Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 14 april 2012

Recensie: Grip (2011), Stephan Enter


Geslaagde poging om de menselijke conditie weer te geven.

Het leven verandert waar we bij staan. De tijd verglijdt, stroomt tussen onze vingers weg. Er niets dat we daar tegen kunnen doen. Een reünie biedt aanknopingspunten om het eens over menselijke relaties in samenhang met het verstrijken van de tijd te hebben. Rudie Kagie deed dat al magistraal in het relaas Schuifkaas en Stephan Enter behandelt het thema in zijn nieuwe roman Grip. De theoretische vraag naar de voor- en nadelen van onsterfelijkheid loopt als een rode draad door het verhaal heen.

Grip gaat over een hereniging van de vier alpinisten Paul, Vincent, Martin en Lotte, die elkaar in twintig jaar niet hebben gezien. Ooit maakten ze samen een klimtocht in Noorwegen. Die eindigde abrupt omdat Lotte in een gat viel en daarbij een gebroken arm opliep. De jongens lootten erom wie Lotte met de trein naar huis mocht brengen. Martin was de gelukkige.

Het boek heeft een duidelijke structuur: het valt grofweg uiteen in drie delen waarin achtereenvolgens Paul, Martin en Vincent aan het woord komen. We beginnen op het station in Brussel. Daarvandaan vertrekt de Eurostar naar Wales, waar Martin en Lotte samen met hun dochtertje Fiona wonen.

Paul ontdekt tot zijn genoegen Vincent op het station. Hij voelt zich in de coupé net als vroeger onhandig in vergelijking met de slagvaardige Vincent. Die toont hem een krantenbericht over de spoedige mogelijkheid van de mens om eeuwig te leven. Paul houdt van beschouwen en gaat gretig op de voordelen daarvan in. Hij moet nog altijd denken aan de intieme ervaring met Lotte toen zij in het gat viel en hij haar redde door haar stevig vast te houden. Hij wil haar zeker nog vragen hoe ze erbij kwam naar hem over te steken.

Martin is met zijn dochtertje Fiona met de bus op weg naar Swansea, waar hij Paul en Vincent zal van de trein ophalen. Fiona zit ondeugend te spelen met haar bellenblaas. Martin is benieuwd hoe de ontmoeting zal verlopen. Hij is inmiddels hoogleraar, maar voelde zich altijd de mindere bij de twee jongens. Zijn vader had een carrosseriebedrijf. Martin moest hard leren om hogerop te komen, hetgeen gelukt is, maar hij blijft desondanks het klassenverschil voelen.

Vincent, net terug uit Japan, had al op jonge leeftijd een band met Lotte, die bij hem in de klas zat. In Noorwegen probeerde ze het met hem aan te leggen, maar hij zei haar dat hij relaties nooit langer dan een paar weken volhield. Lotte antwoordde boos dat ze dan met de eerste de beste zou trouwen die ze tegenkwam. Vincent, die anders dan Paul liever alleen had gereisd, wil de kwestie graag nog eens met haar bespreken.

Het verhaal wordt in gang gehouden door de aanstaande ontmoeting met Lotte. Het is tergend dat de lezer haar maar niet te zien te krijgt. Het is alsof Enter toch nog het bestaan van haar wil bevestigen door op het eind, in een toegift, Paul een blik van verre afstand op haar te laten werpen.

Het boek bevat veel couleur locale en boeiende overwegingen over de tijd tussen al het gereis door. De mannen cirkelen behoedzaam om elkaar heen. Vincent kijkt in de Eurostar op de volgende manier naar Paul: ‘Het was lastig Paul te peilen, dat was vroeger zo geweest. Hij had die eigenschap je aan te kijken met een geconcentreerde beweeglijkheid in zijn blik, alsof hij niet echt naar je woorden luisterde maar uit je uitdrukking en houding je werkelijke stemming en gedachten probeerde af te leiden.’ 
Het mooist zijn de verwijzingen naar het verlangen van oneindigheid, andermaal van Vincent: ‘De wens er niet meer te zijn, zijn naam te verliezen, niet te hangen aan wat uiteindelijk het wezen van het ‘ik’ uitmaakte en wat ergens zo futiel scheen – een samenstel van particuliere herinneringen en gedachten, geperst in een particulier lichaam.’

In Grip doet Enter een poging de menselijke conditie, het gebeukt worden door de tijd, weer te geven. Hij slaagt daarin volledig. 


1 opmerking: