Brievenboek een back-up van het hoofd van de schrijver
Ilja Leonard Pfeijffer is te gast op de vroege zondagochtend
vanwege de uitgave van Brieven uit Genua,
dat door Jeroen van Kan de tegenhanger van La
Superba wordt genoemd. Dit omdat het om feiten gaat in plaats van fictie,
om het echte leven in plaats van het verbeelde. Maar kan het echte leven iets
anders zijn dan het spiegelpaleis van de fictie, zoals in de aankondiging te
lezen was?
Van Kan begint meteen over de verschillen tussen beide
werken.
Pfeijffer antwoordt dat Brieven
uit Genua over een spiegelbeeldig boek gaat, dat geen fictie bevat en, naar
een afspraak met zichzelf, een waarheidsgetrouwe weergave is van zijn leven in
die stad.
Van Kan stelt de vraag of het mogelijk is om waarheidsgetrouw
te schrijven.
Pfeijffer beaamt dat schrijven altijd een selectie inhoudt
en dat de werkelijkheid op verschillende manieren beschreven kan worden, maar
dat de brieven toch in alle eerlijkheid geschreven zijn.
Van Kan vraagt zich nog steeds of af eerlijk wel mogelijk is
in de literatuur. Vooral omdat Pfeijffer de grens tussen fictie en feiten in
zijn werk thematiseert.
Pfeijffer ontkent niet dat dit thema hem fascineert, te meer
omdat in onze westerse maatschappij het onderscheid steeds minder duidelijk is,
maar tegelijk wilde hij deze keer echt de werkelijkheid als uitgangspunt nemen.
Van Kan vraagt waar de behoefte vandaan komt om zichzelf zo te
laten zien.
Pfeijffer verklaart dit uit een onderzoeksbehoefte in
tegenstelling tot een exhibitionistische behoefte. Hij was benieuwd wat er zou gebeuren
als hij zijn pantser afschudde en zijn masker neerlegde.
Wat leverde dat op?
Vooral dat het moeilijk was om zo te schrijven. Pfeijffer
heeft er veel van geleerd.
Wat was het moeilijkst?
Het risico nemen dat conclusies niet aangenaam zouden zijn.
Hij ervaarde dat zijn leven zich al schrijvende op een doodlopende weg bevond.
Het boek had een omslagpunt nodig en dat kwam na zijn ontmoeting met een nieuwe
vrouw, Stella geheten.
Van Kan gaat in op vormeisen die aan een roman gesteld
worden en dat die in Brieven uit Genua door
het leven werden aangereikt. Niettemin leest het brievenboek als een roman.
Pfeijffer zegt dat hij wel zijn best heeft gedaan om het
boek te componeren. Het gaat ook over het schrijven zelf van een
autobiografisch werk.
Van Kan zegt dat het overal over gaat, over een heel scala
aan wereldse zaken.
Pfeijffer wilde niet alleen navelstaren, maar ook de wereld
in zijn boek betrekken. Hij geeft daarmee ook een tijdsbeeld. Tegelijk is het
boek een back-up van alles wat er in zijn hoofd zat. Pfeijffer noemt het boek
niet goed omdat het te veilig is, omdat hij het leven ermee op afstand houdt.
Het is een egoïstische manier van leven om te schrijven met steeds minder
aandacht voor de wereld. Zijn project om oprecht te zijn ging niet ver genoeg,
maar voorlopig heeft hij genoeg van de autobiografische manier van schrijven. Hij
ziet uit naar oeverloos fictioneren.
Laten we hopen dat hij daarmee onze huidige, deerniswekkende
wereld niet vergeet.
Hier
mijn recensie van La Superba.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten