boek bedoeld is voor jongvolwassenen met weinig leeservaring. De
schrijver heeft zelfs een opstel van Sylke Heijmans in het boek opgenomen en refereert
regelmatig aan De kleine kapitein van Paul Biegel.
Af en toe passeren er suggestieve zwart-wit tekeningen, van het soort zoals op de flap staat afgebeeld, die
me op de gedachte brachten dat dit boek, dat weinig verhaal kent, net als Monkie, zonder tekst
verteld zou kunnen worden. Een grafische novelle, geschikt voor de door mij
ingeschatte doelgroep, al zit je dan nog wel met die onbetrouwbare Donald.
aangepast op 4 november 2011 om 13:41 uur.
aangepast op 4 november 2011 om 13:41 uur.
Marjo van Turnhout van Leestafel schrijft:
BeantwoordenVerwijderenDag Rein,
Je bent heel erg productief, en zolang het niet over politiek gaat lees ik
je blogs altijd.
Vandaag schiet je in de roos, want ik heb dit boek ook net uit.
Ik was dus heel benieuwd naar jouw mening. Wil je de mijne kijk dan op
http://www.leestafel.info/debuten
Ik heb natuurlijk geen idee hoe het er in jouw gezin aan toe gaat, maar ik
ken tot op heden nauwelijks de moderne rolverdeling, zoals jij die in dit en
andere boeken geschetst zou willen zien. Het merendeel is echt nog
traditioneel, zoals Heijmans beschrijft.
Evenmin stoort mij de stijl, voor mij werkt dat juist spanningverhogend. De
schrijver zet je helemaal op het verkeerde been, door die herhalingen heerst
er een sfeertje van rust, 'geen zorgen, het gaat allemaal goed'.
Hoe anders blijkt de situatie..
Ik was er dus meer over te spreken dan jij, en ik vind er ook niets mis mee
dat jongvolwassenen het kunnen lezen.
Niet alle literatuur hoeft verheven doorwrongen taalgebruik te zijn!
Ik antwoordde:
BeantwoordenVerwijderenmooie recensie, marjo
je haalt er mooie citaten uit, die ik me niet herinner.
zo zie je, hoe verschillend je naar een tekst kan kijken
ik blijf van mening dat zo'n ouderwetse opvatting een slechte keuze is,
dat zou kunnen als het boek in de jaren vijftig gesitueerd is maar ze hebben we mobiele telefoons. Ik zou Donald - ook al geen gelukkige naam vind ik - portretteren als iemand die door de opvoedingstaak overspannen is geraakt. verder vind ik het eind ook niet sterk. Overigens mooi dat jij de o met een streepje erdoor op je computer hebt.
groet rein