Over de desoriëntatie van emigranten.
In de zomer van 1978 verlieten duizenden Russische joden de
USSR. Ze passeerden het ijzeren gordijn naar het vrije westen. Het was een
gebaar van de toenmalige Sovjet leider Breznjev. Iedereen die niet naar Israël
ging kwam in Rome terecht, een doorgangsplaats.
Als je dit boek leest, zegt Wim Brands dan snap je wat
emigratie is. David was zes jaar. Zijn ouders hadden geen benul waar ze heen
moesten. Zijn vader was scheidsrechter bij gewichtheffen, zijn moeder deed iets
in techniek. Zijn opa kwam uit Letland en diende in het Rode Leger. Ze
verlieten de Sovjet Unie omdat er niets in de winkels lag en omdat joden
maatschappelijk weinig mogelijkheden kregen. Eerst wilden ze naar Australië,
daarna naar Atlanta, Georgia, maar uiteindelijk werd het Canada. Ze kenden de
Russische stereotypen over het vrije westen maar hadden ook beelden gezien van
Canada tijdens ijshockeywedstrijden die de Russen daar in 1972 speelden.
David Bezmozgis (1973) heeft een slecht geheugen maar kan
zich wel de tussenstop in Warschau herinneren waar hij gescheiden werd van zijn
ouders en op een kinderafdeling sliep en helemaal panisch werd uit vrees
verlaten te worden.
David schreef dit boek in 2004. Hij wilde al langer
schrijven over dit onderwerp. Hij las boeken van andere joodse Amerikanen zoals
Bellow en Roth, die tot een eerdere generatie immigranten behoorden. Zijn eigen
verhalen gingen over de volgende generatie. Hij beschreef in Natasja een
joods gezin in Canada. Hij verbleef voor zijn onderzoek over De vrije wereld
vier maanden in Rome. Dat was net zo lang als de familie daar in 1978 was
geweest. Ze spraken daar de taal niet en voelden zich verloren. Hij wilde dat
nabootsen door ook de taal niet te leren. Al wandelend door de straten voelde
hij de desoriëntatie die zijn ouders ook gevoeld hadden. Hij sprak met zijn
ouders en met hun vrienden. Het was moeilijk voor de familie om alles achter te
laten, tot de oorlogsmedailles aan toe. Hij vertelt een anekdote over een man
die in de stromende regen naar de Amerikaanse ambassade rende om te vertellen
over de toestand in de Sovjet Unie en over een picknickend gezin in een park
dat boven hen een luchtballon ziet voorbij trekken met daarop de woorden Good
Year. Ze denken dat het een teken is dat het hen goed zal gaan. David hield er
rekening mee dat men in 1978 een ander tijdsverloop kende, dat men bijvoorbeeld
nog moest telegraferen om contact te leggen met andere werelddelen.
Brands merkt op dat het Samuel, zijn grootvader,
die hij wel mag mogen introduceren, met tegenzin weg gaat en nog wel in het communisme gelooft.
David begrijpt dat Samuel moeilijk afstand kan nemen van
zijn idealen uit de jeugd. Hij voelt zich verwant met hem, ook met een vrouw
als Polina, hoewel hij het moeilijk vond zich in te leven in de wereld van een
vrouw.
Ten slotte wil Brands na een wat stug gesprek nog een joodse
grap horen, ook voor de toeschouwers die deze uitzending in een locatie van het
Crossing Border festival in Den Haag meemaken. David vertelt over een stelletje
dat seks heeft in Israel. De vraag luidt waarom dat zo moeilijk is. Het
antwoord: omdat iedereen zegt dat ze het verkeerd doen. Wim Brands moet na een
lichte aarzeling hard lachen. Als enige leek het.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten