De liefde van een immigratiekind voor zijn vader.
De nieuwe literaire reeks, waarin Wim Brands spreekt met zes
schrijvers die veelal naar andere streken geïmmigreerd zijn en daarover
geschreven hebben, begint met de van oorsprong Marokkaanse Asis Aynan (Haarlem,
1980), die een roman schreef over zijn vader Driss Tafersiti, die als 21-
jarige als gastarbeider via de mijnbouw in Toulouse met een koffer met enige
kleren naar Nederland kwam.
Asis leest een fragment voor uit de bundel Veldslag over
de Hoogovens. Zijn vader werkte bij de visafslag in IJmuiden. Hij sorteerde vis
en hielp met het lossen van de schepen. Hij woonde in een pension in Haarlem.
Later werd hij zelf pensionhouder. Asis vertelt over een gast die na een dutje
in zijn kamer uit het raam keek en een naakte vrouw zag zonnebaden. Van slag
rende hij naar de koelkast om tomaten te pakken en daarmee de vrouw te
bekogelen.
Zijn vader at twee maal per week vis en kreeg knikkende
knieën als hij die al rook. Asis heeft dat van hem geërfd.
We zien sfeerbeelden van IJmuiden. Asis wilde na de
begrafenis van zijn vader in Marokko een monument voor gastarbeiders oprichten.
Het is alsof ze hier nooit geweest zijn.
Zijn vader droeg eerst gebloemde overhemden, broeken met
wijde pijpen en dronk graag een biertje maar werd later religieus en verbitterd
uit teleurstelling.
Asis leerde de spreuken uit de koran uit zijn hoofd om zijn
vader te plezieren. Op het moment dat er islamitische broeders uit Pakistan
kwamen om jongens te ronselen, wilde hij niet met hen mee. Asis koos voor
Nederland. Zijn vader had die keuze niet. Asis vertelt over een feestje bij een
Marokkaans stel dat rijk wil leven maar zich wel aan de islamitische wet houdt
en daarom jus d’orange schenkt uit een cognac karaf.
Hij legt Wim Brands uit hoe het er in een Turkse moskee aan
toe gaat. Asis is ooit gestopt met bidden omdat hij dat toch al plichtmatig
voor zijn vader deed. Als een teken van protest stapte hij met zijn linkerbeen
de gebedsruimte in. Preken werden vroeger in het Arabisch gehouden en waren
voor hem onbegrijpelijk.
Asis wil zijn vader niet beschimpen. Hij gaat met Brands
naar het pension in Haarlem dat in handen is van zijn zus. Het fotoalbum is
onvindbaar. Brands zegt tegen de kijker dat niet iedereen prijs stelt op
openhartigheid. Asis toont het enige portret van zijn vader die hij heeft.
Asis zit in een moeilijke positie in het gezin. Hij wil niet
weg uit de gemeenschap, hij voelt zich verbonden met de Berbers maar heeft een
andere mening. Ouders zijn belangrijk. Hij zal geen wijn drinken waar zijn
moeder bij is. Hij zegt dat alles nieuw is voor een immigrant. Als kind heeft
die alleen zijn ouders.
Brands spreekt van een schizofrene situatie. Asis bevestigt
dat schizofrenie meer voorkomt bij allochtonen dan bij autochtonen.
Asis en oom Wim brengen een bezoek aan de Zwarte markt in
Beverwijk. Ooit kocht Asis daar Berber muziek. Het lied Wij zijn van hier
bezit volgens Asis ziel en karakter.
‘Je vader is geradicaliseerd,’ zegt Brands. ‘Jij bent de
immigrant.’
Asis vertelt over de rare sfeer na de moord op Theo van
Gogh. Hij stelde zich voor dat alle Marokkanen terug zouden gaan, maar
realiseerde zich dat zoiets niet kon. Hij kan naar Marokko gaan, maar niet
teruggaan. Terug kan hij alleen naar Nederland.
Hier vertelt
Wim Brands over de totstandkoming van de serie, vervolgens ook een lijstje met
de deelnemers. Prima gasten, prima idee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten