Zieke moeder bezoekt Duits dorp waar zoon woont na vertrek
uit Nederland
De debuutroman Onheilig
van Roos van Rijswijk (1985), genoemd naar de Duitse band Unheilig, gaat over
een problematische verhouding tussen een moeder en haar zoon Miguel. Nadat er
lange tijd geen contact tussen hen is geweest, besluit de moeder van Miguel hen
op te zoeken in het Duitse plaatsje Nieheim waar hij naar toe gegaan is om daar
als klusjesman aan de slag te gaan. In zijn stukje vooraf op de site van VPRO Boeken zegt Jeroen van Kan dat men de zinnen in dit boek wil onderstrepen vanwege de trefzekerheid. Het is jammer dat hij niet terugkwam op de stijl in de uitzending.
Van Kan duikt meteen in de relatie die de twee met
elkaar hebben. Hij noemt die merkwaardig.
Van Rijswijk zegt dat ze niet veel meer met elkaar hebben
sinds Miguel vertrokken is. De moeder is een markante, drinkende en vileine
vrouw die uit een rijk milieu komt. Ze vond het product van haar en een
Mexicaan ook geen leuk kind. Ze ontbeert de onvoorwaardelijke liefde die aan
moeders voor hun kinderen wordt toegeschreven. Ze kan toch al niet goed met
mensen omgaan of staat dat zichzelf niet toe. Willen of kunnen, dat is de vraag
als het om haar contact met anderen gaat.
Van Kan heeft begrepen dat Miguel geen duidelijke besluiten
neemt, alles overkomt hem.
Van Rijswijk antwoordt dat hij wel besloten heeft om uit
Nederland weg te gaan en in Duitsland te gaan wonen. Hij woont daar samen met
Jorge, ook een Mexicaan, die verzorging nodig heeft. Mensen in het dorp denken
dat Jorge zijn broer is en hij laat dat maar zo, maar zit er wel mee. Hij voegt
zich naar de omstandigheden in plaats van erin in te grijpen. Ook de moeder
maakt niet zo gemakkelijk een keuze. Op advies van haar therapeut blikt ze in
een dagboek terug op haar jeugd. In de stad waar ze woont observeert ze het
leven van de mensen. Ze schuift op een terras aan bij een toeriste, waarop ze
besluit om naar Nieheim te gaan. Het is een soort mission impossible omdat ze
liever wil dat hij haar ziet dan andersom. Zij is iemand die graag wil dat
anderen zien hoe moeilijk zij het heeft.
Volgens Van Kan is er een drugskoerier die haar lijden ziet,
maar dat dit aan de zoon voorbij gaat. Hij vraagt waar het mis is gegaan tussen
moeder en zoon.
Van Rijswijk herhaalt nog eens wat ze eerder vertelde,
namelijk dat de moeder zich niet tot haar zoon kon verhouden en ook anderen,
behalve als toeschouwer, niet tot haar toelaat.
Van Kan wil weten wat het aanlokkelijke is om zo’n vrouw te
beschrijven.
Van Rijswijk vertelt dat ze begon met de relatie tussen
Miguel en Jorge en dat het verhaal nog een ander element behoefde, waardoor ze
op de moeder van Miguel uit kwam. Haar rol werd nog belangrijker dan die van
Miguel omdat ze gelaagder is. In haar dagboeken ontleedt ze iedereen en ook
zichzelf. Van Rijswijk was zelf in Nieheim, een aangeharkt stadje in Noordrijn
Westfalen in een mooie omgeving waar weinig gebeurt op een paar jaarfeesten na.
Daar zag ze eens twee getinte mannen kersen plukken, hetgeen de basis werd voor
een kort verhaal.
Van Kan noemt de roman tijdloos. Het verhaal zou in de jaren
dertig kunnen spelen.
Van Rijswijk is er drie keer geweest tijdens stille zomers,
waarin grijze mensen de overhand hebben. Ze wilde de feesten niet benadrukken
om de verstilling en de vervreemding die de moeder van Miguel ervaart, weer te
kunnen geven. Anders dan Miguel vond ze het heerlijk om het plaatsje weer te
kunnen verlaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten