Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 16 mei 2016

Recensie: Oorlog en terpentijn (2013), Stefan Hertmans


Sterk portret van een grootvader die geteisterd werd door maatschappelijk en persoonlijk leed

Boeken over de oorlog zijn er genoeg. Ook over de Eerste Wereldoorlog. Om zichzelf te onderscheiden is een verrassend gezichtspunt van belang. De ervaren schrijver Stefan Hertmans doet dit door het perspectief te kiezen van zijn grootvader Urbain Martien (1891-1981) uit Oostende. Hertmans zegt dat de bijna inwisselbare jaartallen niet voor veel opwinding zorgen, maar de tijdsperiode waarin Urbain leefde des te meer: hij noemt de twintigste eeuw de de meest hardvochtige eeuw uit de hele mensengeschiedenis. Hij klemt in de drie delen die Oorlog en terpentijn omvat, de dagboekaantekeningen van zijn grootvader in tussen zijn eigen verhouding met zijn opa en een beschrijving van diens leven. Door zijn persoonlijke aanpak krijgen de oorlogservaringen van korporaal Urbain een nog grimmiger karakter dan bij een doorsnee verhaal uit de Eerste Wereldoorlog. De ellende die men in de loopgraven onderging, komen nog sterker binnen bij de lezer in de context van een leven dat schreeuwde om een artistieke invulling maar wreed doorkruist werd door de dienstplicht.

Hertmans hanteert een fraaie afwisseling tussen verleden en heden bij het naar boven halen van herinneringen aan zijn grootvader. Met veel gemak schakelt hij over naar een bezoek met zijn zoon naar Londen of naar de kritiek die de niet nader genoemde Peter Handke kreeg over zijn standpunt inzake de oorlog in Joegoslavië in de jaren negentig. Een tragische verbinding tussen de generaties vormt het horloge van zijn overgrootvader Franciscus, dat overgedragen werd aan Urbain en dat Hertmans kapot liet vallen na de overdracht door zijn grootvader. Het incident kenschetst het verhaal van oude mensen en de dingen die voorbijgaan. Hij vraagt zich zelfs af wat hem nog met zijn grootvader verbindt: 'Is het de afwezigheid van de strijd der generaties, die we met onze ouders wel voeren? In de kloof die gaapt tussen ons en hen, zit het gevecht om onze ingebeelde eigenheid, en de afstand in de tijd maakt dat we de illusie koesteren dat daar een grotere waarheid schuilt dan in wat we van onze eigen ouders weten. Het is een grote, krachtige naïviteit die ons aanzet te willen weten.'

Dertig jaar lang had Hertmans de twee dagboekschriften van Urbain naast zich laten liggen. Niet eerder had hij de ruimte om het verleden omhoog te halen, maar de aankomende honderdste herdenking van het rampjaar 1914 zet hem aan om zich te verdiepen in het familieleven. Uitgebreid gaat hij in op het katholieke gezin waarin Urbain geboren werd. Hij was de oudste zoon van kerkschilder Franciscus en zijn vrouw Céline. Mooi zijn de beschrijvingen van de jeugd van Urbain. Aangrijpend is zijn ervaring in een ijzergieterij, waar hij ziet dat de bezopen zoon van zijn baas met zijn gezicht in het vuur valt en levend verbrandt, levensecht is een misselijkmakende beschrijving dat gelatine maakt van dode dieren, ontroerend is zijn beschrijving van zijn vader als die in een kerk aan het werk was. Nog ontroerender is zijn bezoek aan Liverpool als oorlogsgewonde. Urbain herinnert zich dat zijn vader daar ooit de opdracht kreeg om fresco's in een kerk te renoveren en probeert de kerk te lokaliseren. Dat lukt bij toeval aan het eind van zijn herstelperiode. Hij is zo uit het veld geslagen dat zijn vader niet alleen zijn eigen gezicht maar ook dat zijn zoon had weergegeven, dat hij vergeet de plaats van de kerk te onthouden. Des te meer impact maakte de gebeurtenis op Urbain. 'Nooit heb ik de indruk kunnen vergeten die de aanblik van die verre, verloren wandschildering op me heeft gemaakt. Ze heeft me misschien zelfs bestemd tot de mens die ik geworden ben, twijfelend tussen het volle, moeilijke leven en de stille, mij troostende schilderkunst.'

Aangrijpend ook is de ervaring, die Urbain met de liefde had. De bleue jongen die vlak voor zijn dienstplicht totaal van de kaart raakt als hij een knappe blote jonge vrouw bij een meertje ziet, kan zijn geluk niet op als hij na de oorlog zijn knappe 25-jarige buurmeisje Maria Emelia aan zich bindt. Dat ze erg op zijn moeder lijkt, vergroot zijn geluk nog meer. Helaas was de liefde van korte duur. Maria Emelia sterft nog voor het tot een huwelijk kan komen aan de Spaanse griep. Later schildert Urbain een naaktportret van haar aan de hand van een bestaand naaktschilderij, dat Hertmans in zijn jeugd een keer gezien heeft. In Londen kijkt hij samen met zijn zoon naar Venus voor de spiegel van Velazquez dat hem een klap geeft omdat het zien van het origineel zo onvoorbereid is. Aan het eind van het boek ziet Hertmans bij het opruimen van de spullen van zijn opa opnieuw het naaktportret dat Urbain maakte. Dat zijn weergave van Venus in de spiegel het gezicht heeft van zijn jong overleden vrouw maakt de gebroken liefde alleen nog dramatischer. Niet alleen de verhouding met Maria Emelia tekende het leven van Urbain. Hertmans legt uit dat diens leven door een vierhoek van vrouwen gevormd werd: zijn moeder, zijn geliefde, haar conventionele zus met wie hij later trouwde en met wie hij een dochter kreeg die hij ook de naam Maria Emelia gaf. Hertmans typeert Urbain als een gehuwde weduwnaar.

De stijl is verzorgd, de toon vriendelijk en de beschrijvingen wijzen op een groot vakmanschap. Vooral de kleurendetails hebben een zeggingskracht, een schilder eigen, zoals een opmerking van Hertmans toont tijdens het bezoek met zijn zoon in Londen: 'De zon breekt door op Trafalgar Square en doet de fonteinen parelen in een prisma dat uitwaaiert in tinten waarin meekrap, loodwit en een schijn van kobalt opdoemen en weer vergaan. Ik weet het niet zeker, ik zou het mijn grootvader moeten kunnen vragen.' Helaas werd Urbain later ook nog eens kleurenblind. Hoeveel ellende kan een mens in zijn leven meemaken! En dan heb ik nog niet eens de beestachtige verschrikkingen van de loopgraven en het brute gedrag van de meerderen genoemd! Het zelfportret van Urbain op latere leeftijd laat dan ook geen gelukkig man zien. Het portret van zijn kleinzoon over de man die diep geraakt werd door de oorlog en de nodige rust vond in de terpentijn, is echter alle ontvangen prijzen meer dan waard.

Hier mijn verslag dat Wim Brands met Stefan Hertmans over Oorlog en terpentijn had.

    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten