Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 12 april 2012

Jeroen Vullings over De koperen tuin, Athenaeum boekhandel, 10 april 2012


Nog steeds een literair ijkpunt.

Jeroen Vullings verwelkomt het gezelschap dat in de boekwinkel in Haarlem is samengekomen als zijnde Vestdijkianen en meldt dat Peter Buwalda, die ook tot deze groep behoort, heeft afgezegd vanwege verplichtingen elders.

Vullings schreef het nawoord in de uitgave van De koperen tuin, die in de Perpetua-reeks verschenen. Van hem mag die nog wel meer werk van Vestdijk bevatten. Zelf maakte hij kennis met Vestdijk tijdens een ziekte in zijn jeugd, een liefde die nooit meer is overgegaan. Kenmerkend voor Vestdijk is dat hij de lezer meteen raakt, het verhaal inzuigt.

Vullings werd in zijn middelbare school tijd uitgenodigd voor een bijeenkomst van het Vestdijk-genootschap, maar stootte een glas wijn om en kreeg meteen verzekeringspapieren onder zijn neus geduwd. Voor hem een reden om alleen nog Vestdijk solo te lezen, temeer omdat Vestdijk zich juist tegen dit soort kleinburgerlijkheid verzette.

Tijdens een periode als leraar op een gymnasium in Velsen merkte Vullings dat leerlingen Vestdijk niet meer wilden lezen. Dat verbaasde hem want de mannelijke hoofdpersonen vormen met hun verbale instelling en geldingsdrang een mooie opstap naar het studentenleven. Vullings zou graag jonge Vestdijklezers ontmoeten maar weet niet of ze nog bestaan.

Hij las De koperen tuin (1950) in 1981 maar vond de roman ondanks begrippen als dienstertje, kellner(in) en gevallen vrouw niet ouderwets. Het verhaal speelt zich ook nog eens af tijdens de jeugd van Vestdijk in de eerste drie decennia van de vorige eeuw, in een provinciestadje waar de standenmaatschappij nog volop aanwezig was.
Vullings leefde mee met hoofdpersoon Nol Rieske in zijn liefde voor Trix Cuperus, de dochter van de stadsdirigent. Een adolescent las over een adolescent.

Lang liet hij de roman voor wat het was vanwege spreekbeurten van leerlingen die altijd dezelfde versimpelde weergave van het boek gaven. Tijdens herlezing voor de uitgave in de Perpetua uitgave, ontdekte Vullings de bij een goede schrijver altijd aanwezige gelaagdheid in het boek.

Vestdijk vond De koperen tuin zijn mooiste boek. Hij noemde het zijn eerste volledige liefdesroman waarin de gevoeligheid het wint van de hardheid. De muziek vormt een ander belangrijk element. De personages zijn te herkennen aan hun voorkeur voor een bepaald soort muziek. Vestdijk was het liefst componist geworden, de literatuur was zijn tweede liefde.

Vullings heeft zichzelf de vraag gesteld waarom alleen uitvoerende en geen scheppende kunstenaars in het boek voorkomen. Nol bewondert Cuperus die onmatig is en onmaatschappelijk, maar als kunstenaar compromisloos. Over de vrouw van Cuperus schrijft Vestdijk, dat wie zo netjes is wel iets te verbergen moet hebben. Dat is volgens Vullings een sleutelzin, omdat hierin kritiek op de burgermaatschappij doorklinkt. Wie schept moet vechten tegen zichzelf en zijn broodheren. De maatschappij wil namelijk de kunstenaar temmen, die in ontwikkeling hoger staat. Juist in de figuur van een uitvoerend kunstenaar die moet sappelen om de kost te verdienen, komt de frictie met de maatschappij het duidelijkst tot uiting. Het is de tragiek van Nol dat hij niet begrijpt hoezeer hij op Cuperus lijkt.

Vestdijk schetst met veel ironie de gemeenschap in W. waarin het conflict zich afspeelt. De lezer koestert geen wrok tegen de mannen die Trix in het ongeluk storten. Nol is pathetisch als hij met de gevallen Trix wil trouwen om daarmee zijn protest tegen de burgerij te tonen. Tijdens zijn herlezing viel het Vullings op hoe wanhopig Nol was.

Vestdijk heeft De koperen tuin nooit bedoeld als historische roman, maar als een roman over liefde, muziek, kunstenaarschap en provincialisme. Het bezit nog altijd een vitale levenskracht en kan dienen als literair ijkpunt vanwege het beeldende vermogen en het rijkgeschakeerde en fijnmazig geschreven proza.    

2 opmerkingen:

  1. Graag gelezen. Vestdijk behoort nog altijd tot mijn favoriete schrijvers.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het maakt in ieder geval nieuwsgierig. Toevallig vandaag nog een boek uit mijn boekenkast 'Fantastische vertellingen' van E.A. Poe uit 1947 in mijn handen en verrast omdat het een vertaling was van S.Vestdijk. Kennelijk dus een Poe liefhebber.

    BeantwoordenVerwijderen