Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 18 mei 2016

Thomas Verbogt over Waaitaal, VPRO – Boeken, 15 mei 2016


Veelschrijver komt dichter bij zichzelf

In deze uitzending praat Jeroen van Kan niet alleen met Thomas Verbogt over Waaitaal, woorden uit de waan van de dag, dat nog moet uitkomen maar eveneens over zijn laatst verschenen roman Als de winter voorbij is, die voor de Librisprijs genomineerd werd. Verbogt kiest ervoor om met de roman te beginnen.

Van Kan brengt de grote romanproductie van Verbogt ter sprake en zegt daarover dat hij een schrijver is die steeds hetzelfde verhaal schrijft.
Verbogt beaamt dit en voegt eraan toe dat het wel steeds dichter bij hemzelf komt. Als de winter voorbij is kwam tot leven, terwijl hij werkte aan een autobiografisch boek over zijn vriendschap met Frans Kusters. Hij voelde zich zo thuis in het genre dat hij tot deze roman kwam, waarin de ingrediënten van het verhaal belangrijker zijn dan het verhaal zelf. Het gaat om de elementen waaruit het verhaal is opgebouwd, de aanleidingen van de gebeurtenissen. Volgens Verbogt was het een kwestie van durven om zich die vrijheid te veroorloven en het meer over zichzelf te hebben. Het resultaat was meer integer en urgenter dan eerder. In kritieken las hij dat het ging over de meest autobiografische roman van hem. Hoe vroeg zich af hoe men zoiets weet. Van Kan oppert dat recensenten meer weten over hem dan hij zelf denkt.

Van Kan vraagt wat de vrijheid van deze andere manier van schrijven heeft opgeleverd.
Verbogt antwoordt dat hij meer durft toe te komen aan momenten die van belang zijn. Hij vertelt geen verhaal van a tot z, maar staat stil bij de ingrediënten, zoals hij al eerder opmerkte. Het boek begint met een verhuizing. Daarbij stelde hij zich de vraag wat hij zou meenemen en wat achterlaten. Waarom kiest hij voor het ene en niet voor het andere boek? Hij verbindt daaraan de stelling dat schrijven antwoord geven is op de aloude vraag hoe te leven. Hoewel een antwoord niet bestaat, komt hij wel in de buurt.

Van Kan maakt een bruggetje naar het boek Waaitaal, dat ook over zijn verhuizing gaat, maar dit keer over de cd’s die hij kiest om mee te nemen. Dat doet bijna denken aan een zelfportret, naar een zoeken naar een identiteit.
Verbogt antwoordt dat de vraag naar hoe te leven een vraag is naar de identiteit. Wie ben ik? Wat weet ik van mezelf? Wie in mij nam eerder een verkeerde beslissing? Het duurt soms lang om achter antwoorden op die vragen te komen. Verbogt wil niet teveel psychologiseren. Liever houdt hij het in zijn romans licht. Dat past hem het beste. Hij denkt van tevoren niet teveel na, maar ontwikkelt zijn gedachten al schrijvende.

Van Kan komt andermaal terug op Waaitaal, dat over de taal in de waan van de dag handelt, zoals uit woorden als doucheplassen, ontspullen, Dolomieterse hapjes of begrazingsactiviteiten blijkt.
De afgelopen week hoorde Verbogt daar weer een nieuw voorbeeld van: geluksprofessor. Hij zou dat zelf willen zijn. Een bordje op de deur met consult na afspraak. Hij herinnert zich ook een chirurg in verband met een sportblessure, die hem vertelde over hij voor een operatie aan de lies ook in aanmerking wilde komen voor reanimatie. In dat verband was ook een bezoek aan de slaapdokter toepasselijk.

Van Kan denkt dat dit soort taal infantiliseert.
Verbogt zegt dat het vooral om de angst gaat dat men niet weet wat er bedoeld wordt. In het Jeugdjournaal wordt Rutte de belaas van Nederland genoemd en andere programma’s nemen dat over. De meest getalenteerde waaiwoorden worden niet door ambtenaren of reclamemakers gemaakt, maar komen van anderen, aangewaaid als het ware, zoals het woord voorjaarshaar (waar ik overigens nog nooit van gehoord heb, rs).

Van Kan zegt dat de ontvankelijkheid van Verbogt voor taal ook betekent dat hij gevoelig is voor het misbruik ervan.
Verbogt noemt als voorbeeld het veelvuldig gebruik van het woord integer of politici die zeggen dat ze voor de inhoud gaan. Hij zou zelf niet weten waar het anders over zou moeten gaan.

Van Kan noemt het woord vleesverganger, dat de fantasie van Verbogt prikkelt.
Verbogt hoort er een beroep in, zoals in de voorpublicatie van Onze Taal te lezen is. Zelf moest hij eens voorlezen tijdens een ontbijt, waardoor hij door de portier als ontbijtlezer betiteld werd. Een woord dat tintelde in het hoofd van Verbogt.    

Hier een voorpublicatie uit Waaitaal op de site van Onze Taal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten