Veelschrijver komt dichter bij zichzelf
In deze uitzending praat Jeroen van Kan niet alleen met
Thomas Verbogt over Waaitaal, woorden uit de waan van de dag, dat nog
moet uitkomen maar eveneens over zijn laatst verschenen roman Als de winter voorbij is, die voor de
Librisprijs genomineerd werd. Verbogt kiest ervoor om met de roman te beginnen.
Van Kan brengt de grote romanproductie van Verbogt ter
sprake en zegt daarover dat hij een schrijver is die steeds hetzelfde verhaal
schrijft.
Verbogt beaamt dit en voegt eraan toe dat het wel steeds
dichter bij hemzelf komt. Als de winter
voorbij is kwam tot leven, terwijl hij werkte aan een autobiografisch boek
over zijn vriendschap met Frans Kusters. Hij voelde zich zo thuis in het genre
dat hij tot deze roman kwam, waarin de ingrediënten van het verhaal
belangrijker zijn dan het verhaal zelf. Het gaat om de elementen waaruit het
verhaal is opgebouwd, de aanleidingen van de gebeurtenissen. Volgens Verbogt
was het een kwestie van durven om zich die vrijheid te veroorloven en het meer
over zichzelf te hebben. Het resultaat was meer integer en urgenter dan eerder.
In kritieken las hij dat het ging over de meest autobiografische roman van hem.
Hoe vroeg zich af hoe men zoiets weet. Van Kan oppert dat recensenten meer
weten over hem dan hij zelf denkt.
Van Kan vraagt wat de vrijheid van deze andere manier van
schrijven heeft opgeleverd.
Verbogt antwoordt dat hij meer durft toe te komen aan
momenten die van belang zijn. Hij vertelt geen verhaal van a tot z, maar staat
stil bij de ingrediënten, zoals hij al eerder opmerkte. Het boek begint met een
verhuizing. Daarbij stelde hij zich de vraag wat hij zou meenemen en wat
achterlaten. Waarom kiest hij voor het ene en niet voor het andere boek? Hij
verbindt daaraan de stelling dat schrijven antwoord geven is op de aloude vraag
hoe te leven. Hoewel een antwoord niet bestaat, komt hij wel in de buurt.
Van Kan maakt een bruggetje naar het boek Waaitaal, dat ook over zijn verhuizing
gaat, maar dit keer over de cd’s die hij kiest om mee te nemen. Dat doet bijna denken
aan een zelfportret, naar een zoeken naar een identiteit.
Verbogt antwoordt dat de vraag naar hoe te leven een vraag
is naar de identiteit. Wie ben ik? Wat weet ik van mezelf? Wie in mij nam
eerder een verkeerde beslissing? Het duurt soms lang om achter antwoorden op
die vragen te komen. Verbogt wil niet teveel psychologiseren. Liever houdt hij
het in zijn romans licht. Dat past hem het beste. Hij denkt van tevoren niet
teveel na, maar ontwikkelt zijn gedachten al schrijvende.
Van Kan komt andermaal terug op Waaitaal, dat over de taal in de waan van de dag handelt, zoals uit
woorden als doucheplassen, ontspullen, Dolomieterse hapjes of
begrazingsactiviteiten blijkt.
De afgelopen week hoorde Verbogt daar weer een nieuw
voorbeeld van: geluksprofessor. Hij zou dat zelf willen zijn. Een bordje op de
deur met consult na afspraak. Hij herinnert zich ook een chirurg in verband met
een sportblessure, die hem vertelde over hij voor een operatie aan de lies ook
in aanmerking wilde komen voor reanimatie. In dat verband was ook een bezoek
aan de slaapdokter toepasselijk.
Van Kan denkt dat dit soort taal infantiliseert.
Verbogt zegt dat het vooral om de angst gaat dat men niet
weet wat er bedoeld wordt. In het Jeugdjournaal wordt Rutte de belaas van
Nederland genoemd en andere programma’s nemen dat over. De meest getalenteerde
waaiwoorden worden niet door ambtenaren of reclamemakers gemaakt, maar komen
van anderen, aangewaaid als het ware, zoals het woord voorjaarshaar (waar ik
overigens nog nooit van gehoord heb, rs).
Van Kan zegt dat de ontvankelijkheid van Verbogt voor taal
ook betekent dat hij gevoelig is voor het misbruik ervan.
Verbogt noemt als voorbeeld het veelvuldig gebruik van het
woord integer of politici die zeggen dat ze voor de inhoud gaan. Hij zou zelf
niet weten waar het anders over zou moeten gaan.
Van Kan noemt het woord vleesverganger, dat de fantasie van
Verbogt prikkelt.
Verbogt hoort er een beroep in, zoals in de voorpublicatie
van Onze Taal te lezen is. Zelf moest hij eens voorlezen tijdens een ontbijt,
waardoor hij door de portier als ontbijtlezer betiteld werd. Een woord dat
tintelde in het hoofd van Verbogt.
Hier
een voorpublicatie uit Waaitaal op de
site van Onze Taal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten