Polyfonische roman waarschuwt de hedonistische Westerse mens
De nieuwe roman Poubelle
van Pieter Waterdrinker gaat over de 35 jarige Wessel Stols, die zijn
reclamebureau verkoopt om te gaan schrijven. Omdat hij hiervoor het talent
mist, gaat hij handelen in oude Sovjet kunst, wordt hij Europarlementariër en
raakt hij verzeild in het conflict in Oost Oekraïne. De figuur Stols zou staan
voor de ondergang van Europa.
Van Kan zegt dat Stols een eclectisch leven leidt, waarmee
hij waarschijnlijk bedoelt dat Stols stelt het beste kiest in de omstandigheden
waarin hij zich bevindt en vraagt aan Waterdrinker wat Stols wil.
Waterdrinker is daarover kort: hij wil gelukkig zijn, zoals
iedereen hier op aarde, alleen gaat hij, zoals velen overkomt, zijn ondergang
tegemoet. Hij is iemand met een overspannen levenswil en drijft mee op de
stroom waarin het leven gaat.
Waterdrinker kent het hedonistisch menstype dat alles wil
meemaken. Als de materiële omstandigheden bevredigd zijn, wil men zich
onsterfelijk maken met een roman, maar zoiets is niet iedereen gegeven. Stols
gaat naar Moskou om zijn financiën weer aan te zuiveren.
Van Kan vraagt wat zijn talent is.
Zijn geslepenheid, zijn opportunisme, antwoordt
Waterdrinker. Hij beseft heel goed de tweespalt tussen wat hij wil en wat hij
doet.
Zelf was Waterdrinker getuige van de protesten op het
Maidanplein in Kiev en werd hij getroffen door de ramp met de MH 17. Hij
probeerde in Poubelle de lezer een
panoramisch beeld mee te geven van het leven dat achter ons ligt en dat
wellicht nooit meer terug komt. De vrijblijvendheid waarmee we ons in de wereld
opstelden, zou wel eens voorbij kunnen zijn met de steeds grotere gevaren die op
ons afkomen. Het is niet meer mogelijk risico’s te vermijden. Wat dat betreft
is Waterdrinker somber over de toekomst.
Van Kan merkt op dat Stols lippendienst bewijst aan een
politieke partij, waarvoor hij columns schrijft.
Waterdrinker zegt dat Stols beseft dat ie vals is. Hij is
geen onversneden schoft, maar een verpersoonlijking van het hedonistische
Europa.
Van Kan meent dat Stols tegen zijn overmoed aan loopt.
Waterdrinker antwoordt dat ook het gebrek aan kennis hem
parten speelt en tot tragedies leidt, met oorlog tot gevolg.
Van Kan noemt de vele verplaatsingen in het boek en vraagt
wat Stols voortdrijft.
Waterdrinker begint over het kinderloos huwelijk van Stols,
dat hij probeert te lijmen. Terug in het Westen voelt hij zich alleen, omdat
hij niet begrepen wordt.
Van Kan wil weten waarom Waterdrinker de vorm van een roman
voor zijn onderwerp heeft gekozen.
Waterdrinker antwoordt dat hij met een roman dichterbij zijn
bezorgdheid kon komen. Als romancier kan men de polyfonie beter kwijt dan als
schrijver van non-fictie. Het gaat om hoger reiken, om de innerlijke stroom
weergeven.
Zijn woorden ontroeren Van Kan zo dat hij bijna vergeet om
af te sluiten.
Hier
mijn verslag van een uitzending van VPRO Boeken van twee jaar geleden, waarin
Waterdrinker praat over zijn half-fictieve boek De correspondent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten