Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 21 november 2011

Recensie: Jij hebt iets leuks over je (2011), Esther Gerritsen


Eigenwijze columns.

Esther Gerritsen heeft een bijzonder waarnemingsvermogen, dat is in haar eerdere boeken al duidelijk genoeg gebleken. Ook in deze bundeling van gastcolums uit de laatste tien jaar in de Volkskrant, in Humanist en andere dagbladen en tijdschriften komt dat weer tot uiting.

In het eerste verhaal Huis van een foto reflecteert ze over het menselijk verlangen om steeds groter te willen wonen, maar in hun hart verlangt men naar het oude huis waarin men vroeger gelukkig was. Ze zit in het tweede verhaal Niet schieten, ik heb een mes gezellig op de koffie bij de van oorsprong Duitse buurvouw Hanna, die haar het ene verhaal na het andere vertelt, terwijl Esther zich zorgen maakt over haar faalangst, de tijdsdruk van haar werk, wat ze aan moet op de foto of voor een lezing. Hanna wimpelt haar zorgen weg, sust haar.

Gerritsen beschrijft openhartig over haar oeverloze gedenk en haar dwangmatigheid. De moderne mens heeft nog nooit een luipaard gezien maar is wel steeds bang voor geritsel in de struiken. Ze spreekt over haar angsten, zoals de Dallas-vloek, die inhoudt dat je je leven aan het vergallen bent, en - in Opzij - over haar angst op haar tweeëndertigste dat het leven niet is zoals rocker Bruce Springsteen het voorstelde, maar dat het blijkt tekort te schieten. Het titelverhaal slaat daar ook op terug.

Vaak komt ze in haar columns terug op de dood van haar broer in 2003, met wie ze in haar jeugd veel optrok. Ze vertelt daar ontroerend over, maar ook in aandoenlijke anekdotes zoals over de beugel die zij pas op latere leeftijd kreeg: 
‘Mijn hoektanden verdringen mijn voortanden. Het is een familiekwaal. Mijn broer had precies hetzelfde. Alleen was een beugel nemen voor hem een absurd idee. Het zal niet eens in hem zijn opgekomen. Hij stierf namelijk anderhalf jaar geleden, en daarvoor was hij ziek. Als hij was blijven leven waren ook zijn tanden steeds schever gan staan, maar hij bleef niet leven. Toen hij tweeëndertig was, wist hij dat het belachelijk was om te gaan investeren in rechte tanden voor de rest van zijn leven.’

Ze wil geen verband leggen tussen haar beugel en het terrorisme, maar concreet blijven. Ze maakt haar eigen wetten. Ze geloofde als kind dat haar gedachten universeel waren en en dat haar gevoelens in taal konden worden omgezet. Het kan opgevat worden als een uitleg van haar reden om te schrijven:
‘Misschien was dat wel de wetenschap kind te zijn. Beseffen dat ik nieuw was in een oude wereld en dat alles wat ik was (dacht en voelde) ergens in zou passen, omdat er al zoveel was, zoveel dat ik nog onmogelijk kon overzien. Misschien was het de onmogelijkheid om die dingen zelf te verwoorden, in levende gesproken taal. Een onmogelijkheid die altijd is blijven bestaan. Door het schrijven leerde ik later de dingen steeds weer anders te zeggen, te herschrijven dus. Net zolang tot het klopte en ik mijn gedachten had omgezet in iets tastbaars en zo had ontdekt waar die gedachte in paste, in de tekst die ik zelf had gemaakt maar waarvan ik de inhoud nooit zo aan iemand had kunnen vertellen.’

Om ontroering over te brengen, moet men eerst op papier een werkelijkheid creeëren. ‘Ontroering veronderstelt een bekende werkelijkheid die doorbroken wordt. De ontroering vindt plaats op moment van de doorbraak.’  
Ook over toneelschrijven zegt ze dat ze, in tegenstelling tot een verhaal dat ze in stilte schrijft,met zichzelf als lezer, steeds te maken met een hele groep die om haar heen hangt en haar lastig valt. 

Gerritsen kan hilarisch schrijven over een avond met de Amerikaanse zanger Buck Owens, de kopstoot van Zidane tijdens het wereldkampoenschap voetbal in 2006, ze danst in de Hema, legt uit dat koffie drinken niet hetzelfde is als koffie bestellen, heeft door haar katholieke verleden geen moeite met de inconsequenties van het geloof, vraagt zich tijdens een orthodoxe kerkdienst in een kathedraal in Sofia, Bulgarije af of ze er goed aan heeft gedaan om haar handtas voor haar voeten neer te zetten en formuleert tegendraadse gedachten over de economische crisis: Amerikanen kunnen tenminste dromen en zijzelf vindt het net als Dennis Potter heerlijk om geld uit te geven, 
Alledaagse situaties leiden tot verkeerde verbanden, zoals in de file staan tot een beschouwing over de gevolgen van de bevolkingstoename, die, zoals ze later in het Journaal ziet, niet blijkt te kloppen omdat er sprake is van een bevolkingskrimp. Het is ondoenlijk al die waarnemingen te noemen. Interessant zijn ze zeker. Net als haar andere werk zijn ook deze columns pretentieloos, eerlijk en eigenwijs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten