Zoeken naar een nieuwe invulling van vrijheid, gelijkheid en
broederschap
Wilfred de Bruijn (zie foto) woont al twaalf jaar in Parijs en gaat zes
weken lang op zoek naar het voortbestaan van de aloude waarden van de Franse
Revolutie. Wat is er overgebleven van de vrijheid, de gelijkheid en de
broederschap die ruim tweehonderd jaar werden geproclameerd? Zelf ondervond De
Bruijn aan den lijve dat de tolerantie beperkt is.
Hij heeft minder charisma dan Ruben Terlou, maar dat ligt
ook aan het onderwerp, waarvan de grenzen meteen duidelijk zijn. Een gang langs
de vermolmde staat van een republiek waarin politieke en sociale
tegenstellingen overheersen spreekt minder tot de verbeelding dan een cruise
over de Yangzte. Een inkijkje in ons buur- en vakantieland geeft ons echter een
beter begrip van de afstandelijke manier van doen van de Fransen. Voorbij de
clichés over een geliefd vakantieland, luidt de ondertitel dan ook.
Aflevering 1: Een republiek
aan scherven
De Bruijn loopt met gevaar voor eigen leven door de voorsteden
rondom Parijs, die enkele jaren geleden het toneel waren van hevige rellen.
Achtergestelde allochtone jongeren pikten de sociale ongelijkheid niet meer en
werden hard aangepakt door de oproerpolitie. Inmiddels vormt de oorlog tegen de
islam het strijdpunt. Veel extremistische jongeren bekennen zich daartoe, zegt
een imam in een moskee die in een oude Renaultfabriek gevestigd is.
Een directeur van veilinghuis Christie’s laat een heel
andere kant van Frankrijk zien. Hij toont het interieur van een kasteel dat hij
gaat verkopen, omdat de eigenaar eraf wil. De directeur is van adellijke
afkomst en dat is te horen aan zijn stem en te zien aan zijn manier van doen.
Hij woont in het zevende arrondissement en vertegenwoordigt het Frankrijk waar
de extremistische jongeren juist tegen tekeer gaan.
Allochtoon Igor toont de povere flats in de voorsteden. Hij
woont zelf op de negende verdieping maar er is geen lift. Hij vertelt hoe
gemakkelijk jongeren in het criminele circuit terecht komen. Zelf heeft hij lering
getrokken uit de moord op zijn broer en een bedrijfje opgezet met een
kledinglijn die populair is in de banlieue.
De Bruijn staat bij het graf van keizer Napoleon die nog
steeds vereerd wordt, al gooide hij de waarden van de Franse revolutie ten
grabbel. Sindsdien heeft men in Frankrijk een hoge pet op van gezag. Het
satirische blad Le Canard Enchainé knaagt
met humor aan het respect voor de machthebbers. De laatsten lezen het blad
graag om te weten hoe ze ervoor staan.
In de voorstad Saint-Denis staat een prestigieus
meisjesinternaat in de buurt waar vorig jaar een zelfmoordterrorist zichzelf
opblies. Daar worden de waarden van het Legioen van Eer hoog gehouden door nazaten
van personen, die met de orde onderscheiden zijn. De directrice zegt dat er ook
andere kinderen kunnen komen, maar gaat een discussie over de identiteit van
een Fransman uit de weg omdat dit politiek gevoelig ligt. Een Franse moslima
uit de buurt moet weinig hebben van de ideologie die in het internaat wordt
uitgedragen.
Aflevering 2: Ondertussen
op het platteland
De Bruijn reist met Clément, een televisiemedewerker van de
Franse CNN naar diens geboortestreek in de Touraine. Clément reist wekelijks
driehonderd kilometer op en neer. Hij heeft een wijngaard in de buurt van
Chinon, die onvoldoende werk biedt en daarom werkt hij in Parijs. Hij houdt van
het televisiewerk dat, anders dan het werk op het platteland, geen enkel
seizoen kent maar anderzijds vindt hij het heerlijk met zijn vrienden wat te
drinken in het plaatselijk café. Hij heeft ook truffels. De sfeer van de
uitzending is weemoedig. Zijn moeder die een zangcarrière opgaf voor haar
huwelijk, getuigt daarvan door een lied over de streek dat door haar
dementerende man wordt meegezongen.
Grond is van oudsher belangrijk op het platteland. De Bruijn
spreekt met een adelijke truffelboer die plannen heeft voor een truffelhandel. Vroeger
verzamelde de adel arme boeren om zich heen. Tegenwoordig dreigt eenzelfde
situatie met geldbezitters die boeren als lijfeigenen gebruiken. De
schaalvergroting speelt daarin een belangrijke rol. Een landbouwer vertelt dat
machines goedkoper zijn dan werknemers. Hij vraagt zich af of zijn zoon straks
nog wel op de boerderij kan blijven. De overheid zou meer moeten doen om het
tij te keren.
De Bruijn loopt, gefilmd door een verborgen camera, rond in
een enorme Leclerc. De bedrijfsleider wil hem niet te woord staan vanwege
mogelijke protesten van boeren, die door de supermarkt een kopje kleiner worden
gemaakt. Veel winkels in de stad staan leeg. Een oude mevrouw die in granen en
zaden deed, probeerde haar winkel twintig jaar geleden te verkopen, maar dat
ging niet door en daarom woont ze er nu zelf in.
De Bruijn vraagt zich af of het nodig was dat het leven op
het platteland zo’n bittere wending nam. Hij illustreert zijn antwoord met een
bezoek aan een oude boerin van wie de man zelfmoord pleegde omdat hij de
vooruitgang niet zag zitten en liever met paarden werkte dan met een tractor.
Het fragment roept op tot bezinning over onze hedendaagse manier van leven. De
kleinschalige landbouw zou een hele verbetering brengen in de sociale
structuur. Maar daar is wel een overheid voor nodig die de economie reguleert en
dat is niet iets waar de Franse overheid zich op voor kan staan.
Aflevering 3: Extreem
rechts voor iedereen
De derde aflevering is gewijd aan de groei van het Front
National. De Bruijn leest een stripboek waarin de opkomst van de partij tot de
presidentsverkiezingen in 2017 in beeld gebracht wordt. De uiteindelijke
benoeming van Marine le Pen als president is daarin de uitkomst van vele jaren
hard aan de weg timmeren sinds de jaren zeventig. De Bruijn laat zien welke
groeperingen steun verlenen aan het FN, dat inmiddels veertig procent van de
bevolking achter zich heeft. Op de eerste plaats gaat het om teleurgestelde
kiezers van rechtse partijen zoals de Nederlandse Patricia. De Bruijn gaat mee
op jacht door de velden en hoort over de grote werkloosheid en de economische
neergang die gestopt moeten worden. De traditionele partijen zijn niet bij
machte om die op te lossen. Daarom is het volgens haar nu de beurt aan de FN.
Daarnaast zijn er veel ontevreden Fransen, die de neergang met lede ogen
aanzien en hun heil gezocht hebben bij de FN. Een van hen is een vriendelijk
ogende kroegbaas uit Normandië. Men is daar boos op immigranten die meer voor
elkaar krijgen van de regering dan de eigen bewoners.
Het FN krijgt zelfs steun van moslims en homoseksuelen. In
Marseille hoort De Bruijn van een vrouw die met een moslim is getrouwd, dat de
situatie in de stad op Chicago lijkt en dat er orde nodig is. Ze wordt op haar
wenken bediend door de burgemeester die afkomstig is uit de stal van het FN.
Haar vader helpt mee plakken voor het FN in de aanloop naar de
districtsverkiezingen, maar kan er nog steeds niet over uit dat zijn dochter
met een Algerijn getrouwd is. De bedenkingen van De Bruijn tegen het
racistische en homofobe karakter van het FN worden bewaarheid na bedreiging op
de verkiezingsavond waar de FN weliswaar weinig wint, maar dat wel een mooie
opstap biedt naar de presidentsverkiezingen. Het verhaal van een voormalig
medewerker van Le Monde die zwaar in elkaar geslagen werd door een
extreemrechtse knokploeg doet, net als het gedrag van de glibberige politicus
Gerard Longuet, het ergste vrezen voor de toekomst.
Aflevering 4: Het
verdriet van Frankrijk
De Bruijn gaat met zijn vriend Olivier over de Rue Nationale
naar diens adoptie-ouders in hun buitenhuis in de Ardèche. Onderweg hoopt hij
meer duidelijk te krijgen over de treurigheid die hij in Parijs waarneemt. Een
man in een camper aan de Loire zegt dat mensen individueler zijn geworden en
minder met elkaar praten. ’s Avonds kruipt men achter de televisie. Een ander
wijt dit aan de crisis die angstig maakt. Normen en waarden verdwijnen. Dat was
in de tijd van De Gaulle wel anders. Hij verwacht een revolutie dan wel een
natuurramp.
Volgens De Bruijn is er meer aan de hand dan het
gebruikelijke vroeger was het beter. Melancholie is een Frans woord. Een eeuw
geleden was Frankrijk het modernste land van de wereld. Haar idealen waren een
lichtend voorbeeld, zelfs voor Deng Xiaoping die in Montargis de communistische
partij van China oprichtte, maar een huidige inwoonster voelt zich veiliger bij
rechts dan bij de plaatselijke communisten. Een andere inwoner zegt dat de
maatschappelijke onzekerheid bang maakt om iets kwijt te raken. Van de leuzen
van de Franse revolutie is volgens hem alleen de vrijheid overgebleven.
Een campingbeheerster in de wijnstreek zegt dat de Fransman geen
gemakkelijk karakter heeft, maar dat zijn stugheid doorgeprikt kan worden. De
negatieve mentaliteit werkt niet bevorderlijk voor het zelfbeeld van de
kinderen. Het kweekt angstige burgers.
De ouders van Olivier houden het erop dat Fransen
gemakkelijk klagen en altijd meer willen. Olivier zelf zegt dat de sociale
verschillen groot zijn ondanks het idee dat er gelijkheid heerst. Als
homoseksueel adoptiekind uit Brazilië weet hij wat hij zegt. De Bruijn memoreert
dat zij drie jaar geleden in elkaar werden geslagen toen ze hand in hand liepen
en dat ze nu voorzichtiger zijn en zich meer in circuit met gelijkgestemden
bewegen. De moeder van Olivier is een Française van Tunesische afkomst. Ze mist
het ongedwongen contact met de Galliërs. Haar bekentenis ontroert De Bruijn.
Het zegt iets over het gebrek aan openheid bij de Fransen in het algemeen. De
vader van Olivier wijst op een sterke liefde van Fransen voor het platteland,
dat verband houdt met conservatisme, want hier gaan de veranderingen minder
snel dan in de stad. Zijn oma begrijpt de cultuurschok wel die het moderne
leven teweeg heeft gebracht, maar ze ziet het eenvoudige leven verdwijnen.
Aflevering 5: Koppig
als een Breton
De Bruijn is aan de rotskust van Bretagne, het land van
Asterix, die in zijn stripboek als een Galliër wordt genoemd, maar toch een
Breton is. Het dorp waar hij woonde en waar hij de Romeinen buiten hield, bestaat
echt, maar ligt vanwege de vloed onder de zeespiegel. Bretonnen worden
voorgesteld van graniet te zijn. Ze komen op voor hun onafhankelijkheid en
moeten weinig hebben van de regelzucht uit Parijs, zoals blijkt uit het
vernielen van tolpoorten op de snelweg. De Bruijn bezoekt een bijeenkomst waarin
ze samen met de Basken optrekken. Men wil de diversiteit behouden en respect
voor de eigen cultuur. De intentie is om het verzet geweldloos te laten zijn.
De Bruijn spreekt met een druïde, die vertelt dat de Kelten
door de Romeinen langzaam uit Europa verdreven werden. De man houdt zijn handen
om een menhir en voelt zich daardoor opgeladen. De ceremonieën van de Kelten
waren bedoeld om energie te geven.
In het afgelegen westelijk deel woont de familie van een
vriendin van De Bruijn. HUn manier van leven werd op film vastgelegd door een
antropoloog. De vader van de vriendin mist de oude leefwijze. Hij vertelt een
anekdote over de komst van de tractor, waarin de boer het voertuig met zijn
stem tot stoppen wilde laten stoppen in plaats van met de rem.
Een man werd in zijn jeugd opgepakt omdat hij zich had
aangesloten bij het Bretonse bevrijdingsfront, dat aanslagen pleegde. Hij
schaamde zich eerder voor zijn afkomst maar is daar nu boos over.
In een middelbare school leest men Kafka in het Bretons.
Volgens de docent is De
gedaanteverwisseling, die gaat over de verhouding met mensen die anders
zijn, ook van toepassing op Bretonnen. Het schaamtegevoel over hun eigenheid is
verdwenen.
In Brest dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd platgebombardeerd,
komen oud-strijders samen om een nieuwe Franse prefect te verwelkomen. De
Bruijn vindt de situatie nogal verwarrend omdat de roep om een eigen cultuur in
Bretagne eerder gesteund werd door de nazi’s. Een schrijfster die het onderwerp
uitspitte werd met de nek aangekeken. De huidige beweging voor
onafhankelijkheid stelt zich op als links maar steunt op oude ideologische
opvattingen. Volgens een docent wordt er langzaam weer gepraat over het
verleden. Daarbij blijkt dat de overheid de Bretonse roep om een eigen cultuur
in een kwaad daglicht probeerde te stellen.
Aflevering 6:
Veranderen? Jamais!
Het is vanwege de huidige protesten tegen de nieuwe
arbeidswet interessant dat De Bruijn ingaat op de grote stakingsbereidheid van
de Fransen. Een steward van Air France in Parijs legt uit dat de wereld steeds
eenvormiger wordt als men daar door stakingen geen stokje voor steekt.
Een kunsthandelaar noemt de kracht van de Franse cultuur
stuwend, bezielend en verheffend. Tijdens een expositie blijkt kunst een
sociaal bindmiddel. Een kunstenares zegt dat men het klassieke met het moderne
verbindt. Dat eerste wordt in ere gehouden door de klassieke balletten in De
Opera, die door De Bruijn ook wel een cocon wordt genoemd. Cultuur wordt echter
gezien als middel tegen de barbarij. Nieuwkomers dienen zich die toe te
eigenen. Ze worden geleerd om zich meningen te vormen. De taal zorgt voor
eenheid onder de inwoners. Een docente zegt dat ze worden bijgebracht om zich
vrij te maken, al staat hoffelijkheid in de omgang voorop. Een nieuwkomer uit
Syrië die zijn boerderij mist, zegt dat hij altijd een Syriër blijft.
De Bruijn werpt een blik in het Institut de France, waar de
veertig oudere leden van de Académie Francaise bijeenkomen. Men stelt zich ten
doel om de taal zuiver te houden, maar men kan de invoering van Engelse termen niet
tegenhouden. De jeugd immers heeft veel minder weerzin tegen het Engels dan de
ouderen, die betreuren dat het Frans geen wereldtaal meer is. Een docente zegt
dat Fransen alles goed willen doen en dat dit de basis vormt van hun wantrouwen
over verandering.
De Bruijn spreekt een vroegere piloot van de Concorde, een
rank supersonisch vliegtuig dat tegenwoordig in het museum staat omdat de
productie mede door een ongeluk gestaakt werd. Volgens De Bruijn is het wachten
op een nieuwe generatie vernieuwers. De oprichter van een Parijse school voor
drop-outs die het probleemoplossend denken wil stimuleren en daarbij digitale hulpmiddelen
gebruikt, neemt daar alvast een voorschot op. Hij denkt dat anderen bang zijn
hun privileges te verliezen.
Angst en onzekerheid begeleiden de maatschappelijke
veranderingen in Frankrijk, zo leert ons De Bruijn. De toekomst oogt niet
rooskleurig. De macht van de vakbonden is veel sterker dan in Nederland, maar
ook de wil om te behouden wat men heeft is groter. Het vraagt een grote
solidariteit om samen op te trekken, maar men moet eerst weten waarvoor men
optrekt. De doelen in een snel veranderende maatschappij zijn niet gemakkelijk
vast te stellen, laat staan uit te dragen door politieke leiders, die weinig
speelruimte krijgen. Het vraagt veel behendigheid om tussen allerlei klippen
door te varen en te komen tot een maatschappij die recht doet aan allen. Dat is
een opgave, maar die is niet onmogelijk omdat de rede een onschatbaar
instrument blijft om de idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap nieuw
leven in te blazen.
Hier
meer over de serie op de site van de VPRO, hier de trailer. Hier
mijn verslag van Langs de oevers van de
Yangtze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten