Schrijfster, aangetast door de angst die de Roemeense
dictatuur haar inboezemde, legt woorden naast elkaar
In de aankondiging van de documentaire Herta Müller, het alfabet van de angst wordt gezegd dat Müller (1953)
indringende romans schreef gebaseerd op eigen ervaringen en dat ze inmiddels
een vorm van collage gedichten maakt over haar leven in het Roemenië onder
Ceausescu. Dit laatste is goed te zien aan de beelden die John Albert
Jansen daarvan toont. Steeds weer haalt ze woorden uit een stapel en voegt die samen,
hetgeen soms verrassende en onverwachte resultaten oplevert. Elk woord staat op zich zelf en heeft een eigen uitstraling, maar samen vormen ze toch vooral een alfabet van de angst die het leven van Müller heeft getekend en nog
steeds tekent. Met veel interesse luistert ze naar de vertolking van een lied met
de tekst ‘Ceausescu is niet dood, maar zit nog in ons allemaal’ , dat misschien
wel haar eigen tekst is.
Aan het begin van de documentaire legt Müller het verschil
tussen korte en lange angst uit. De korte is de natuurlijke angst, terwijl de
lange door de staat wordt veroorzaakt en die haar bijna brak. De laatste is zowel plomp als fijn,
zichtbaar maar tegelijk nauwelijks merkbaar. Vervolgens zien we beelden van de
uitreiking van de Nobelprijs voor Literatuur aan Müller in 2009. Ze zegt in
haar dankwoord dat het bizar is dat een boerenkind nu in Stockholm achter het
spreekgestoelte staat en ze voelt zich naast zichzelf staan. Daarna trok ze
zich uit het openbare leven terug, al gaf ze Jansen nog wel de kans om een mooi
portret van haar te maken.
Jansen zocht haar op in Berlijn waar ze vanaf de jaren
tachtig woont, na doodsbedreigingen door de Securitate, maar gaat ook terug
naar haar geboortedorp Nitchidorf aan de westkant van Roemenië. Weggaan uit het
dorp duidde op ongeluk. Haar moeder werd in januari 1945 gedeporteerd naar
Rusland en werkte vijf jaar in een kamp in de Donbass, onzeker wanneer en of ze
nog vrij kwam. Een oude man die bevriend was met haar vader zegt dat Herta een
slimme meid was met een grootvader die koopman was en een vader die chauffeerde.
Op haar 34 ste nam Müller de wijk naar Duitsland. Ze beschouwde het als een
godsgeschenk dat ze weg kon uit het naargeestige Roemenië, waar Ceausescu in
zijn nadagen als dictator de macht nog stevig in de hand had. Aan zijn redevoeringen
leek geen einde te komen. Hoewel hij geen charisma had, hield het systeem van
angst hem op de troon. Het brengt Müller op een vergelijking met een koning,
toch een heel ander slag mens dan een dictator. In het begin van haar carrière
als leerkracht moest ze uitkijken om, bij gebrek aan toiletpapier, een leerling
niet een krant met de afbeelding van de dictator mee te geven naar de wc.
Zoals ze in haar dankwoord voor de Nobelprijs zegt, is taal
niet mooi. Schrijven bevrijdt haar niet van haar kwellingen, maar toch moet ze
het doen om haar rust te bewaren. Thuis was ze enig kind dat meehielp, hard
werkte, zich in de steek gelaten voelde, zich niet op de juiste plek voelde
tussen de maisvelden. Ze hield wel van de planten en fantaseerde levens voor
hen. Ze werd geslagen door haar vader die tijdens de oorlog aan de Duitse kant
vocht en na de oorlog aan de alcohol raakte. In het dorp werd men met de nek
aangekeken. Pas later besefte Müller hoe de zaak in elkaar zat en ging ze
erover schrijven, onder andere de korte roman De mens is een grote fazant uit 1986. Dat maakte dat men haar in
Roemenië als een nestvervuiler zag.
Een man legt uit hoe de verhoudingen in de streek Banaat
historisch gezien waren. Sinds de achttiende eeuw had het een Duitse moeder en
een Oostenrijkse vader, maar na de instorting van de laatste kreeg het Roemenië
als stiefvader. Nadat die stiefvader ingelijfd werd door het communisme, was
het gedaan met de vrijheid. Alle Duitse inwoners moesten zich registreren,
arrestaties en deportaties waren aan de orde van de dag. Müller legt uit dat er
een groot verschil was tussen het gedrag in huis en in het openbaar. Dat werkte
schizofrenie in de hand. De noodzaak om te liegen of zwijgen kweekte angst.
Müller zegt in haar dankwoord voor de Nobelprijs mooie
woorden over de taal, die door machthebbers vernietigd wordt. Zelf is ze er
trots op dat ze niet ingestort is zoals het regime gewild zou hebben. De band
met collega’s hield haar op de been, maar Jansen moet niet te dichtbij komen,
want ze is nog steeds kwetsbaar.
Hier
de site van de VPRO met daarop de documentaire en enige achtergrondinformatie, hier
mijn bespreking van De mens is een grote
fazant (2010), hier
een link naar een video van de toespraak onder de titel Jedes Wort weiss etwas vom Teufelkreis die Müller hield na
ontvangst van de Nobelprijs. Hier mijn bespreking van de documentaire van Jansen over Symborska, hier die over Adonis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten