Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 31 mei 2016

Gevaarlijke dromen (2010), documentaire van Amy Hardie


Wetenschappelijk ingestelde filmmaakster geconfronteerd met verontrustende dromen

In de documentaire Gevaarlijke dromen die in het Engels The edge of dreaming heet, onderzoekt de Britse filmmaakster Amy Hardie, moeder van drie kinderen, een aantal verontrustende dromen die ze kreeg. Ze maakt gewoonlijk wetenschappelijke documentaires en is helemaal niet zweverig. Dat maakt haar benadering zeer de moeite waard.

Ze begint ermee te zegen dat, terugkijkend, haar achtenveertigste levensjaar (ik moet eigenlijk zeggen haar negenenveertigste levensjaar, rs.) het vreemdste jaar van haar leven was. Dat begon met een stormachtige winteravond waarin de stroom uitviel. Ze droomde dat haar paard George dood ging. Ze werd wakker met trillende handen en ging bij het beest kijken. Dat was inderdaad dood. Achteraf bleek door een hartstilstand.
Een volgende droom was nog verontrustender. Haar voormalige, overleden man Arthur met wie ze haar oudste zoon Eli kreeg, zegt haar dat ze dit levensjaar nog zal sterven. In tijdsperioden van de seizoenen vertelt Hardie, die in december jarig is, hoe dat jaar verliep.

In de lente is er nog weinig aan de hand. Ze vertelt niet over haar droom op haar werk en tegen haar dochters. Haar oudste zoon Eli licht ze wel in. Hij meent, net als haar man Peter, die psychotherapeut is, dat de droom niet echt is, maar Hardie voelt de angst groeien als paddenstoelen in het donker. Haar dochter Nell praat ook al veel over de dood. Zelf denkt ze dat het daarmee afgelopen is, al zeggen de natuurverschijnselen anders. Ze herinnert zich de dood van haar moeder die zich langzaam terugtrok uit het leven. Ze vergelijkt het zelf met haar geestestoestand tijdens het bevallen. Het is vooral belangrijk niet in paniek te raken. Ze praat met haar vader die wel in voortekenen gelooft en haar voorstelt om met iemand erover te praten. Hardie wendt zich tot een professor die veel over dromen weet en vertelt dat ze een functie hebben.

In de zomer filmt ze dagelijks haar kinderen zodat die straks beelden van hun laatste tijd samen hebben. Ze raakt overwerkt en geniet ervan om bij te komen in bed. Ze krijgt een derde droom die kort maar beslissend is, waarin ze van haar paard valt en wegraakt.
Ze leest daarop veel over dromen. De voorstelling van Carl Jung dat de dood zijn schaduw vooruitwerpt is niet bepaald geruststellend. Als ze zes weken ziek is, gaat ze naar het ziekenhuis. De longfoto’s blijken niet goed en er is meer onderzoek nodig. Men denkt aan longfibrose. De capaciteit van haar longen gaat in ieder geval achteruit. Peter verdringt zijn angst. Hardie maakt een testament op bij de notaris.

In de herfst bezoekt ze, voordat ze niet meer mag vliegen, haar zus Gwen die kunstenaar is in New York. Gwen heeft de as van hun moeder in een potje en voelt zich daardoor dichtbij haar. Ze gelooft niet dat haar zus dit jaar nog doodgaat. Eenmaal thuis raadpleegt Hardie een neuroloog, die denkt dat haar onbewuste de ziekte van haar oude paard oppikte. Hij zegt dat we overschatten hoeveel invloed we op het leven hebben. Met onze beperkte zintuigen weten we niet alles wat zich om ons heen afspeelt.

In de winter raadpleegt Hardie een vrouwelijke sjamaan uit Brazilië, die denkt dat ze haar droom kan veranderen, maar haar op het hart drukt dat ze vooral niet bang moet zijn om het contact met de geestenwereld aan te gaan. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan voor iemand die angstig van aard is. In een sessie wordt de banvloek opgeheven. Met haar longen gaat het ook weer wat beter.

Hier meer informatie en een trailer op de site van de VPRO.

Pieter Waterdrinker over Poubelle, VPRO Boeken, 29 mei 2016


Polyfonische roman waarschuwt de hedonistische Westerse mens

De nieuwe roman Poubelle van Pieter Waterdrinker gaat over de 35 jarige Wessel Stols, die zijn reclamebureau verkoopt om te gaan schrijven. Omdat hij hiervoor het talent mist, gaat hij handelen in oude Sovjet kunst, wordt hij Europarlementariër en raakt hij verzeild in het conflict in Oost Oekraïne. De figuur Stols zou staan voor de ondergang van Europa.

Van Kan zegt dat Stols een eclectisch leven leidt, waarmee hij waarschijnlijk bedoelt dat Stols stelt het beste kiest in de omstandigheden waarin hij zich bevindt en vraagt aan Waterdrinker wat Stols wil.
Waterdrinker is daarover kort: hij wil gelukkig zijn, zoals iedereen hier op aarde, alleen gaat hij, zoals velen overkomt, zijn ondergang tegemoet. Hij is iemand met een overspannen levenswil en drijft mee op de stroom waarin het leven gaat.
Waterdrinker kent het hedonistisch menstype dat alles wil meemaken. Als de materiële omstandigheden bevredigd zijn, wil men zich onsterfelijk maken met een roman, maar zoiets is niet iedereen gegeven. Stols gaat naar Moskou om zijn financiën weer aan te zuiveren.

Van Kan vraagt wat zijn talent is.
Zijn geslepenheid, zijn opportunisme, antwoordt Waterdrinker. Hij beseft heel goed de tweespalt tussen wat hij wil en wat hij doet.
Zelf was Waterdrinker getuige van de protesten op het Maidanplein in Kiev en werd hij getroffen door de ramp met de MH 17. Hij probeerde in Poubelle de lezer een panoramisch beeld mee te geven van het leven dat achter ons ligt en dat wellicht nooit meer terug komt. De vrijblijvendheid waarmee we ons in de wereld opstelden, zou wel eens voorbij kunnen zijn met de steeds grotere gevaren die op ons afkomen. Het is niet meer mogelijk risico’s te vermijden. Wat dat betreft is Waterdrinker somber over de toekomst.

Van Kan merkt op dat Stols lippendienst bewijst aan een politieke partij, waarvoor hij columns schrijft.
Waterdrinker zegt dat Stols beseft dat ie vals is. Hij is geen onversneden schoft, maar een verpersoonlijking van het hedonistische Europa.

Van Kan meent dat Stols tegen zijn overmoed aan loopt.
Waterdrinker antwoordt dat ook het gebrek aan kennis hem parten speelt en tot tragedies leidt, met oorlog tot gevolg.

Van Kan noemt de vele verplaatsingen in het boek en vraagt wat Stols voortdrijft.
Waterdrinker begint over het kinderloos huwelijk van Stols, dat hij probeert te lijmen. Terug in het Westen voelt hij zich alleen, omdat hij niet begrepen wordt.

Van Kan wil weten waarom Waterdrinker de vorm van een roman voor zijn onderwerp heeft gekozen.
Waterdrinker antwoordt dat hij met een roman dichterbij zijn bezorgdheid kon komen. Als romancier kan men de polyfonie beter kwijt dan als schrijver van non-fictie. Het gaat om hoger reiken, om de innerlijke stroom weergeven.  
Zijn woorden ontroeren Van Kan zo dat hij bijna vergeet om af te sluiten.

Hier mijn verslag van een uitzending van VPRO Boeken van twee jaar geleden, waarin Waterdrinker praat over zijn half-fictieve boek De correspondent.

maandag 30 mei 2016

Op zoek naar Frankrijk, zesdelige reisserie van Erik Lieshout, voorjaar 2016


Zoeken naar een nieuwe invulling van vrijheid, gelijkheid en broederschap

Wilfred de Bruijn (zie foto) woont al twaalf jaar in Parijs en gaat zes weken lang op zoek naar het voortbestaan van de aloude waarden van de Franse Revolutie. Wat is er overgebleven van de vrijheid, de gelijkheid en de broederschap die ruim tweehonderd jaar werden geproclameerd? Zelf ondervond De Bruijn aan den lijve dat de tolerantie beperkt is.
Hij heeft minder charisma dan Ruben Terlou, maar dat ligt ook aan het onderwerp, waarvan de grenzen meteen duidelijk zijn. Een gang langs de vermolmde staat van een republiek waarin politieke en sociale tegenstellingen overheersen spreekt minder tot de verbeelding dan een cruise over de Yangzte. Een inkijkje in ons buur- en vakantieland geeft ons echter een beter begrip van de afstandelijke manier van doen van de Fransen. Voorbij de clichés over een geliefd vakantieland, luidt de ondertitel dan ook.

Aflevering 1: Een republiek aan scherven

De Bruijn loopt met gevaar voor eigen leven door de voorsteden rondom Parijs, die enkele jaren geleden het toneel waren van hevige rellen. Achtergestelde allochtone jongeren pikten de sociale ongelijkheid niet meer en werden hard aangepakt door de oproerpolitie. Inmiddels vormt de oorlog tegen de islam het strijdpunt. Veel extremistische jongeren bekennen zich daartoe, zegt een imam in een moskee die in een oude Renaultfabriek gevestigd is.

Een directeur van veilinghuis Christie’s laat een heel andere kant van Frankrijk zien. Hij toont het interieur van een kasteel dat hij gaat verkopen, omdat de eigenaar eraf wil. De directeur is van adellijke afkomst en dat is te horen aan zijn stem en te zien aan zijn manier van doen. Hij woont in het zevende arrondissement en vertegenwoordigt het Frankrijk waar de extremistische jongeren juist tegen tekeer gaan. ij   

Allochtoon Igor toont de povere flats in de voorsteden. Hij woont zelf op de negende verdieping maar er is geen lift. Hij vertelt hoe gemakkelijk jongeren in het criminele circuit terecht komen. Zelf heeft hij lering getrokken uit de moord op zijn broer en een bedrijfje opgezet met een kledinglijn die populair is in de banlieue.  

De Bruijn staat bij het graf van keizer Napoleon die nog steeds vereerd wordt, al gooide hij de waarden van de Franse revolutie ten grabbel. Sindsdien heeft men in Frankrijk een hoge pet op van gezag. Het satirische blad Le Canard Enchainé knaagt met humor aan het respect voor de machthebbers. De laatsten lezen het blad graag om te weten hoe ze ervoor staan.

In de voorstad Saint-Denis staat een prestigieus meisjesinternaat in de buurt waar vorig jaar een zelfmoordterrorist zichzelf opblies. Daar worden de waarden van het Legioen van Eer hoog gehouden door nazaten van personen, die met de orde onderscheiden zijn. De directrice zegt dat er ook andere kinderen kunnen komen, maar gaat een discussie over de identiteit van een Fransman uit de weg omdat dit politiek gevoelig ligt. Een Franse moslima uit de buurt moet weinig hebben van de ideologie die in het internaat wordt uitgedragen.

Aflevering 2: Ondertussen op het platteland

De Bruijn reist met Clément, een televisiemedewerker van de Franse CNN naar diens geboortestreek in de Touraine. Clément reist wekelijks driehonderd kilometer op en neer. Hij heeft een wijngaard in de buurt van Chinon, die onvoldoende werk biedt en daarom werkt hij in Parijs. Hij houdt van het televisiewerk dat, anders dan het werk op het platteland, geen enkel seizoen kent maar anderzijds vindt hij het heerlijk met zijn vrienden wat te drinken in het plaatselijk café. Hij heeft ook truffels. De sfeer van de uitzending is weemoedig. Zijn moeder die een zangcarrière opgaf voor haar huwelijk, getuigt daarvan door een lied over de streek dat door haar dementerende man wordt meegezongen. 

Grond is van oudsher belangrijk op het platteland. De Bruijn spreekt met een adelijke truffelboer die plannen heeft voor een truffelhandel. Vroeger verzamelde de adel arme boeren om zich heen. Tegenwoordig dreigt eenzelfde situatie met geldbezitters die boeren als lijfeigenen gebruiken. De schaalvergroting speelt daarin een belangrijke rol. Een landbouwer vertelt dat machines goedkoper zijn dan werknemers. Hij vraagt zich af of zijn zoon straks nog wel op de boerderij kan blijven. De overheid zou meer moeten doen om het tij te keren.

De Bruijn loopt, gefilmd door een verborgen camera, rond in een enorme Leclerc. De bedrijfsleider wil hem niet te woord staan vanwege mogelijke protesten van boeren, die door de supermarkt een kopje kleiner worden gemaakt. Veel winkels in de stad staan leeg. Een oude mevrouw die in granen en zaden deed, probeerde haar winkel twintig jaar geleden te verkopen, maar dat ging niet door en daarom woont ze er nu zelf in.

De Bruijn vraagt zich af of het nodig was dat het leven op het platteland zo’n bittere wending nam. Hij illustreert zijn antwoord met een bezoek aan een oude boerin van wie de man zelfmoord pleegde omdat hij de vooruitgang niet zag zitten en liever met paarden werkte dan met een tractor. Het fragment roept op tot bezinning over onze hedendaagse manier van leven. De kleinschalige landbouw zou een hele verbetering brengen in de sociale structuur. Maar daar is wel een overheid voor nodig die de economie reguleert en dat is niet iets waar de Franse overheid zich op voor kan staan.   

Aflevering 3: Extreem rechts voor iedereen

De derde aflevering is gewijd aan de groei van het Front National. De Bruijn leest een stripboek waarin de opkomst van de partij tot de presidentsverkiezingen in 2017 in beeld gebracht wordt. De uiteindelijke benoeming van Marine le Pen als president is daarin de uitkomst van vele jaren hard aan de weg timmeren sinds de jaren zeventig. De Bruijn laat zien welke groeperingen steun verlenen aan het FN, dat inmiddels veertig procent van de bevolking achter zich heeft. Op de eerste plaats gaat het om teleurgestelde kiezers van rechtse partijen zoals de Nederlandse Patricia. De Bruijn gaat mee op jacht door de velden en hoort over de grote werkloosheid en de economische neergang die gestopt moeten worden. De traditionele partijen zijn niet bij machte om die op te lossen. Daarom is het volgens haar nu de beurt aan de FN. Daarnaast zijn er veel ontevreden Fransen, die de neergang met lede ogen aanzien en hun heil gezocht hebben bij de FN. Een van hen is een vriendelijk ogende kroegbaas uit Normandië. Men is daar boos op immigranten die meer voor elkaar krijgen van de regering dan de eigen bewoners.

Het FN krijgt zelfs steun van moslims en homoseksuelen. In Marseille hoort De Bruijn van een vrouw die met een moslim is getrouwd, dat de situatie in de stad op Chicago lijkt en dat er orde nodig is. Ze wordt op haar wenken bediend door de burgemeester die afkomstig is uit de stal van het FN. Haar vader helpt mee plakken voor het FN in de aanloop naar de districtsverkiezingen, maar kan er nog steeds niet over uit dat zijn dochter met een Algerijn getrouwd is. De bedenkingen van De Bruijn tegen het racistische en homofobe karakter van het FN worden bewaarheid na bedreiging op de verkiezingsavond waar de FN weliswaar weinig wint, maar dat wel een mooie opstap biedt naar de presidentsverkiezingen. Het verhaal van een voormalig medewerker van Le Monde die zwaar in elkaar geslagen werd door een extreemrechtse knokploeg doet, net als het gedrag van de glibberige politicus Gerard Longuet, het ergste vrezen voor de toekomst.  

Aflevering 4: Het verdriet van Frankrijk

De Bruijn gaat met zijn vriend Olivier over de Rue Nationale naar diens adoptie-ouders in hun buitenhuis in de Ardèche. Onderweg hoopt hij meer duidelijk te krijgen over de treurigheid die hij in Parijs waarneemt. Een man in een camper aan de Loire zegt dat mensen individueler zijn geworden en minder met elkaar praten. ’s Avonds kruipt men achter de televisie. Een ander wijt dit aan de crisis die angstig maakt. Normen en waarden verdwijnen. Dat was in de tijd van De Gaulle wel anders. Hij verwacht een revolutie dan wel een natuurramp.

Volgens De Bruijn is er meer aan de hand dan het gebruikelijke vroeger was het beter. Melancholie is een Frans woord. Een eeuw geleden was Frankrijk het modernste land van de wereld. Haar idealen waren een lichtend voorbeeld, zelfs voor Deng Xiaoping die in Montargis de communistische partij van China oprichtte, maar een huidige inwoonster voelt zich veiliger bij rechts dan bij de plaatselijke communisten. Een andere inwoner zegt dat de maatschappelijke onzekerheid bang maakt om iets kwijt te raken. Van de leuzen van de Franse revolutie is volgens hem alleen de vrijheid overgebleven.

Een campingbeheerster in de wijnstreek zegt dat de Fransman geen gemakkelijk karakter heeft, maar dat zijn stugheid doorgeprikt kan worden. De negatieve mentaliteit werkt niet bevorderlijk voor het zelfbeeld van de kinderen. Het kweekt angstige burgers.

De ouders van Olivier houden het erop dat Fransen gemakkelijk klagen en altijd meer willen. Olivier zelf zegt dat de sociale verschillen groot zijn ondanks het idee dat er gelijkheid heerst. Als homoseksueel adoptiekind uit Brazilië weet hij wat hij zegt. De Bruijn memoreert dat zij drie jaar geleden in elkaar werden geslagen toen ze hand in hand liepen en dat ze nu voorzichtiger zijn en zich meer in circuit met gelijkgestemden bewegen. De moeder van Olivier is een Française van Tunesische afkomst. Ze mist het ongedwongen contact met de Galliërs. Haar bekentenis ontroert De Bruijn. Het zegt iets over het gebrek aan openheid bij de Fransen in het algemeen. De vader van Olivier wijst op een sterke liefde van Fransen voor het platteland, dat verband houdt met conservatisme, want hier gaan de veranderingen minder snel dan in de stad. Zijn oma begrijpt de cultuurschok wel die het moderne leven teweeg heeft gebracht, maar ze ziet het eenvoudige leven verdwijnen.

Aflevering 5: Koppig als een Breton

De Bruijn is aan de rotskust van Bretagne, het land van Asterix, die in zijn stripboek als een Galliër wordt genoemd, maar toch een Breton is. Het dorp waar hij woonde en waar hij de Romeinen buiten hield, bestaat echt, maar ligt vanwege de vloed onder de zeespiegel. Bretonnen worden voorgesteld van graniet te zijn. Ze komen op voor hun onafhankelijkheid en moeten weinig hebben van de regelzucht uit Parijs, zoals blijkt uit het vernielen van tolpoorten op de snelweg. De Bruijn bezoekt een bijeenkomst waarin ze samen met de Basken optrekken. Men wil de diversiteit behouden en respect voor de eigen cultuur. De intentie is om het verzet geweldloos te laten zijn.

De Bruijn spreekt met een druïde, die vertelt dat de Kelten door de Romeinen langzaam uit Europa verdreven werden. De man houdt zijn handen om een menhir en voelt zich daardoor opgeladen. De ceremonieën van de Kelten waren bedoeld om energie te geven.

In het afgelegen westelijk deel woont de familie van een vriendin van De Bruijn. HUn manier van leven werd op film vastgelegd door een antropoloog. De vader van de vriendin mist de oude leefwijze. Hij vertelt een anekdote over de komst van de tractor, waarin de boer het voertuig met zijn stem tot stoppen wilde laten stoppen in plaats van met de rem.

Een man werd in zijn jeugd opgepakt omdat hij zich had aangesloten bij het Bretonse bevrijdingsfront, dat aanslagen pleegde. Hij schaamde zich eerder voor zijn afkomst maar is daar nu boos over.

In een middelbare school leest men Kafka in het Bretons. Volgens de docent is De gedaanteverwisseling, die gaat over de verhouding met mensen die anders zijn, ook van toepassing op Bretonnen. Het schaamtegevoel over hun eigenheid is verdwenen.

In Brest dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd platgebombardeerd, komen oud-strijders samen om een nieuwe Franse prefect te verwelkomen. De Bruijn vindt de situatie nogal verwarrend omdat de roep om een eigen cultuur in Bretagne eerder gesteund werd door de nazi’s. Een schrijfster die het onderwerp uitspitte werd met de nek aangekeken. De huidige beweging voor onafhankelijkheid stelt zich op als links maar steunt op oude ideologische opvattingen. Volgens een docent wordt er langzaam weer gepraat over het verleden. Daarbij blijkt dat de overheid de Bretonse roep om een eigen cultuur in een kwaad daglicht probeerde te stellen.

Aflevering 6: Veranderen? Jamais!

Het is vanwege de huidige protesten tegen de nieuwe arbeidswet interessant dat De Bruijn ingaat op de grote stakingsbereidheid van de Fransen. Een steward van Air France in Parijs legt uit dat de wereld steeds eenvormiger wordt als men daar door stakingen geen stokje voor steekt.

Een kunsthandelaar noemt de kracht van de Franse cultuur stuwend, bezielend en verheffend. Tijdens een expositie blijkt kunst een sociaal bindmiddel. Een kunstenares zegt dat men het klassieke met het moderne verbindt. Dat eerste wordt in ere gehouden door de klassieke balletten in De Opera, die door De Bruijn ook wel een cocon wordt genoemd. Cultuur wordt echter gezien als middel tegen de barbarij. Nieuwkomers dienen zich die toe te eigenen. Ze worden geleerd om zich meningen te vormen. De taal zorgt voor eenheid onder de inwoners. Een docente zegt dat ze worden bijgebracht om zich vrij te maken, al staat hoffelijkheid in de omgang voorop. Een nieuwkomer uit Syrië die zijn boerderij mist, zegt dat hij altijd een Syriër blijft.

De Bruijn werpt een blik in het Institut de France, waar de veertig oudere leden van de Académie Francaise bijeenkomen. Men stelt zich ten doel om de taal zuiver te houden, maar men kan de invoering van Engelse termen niet tegenhouden. De jeugd immers heeft veel minder weerzin tegen het Engels dan de ouderen, die betreuren dat het Frans geen wereldtaal meer is. Een docente zegt dat Fransen alles goed willen doen en dat dit de basis vormt van hun wantrouwen over verandering.

De Bruijn spreekt een vroegere piloot van de Concorde, een rank supersonisch vliegtuig dat tegenwoordig in het museum staat omdat de productie mede door een ongeluk gestaakt werd. Volgens De Bruijn is het wachten op een nieuwe generatie vernieuwers. De oprichter van een Parijse school voor drop-outs die het probleemoplossend denken wil stimuleren en daarbij digitale hulpmiddelen gebruikt, neemt daar alvast een voorschot op. Hij denkt dat anderen bang zijn hun privileges te verliezen.

Angst en onzekerheid begeleiden de maatschappelijke veranderingen in Frankrijk, zo leert ons De Bruijn. De toekomst oogt niet rooskleurig. De macht van de vakbonden is veel sterker dan in Nederland, maar ook de wil om te behouden wat men heeft is groter. Het vraagt een grote solidariteit om samen op te trekken, maar men moet eerst weten waarvoor men optrekt. De doelen in een snel veranderende maatschappij zijn niet gemakkelijk vast te stellen, laat staan uit te dragen door politieke leiders, die weinig speelruimte krijgen. Het vraagt veel behendigheid om tussen allerlei klippen door te varen en te komen tot een maatschappij die recht doet aan allen. Dat is een opgave, maar die is niet onmogelijk omdat de rede een onschatbaar instrument blijft om de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap nieuw leven in te blazen. 
ij

Hier meer over de serie op de site van de VPRO, hier de trailer. Hier mijn verslag van Langs de oevers van de Yangtze.

Roos van Rijswijk over Onheilig, VPRO Boeken, 29 mei 2016


Zieke moeder bezoekt Duits dorp waar zoon woont na vertrek uit Nederland

De debuutroman Onheilig van Roos van Rijswijk (1985), genoemd naar de Duitse band Unheilig, gaat over een problematische verhouding tussen een moeder en haar zoon Miguel. Nadat er lange tijd geen contact tussen hen is geweest, besluit de moeder van Miguel hen op te zoeken in het Duitse plaatsje Nieheim waar hij naar toe gegaan is om daar als klusjesman aan de slag te gaan. In zijn stukje vooraf op de site van VPRO Boeken zegt Jeroen van Kan dat men de zinnen in dit boek wil onderstrepen vanwege de trefzekerheid. Het is jammer dat hij niet terugkwam op de stijl in de uitzending. 

Van Kan duikt meteen in de relatie die de twee met elkaar hebben. Hij noemt die merkwaardig.
Van Rijswijk zegt dat ze niet veel meer met elkaar hebben sinds Miguel vertrokken is. De moeder is een markante, drinkende en vileine vrouw die uit een rijk milieu komt. Ze vond het product van haar en een Mexicaan ook geen leuk kind. Ze ontbeert de onvoorwaardelijke liefde die aan moeders voor hun kinderen wordt toegeschreven. Ze kan toch al niet goed met mensen omgaan of staat dat zichzelf niet toe. Willen of kunnen, dat is de vraag als het om haar contact met anderen gaat.

Van Kan heeft begrepen dat Miguel geen duidelijke besluiten neemt, alles overkomt hem.
Van Rijswijk antwoordt dat hij wel besloten heeft om uit Nederland weg te gaan en in Duitsland te gaan wonen. Hij woont daar samen met Jorge, ook een Mexicaan, die verzorging nodig heeft. Mensen in het dorp denken dat Jorge zijn broer is en hij laat dat maar zo, maar zit er wel mee. Hij voegt zich naar de omstandigheden in plaats van erin in te grijpen. Ook de moeder maakt niet zo gemakkelijk een keuze. Op advies van haar therapeut blikt ze in een dagboek terug op haar jeugd. In de stad waar ze woont observeert ze het leven van de mensen. Ze schuift op een terras aan bij een toeriste, waarop ze besluit om naar Nieheim te gaan. Het is een soort mission impossible omdat ze liever wil dat hij haar ziet dan andersom. Zij is iemand die graag wil dat anderen zien hoe moeilijk zij het heeft.

Volgens Van Kan is er een drugskoerier die haar lijden ziet, maar dat dit aan de zoon voorbij gaat. Hij vraagt waar het mis is gegaan tussen moeder en zoon.
Van Rijswijk herhaalt nog eens wat ze eerder vertelde, namelijk dat de moeder zich niet tot haar zoon kon verhouden en ook anderen, behalve als toeschouwer, niet tot haar toelaat.

Van Kan wil weten wat het aanlokkelijke is om zo’n vrouw te beschrijven.
Van Rijswijk vertelt dat ze begon met de relatie tussen Miguel en Jorge en dat het verhaal nog een ander element behoefde, waardoor ze op de moeder van Miguel uit kwam. Haar rol werd nog belangrijker dan die van Miguel omdat ze gelaagder is. In haar dagboeken ontleedt ze iedereen en ook zichzelf. Van Rijswijk was zelf in Nieheim, een aangeharkt stadje in Noordrijn Westfalen in een mooie omgeving waar weinig gebeurt op een paar jaarfeesten na. Daar zag ze eens twee getinte mannen kersen plukken, hetgeen de basis werd voor een kort verhaal.

Van Kan noemt de roman tijdloos. Het verhaal zou in de jaren dertig kunnen spelen.
Van Rijswijk is er drie keer geweest tijdens stille zomers, waarin grijze mensen de overhand hebben. Ze wilde de feesten niet benadrukken om de verstilling en de vervreemding die de moeder van Miguel ervaart, weer te kunnen geven. Anders dan Miguel vond ze het heerlijk om het plaatsje weer te kunnen verlaten.



zondag 29 mei 2016

Filmrecensie: Possession (1981), Andrzej Zulawski



Bezetenheid zet huwelijk op zijn kop

Possession betekent bezit, maar kan ook de daarvan afgeleide betekenis hebben van bezeten zijn. Vaak zijn het vrouwen die het overkomt. Het gaat het daarbij om een geest of een fantoom. In vroeger tijden was dit een vaker voorkomend verschijnsel. Boze heksen waren ervan vervuld. In de film van de Pool Zulawski, die zich in de voetsporen begeeft van zijn landgenoot Polanski, gaat het om een getrouwde vrouw, de moeder van het jongetje Bob, die in toenemende mate door een duivel wordt geabsorbeerd.

Als haar man Marc thuiskomt van een zakenreis, merkt hij dat zijn vrouw behoorlijk koel op hem reageert. Ze maakt liever een eind aan hun verhouding dan er mee verder te gaan.
Marc vermoedt dat er een andere man in het spel is. Hij gaat in huis op onderzoek uit, loopt langs de boekenkast en vindt een kaart van ene Heinrich in een boek. Via Margie, een wederzijdse vriendin, hoort hij dat Anna inderdaad al een tijdje een relatie met hem heeft. Marc zegt tegen zijn opdrachtgevers dat hij geen andere opdrachten meer wil. Hij ontfermt zich over zijn zoontje Bob. Anna komt af en toe langs en dat leidt in toenemende mate toch heftige ruzies, waarbij Marc behoorlijk te keer kan gaan en Anna ook haar hysterische kant toont.

Tussen Heinrich en Marc ontstaat een vete, als de eerste een keer belt dat Anna bij hem blijft en niet thuis komt. Nadat Marc zijn zoon Bob naar school heeft gebracht gaat hij naar Heinrich toe, maar Anna is daar niet aanwezig. Marc schakelt een privé detective in om Anna op te sporen, maar die wordt, nadat hij Marc geïnformeerd heeft over het kale appartement da Anna betrokken heeft, door haar vermoord.

Juf Helen maakt zich zorgen over Bob die op school vaak moe is. Ze komt op ouderbezoek. Ze begrijpt de huiselijke problemen en troost Marc tot in bed aan toe. Hoewel Helen erg op Anna lijkt is Marc toch meer gecharmeerd van Anna. Een rechercheur komt langs bij Marc om te vertellen dat de privé detective, met wie hij samenwoont, nooit meer thuis gekomen is. Hij krijgt van Marc het adres van Anna en gaat er naar toe. Hij schrikt zeer van de toestand die hij daar aantreft in een kamer in het appartement. In de hoek bevindt zich zo’n vreselijk gedrocht, dat de man kokhalzend probeert te vluchten maar door Anna wordt doodgeschoten voor hij de kans krijgt.

De gespletenheid van Anna wordt steeds erger. In een verlaten metrogang probeert ze de duivel uit te drijven, hetgeen leidt tot een miskraam. Thuis richt ze een ravage aan. Marc is het beu met haar en wil dat ze haar trouwring bij hem inlevert. Hij doet grootmoedig tegen Heinrich door haar adres te verklappen, maar als Heinrich een kijkje gaat nemen bij zijn geliefde schrikt hij zich ook kapot. Zwaar gewond vlucht hij een café in. Marc slaat hem neer en duwt zijn hoofd in een wc pot, waarna hij een heftige explosie veroorzaakt in het café. Eenmaal weer thuis wankelt Margie hem levensgevaarlijk gewond tegemoet. Ze is zojuist neergestoken door Anna. Marc kan niet anders bedenken dan samen met Anna en Bob te vluchten, alleen gaat dat niet zo gemakkelijk, want Anna moet nog wat afmaken. Marc gaat naar het appartement waar hij haar hijgende ademhaling hoort. Ze laat zich pakken door het monster en roept tegen Marc dat ze er bijna is.     

Possession speelt zich af in Berlijn in de buurt van de Muur die met prikkeldraad omgeven is, een locatie die het einde van de wereld lijkt te suggereren. Isabelle Adjani speelt een mooie dubbelrol van de goede en de slechte fee, de juf en de bezeten moeder. De scène in de verlaten metrobuis is fascinerend gespeeld, maar verder was het toch te bloederig, deze horror.

Hier de trailer.

Wim Noordhoek over Muzenstraat en andere Haagse verhalen, VPRO Boeken, 1 mei 2016


Kind van de Atlantikwall dupe van fatale keuze moeder

Programmamaker Wim Noordhoek schreef Muzenstraat en andere Haagse verhalen over zijn niet al te vrolijke jeugd in Den Haag. Hoewel hij naar Amsterdam verhuisde, liet Den Haag hem nooit los. Met zijn verhalenbundel doet hij een poging daarover mijn helderheid te krijgen.

Jeroen van Kan vraagt hoe het mogelijk is dat men zelfs na vijftig jaar nog een Hagenaar blijft.
Noordhoek heeft in Amsterdam het gevoel dat hij daar logeert. Een Amsterdammer is hij nooit geworden. Hij moet er niet aan denken. De reden van zijn zoektocht naar zijn band met Den Haag doet hij in zijn boekje, zoals hij de bundel noemt. Het heeft te maken met terughoudendheid. Den Haag kent niet het gezellige van Amsterdam, het is er nog steeds stil. De zaak ligt nog gecompliceerder omdat hij in Steenwijk geboren is. Zijn ouders werden, net als 140.000 anderen, in de oorlog uit de stad verdreven omdat de Duitsers een wal wilden maken die moest voorkomen dat de geallieerden daar zouden landen. Daartoe werd een strook land kaalgeslagen. Hij ziet zijn moeder nog fietsen, altijd tegen de wind in, langs die strook naar haar verloofde in het centrum en noemt haar keuze voor haar man een fatale keuze. Als kind speelde hij op het terrein van de zigzaggende tankgrachten die later werden omgevormd door parkjes en waterpartijen. Willem Brakman bracht hem terug naar Den Haag met zijn uitspraak dat hij niet het slachtoffer is geworden van een gelukkige jeugd. Datzelfde gold ook voor Noordhoek.

Van Kan brengt het naderend onheil ter sprake dat in de verhalen aanwezig zijn.
Noordhoek begint over zijn slechte verhouding met zijn vader die na terugkomst uit Indië niet te genieten was en een hekel had aan zijn zoon. Dertig jaar lang ging Noordhoek daarom niet terug naar zijn eerdere woonplaats, bang om de geest van zijn vader tegen te komen. Hij miste het zelfvertrouwen om zich daar tegen te weer te stellen. Op het gymnasium had hij steeds het idee om weg te gaan uit de stad en deed dat ook.

Van Kan vraagt of hij door Brakman ook anders kon kijken naar zijn vader.
Noordhoek ontkent dat. Sommige mensen zijn gewoon niet aardig, zegt hij. Anders dan de tirannie op televisie waarin vaders en zoon zich steeds weer vinden, moet hij niets hebben van zijn vader. Het liefst was hij zelfs niet geboren. De zee was in zijn jeugd een uitweg net als de wind, die het zand meevoerde en in je ogen blies. Het zelfvertrouwen werd er niet beter op. Ook het schrijven hielp wat dat betreft niet. De geschiedenis blijft knagen.

Van Kan merkt op dat hij wel zijn stad dichterbij heeft gebracht.
Noordhoek zegt daarover dat hij niet van zich af schreef maar naar zich toe. De nabijheid werd ook ingebracht door illustrator Marcel van Eeden die ooit werd afgewezen door een vriendinnetje en daarna niets meer wilde tekenen uit de tijd na zijn geboorte, alleen nog de tijd daarvoor.

Van Kan vraagt of Noordhoek ook tot zo’n omkering in staat is.
Noordhoek antwoordt dat hij hetzelfde in zich draagt als Van Eeden.

Hier het weblog van Wim Noordhoek, Avondlog geheten, dat hij inmiddels alweer tien jaar bijhoudt.  iuj

zaterdag 28 mei 2016

Filmrecensie: Tamara Drewe (2010), Stephen Frears


Romance die in de bouquetreeks niet zou misstaan

Tamara Drewe is een journaliste is een vrijgevochten en knappe journaliste voor The Independent in Londen en brengt een bezoek aan haar geboortedorp Ewedown omdat ze het huis van haar overleden ouders wil verkopen en daarvoor nog eens een opknapbeurt wil laten geven. Toevallig treedt er in de omgeving een rockband op en wil ze meteen ze de bekende drummer Ben interviewen. Haar komst in het niet echt bestaande suffe dorp in Dorset brengt nogal wat onrust te weeg. Ze brengt de harten van de mannen op hol, maakt vrouwen ziedend en zet twee pubermeisjes die in de ban zijn van Ben aan om veel verwarring bij de dorpsbewoners te veroorzaken.

De film begint bij de buren Nicolas en Beth Hardiment die een schrijvershotel bestieren. Nicholas is zelf een gevierd auteur die anderen helpt met hun roman of biografie. Een van de aanwezigen is de Amerikaan Glen die bezig is met een boek over Thomas Hardy. Hij krijgt de nodige hulp van Beth omdat Nicholas er ook nog eens de nodige vriendinnetjes op na houdt. Als Beth daar achter komt zijn de rapen gaar. Nicholas kan alleen beloven dat het niet meer zal gebeuren. De echtelijke ruzie brengt Glen tot de opmerking dat het echtpaar zelfs inspiratie voor inhoud bezorgt. Het is een van de leukere grapjes in de film.

De komst van Drewe, die na een neuscorrectie een heel aardig smoeltje gekregen heeft, betekent echter dat de lust van Nicholas toch weer gewekt wordt. Drewe moet echter weinig van de schrijver op middelbare leeftijd hebben. Ze ziet meer in de jonge god Andy, die tuinman is van de Hardiments en graag de opdracht van Drewe aanneemt om het huis van haar ouders, waarin hij zelf geboren is en waar hij eens een seksuele ervaring met Drewe had, op te knappen.

Het optreden van Ben op een rockfestival in de buurt gooit roet in het eten. Drewe is meteen weg van de knappe drummer, die zojuist op het podium heeft gezien dat zijn vriendin werd ingepalmd door een ander bandlid en daarom met zijn hond bij Drewe intrekt. Dat is natuurlijk een bittere pil voor Andy die had gedacht verder te gaan met Drewe waar hij in zijn jeugd gebleven was.

De actie van de pubermeisjes die zo graag eens de aandacht van Ben willen vangen en daardoor het huis van Drewe binnengaan om via haar computer verwarrende informatie te verspreiden over haar bereidheid haar bed met anderen zoals Nicholas te delen, maakt de film nodeloos complex. Het wordt nog moeilijk om alle draden weer goed te krijgen en daarvoor is het bijvoorbeeld nodig dat Nicholas, die graag ingaat op het voorstel van Drewe om het bed met haar te delen en vreemd genoeg daar ook nog door haar wordt toegelaten, al kan het vertrek van de nijdige Ben als een verzachtende omstandigheid gelden, het loodje moet leggen.

De afloop is zoals verwacht. De film kent een romantische inkleuring die niet misstaat in een bouquetreeks. Zelfs de pubermeisjes krijgen toch nog hun foto moment met Ben als ze hem troosten na de begrafenis van zijn hond die werd neergeschoten omdat hij achter de koeien aan zat. Dat maakt Tamara Drewe als vliegtuigfilm compleet.

Hier de trailer.

Sacro Gra (2013), documentaire van Gianfranco Rosi



Boeiende portretten van mensen langs de rondweg om Rome

De GRA - de afkorting staat voor Grande Raccordo Anulare - is de langste en grootste rondweg van Italië en loopt rond Rome. Flats, een vliegveld, palmbomen en een weiland met schapen vormen de entourage van de rondweg, die in de nacht als een lint door het donker loopt. Documentairemaker Gianfranco Rosi filmde twee jaar lang in de omgeving van deze rondweg, veelal de zelfkant van het leven, maar stuitte ook op andere personen, zoals een man die houtkevers probeert te verdelgen. De door mij gekozen personen uit de fragmenten komen af en toe langs. In de sfeer van Het gat van Nederland uit de jaren zeventig - van de vorige eeuw zeg ik er steeds maar bij - had deze vorm van show don’t tell mooi gepast.

Rosi opent met een joviale ambulancebroeder die zelf een man uit het kanaal gehaald heeft en de brandweer laat weten dat men niet meer hoeft te komen. Hij spreekt de man op weg naar het ziekenhuis op vriendelijk ironische wijze toe. Later haalt hij een man uit een auto die over de kop is geslagen en doet hem een neksteun om. Thuis kookt hij in de ochtend een maaltijd en skypt intussen met zijn familieleden. Zijn dochter vertelt over een vriend die tijdens een tochtje op de snelweg verongelukt is. Nadat hij zijn moeder naar bed heeft gebracht begint een nieuwe werkdag.

De man van de houtkevers boort geconcentreerd in een palm. Hij neemt het geknars van de larven van de rode palmkever op en draait die thuis op zijn laptop af. Hij spreekt van een orgie die de kevers aan de boom beleven en concludeert dat een ingreep nodig is om de boom van de ondergang te redden. De palm kan zichzelf niet verdedigen en daarom laat hij de kevers een geluid horen dat moet afschrikken. Ook maakt hij een brouwsel dat hen moet verdelgen.

Een heer verhuurt zijn aristocratische huis, gelegen bij afslag 2, aan filmploegen, maar ook aan personen die een Bed & Breakfast zoeken. Een fotograaf neemt daar een fotoroman op.

Een visser haalt op de Tiber zijn palingfuiken leeg. Hij leest over de vervuiling van de rivier en de slechte kwaliteit van de vis in de krant voor aan zijn Oekraïense vrouw, die onverstoorbaar door naait. De man is nijdig op de krant maar kan niet anders dan gewoon doorgaan. Later leest zijn vrouw in de beeldroman die door de fotograaf gemaakt is en vraagt haar man naar de betekenis van bepaalde begrippen. Nog later kookt zij en snijdt hij een suikermeloen, product van het goede Italiaanse leven.

Een geblondeerde vrouw zit in een camper op een parkeerplaats naast een wat oudere vrouwelijke prostitué aan het stuur. Ze klaagt over de politie die haar naakt aangetroffen zou hebben, want dat was zeker niet het geval, zegt ze. Later zingt ze een slaapliedje.

Een intrigerende man met een witte baard praat tegen zijn dochter die achter de computer zit te daten. Ze wonen in een flat in de buurt van de luchthaven en hebben last van oorverdovend vliegtuiglawaai. De man wijst op de Sint Pieter in de verte. Hij is bezig met de bereiding van een groente die ruikt als de binnenkant van zijn schoenen en ook doet denken aan een wijn met een lichte schimmelsmaak. De man bekijkt zijn stekjes voor het raam en klaagt over Ryanair die passagiers doodleuk in het vliegtuig laat staan. Als hij de voorgeschreven pil inneemt en gaat slapen, doet de dochter het grote licht uit.  

Macaber zijn de werkzaamheden in een oude begraafplaats waar kisten uit de nissen worden gehaald om ze elders onder de grond her te begraven. De identieke kruizen geven aan waar de oude kisten neergelegd werden. Later sneeuwt het en wordt alles nieuw, al leidt dat op de GRA tot files en extra werk voor de ambulancebroeders..

Hier de trailer.