Bert Janse, voorzitter van het bestuur van de Stichting
Poëziefestival Landgraaf, leidt de avond in. De Stichting werd opgericht
nadat de vorige sponsor van de Jo Peterse Poëzie Prijs (JPPP) niet meer bij
machte was deze tweejaarlijkse prijs voor beginnende dichters financieel te
ondersteunen. De financiering op lange termijn is zorgelijk. Het zou jammer
zijn als dit bruisend festival na de tiende keer zou ophouden te bestaan.
De vier genomineerden worden geïntroduceerd door Jan Baeke.
Ze lezen vervolgens drie gedichten voor uit hun genomineerde bundels en worden
daarna ondervraagd over het laatst gelezen gedicht, de eerste twee door
Marjoleine de Vos, de laatste twee door Tsead Bruinja. De besproken gedichten
worden door een projectie op een groot scherm visueel ondersteund.
Sasja Janssen (1968), genomineerd met Wie wij schuilen
(2010), debuteerde met romans, haar eerste dichtbundel was Papaver (2007).
Ze heeft een eigen stem met een vervreemdend idioom, zei Arie van den Berg. Ze leest de gedichten Mijn alsen, Wilde Vinex en het
eerste gedicht uit de bundel voor met de titel Verlaat.
Marjoleine de Vos stelt vragen over Verlaat, dat over
identiteit handelt en het vluchten daarvoor, zoals Janssen zegt. ‘Wie zijn wij?
Kunnen wij onszelf verlaten?’ Het wij is geen pluralis majestatis, maar ook
geen opstelsom van ikken. Het heft de eenzaamheid van het ik op.
Marjolijn van Heemstra (1981, zie foto) is genomineerd met Als
Mozes had doorgevraagd (2010), waarin volgens Baeke micro- en macrokosmos
op een persoonlijke manier op elkaar betrokken worden. De
godsdienstwetenschapster vindt het jammer dat ze maar drie gedichten mag
voorlezen en begint met het titelgedicht, waarin de ontmoeting tussen Mozes en
God nog eens - en beter - wordt overgedaan, want Van Heemstra laat God weten
dat zij er ook is. De bijbel was in haar visie geen boek maar een omhelzing
geworden. Daarna volgt Voor later, over een onzekere herinnering aan het
42-armige wezen op het schoolplein, die, als het nog niet gebeurd is, nog zal
komen. Het derde gedicht Aan een ruimtevaarder is geschreven voor André
Kuipers die ze toevallig ontmoette en die het in de ruimte moest voorlezen om
te laten weten dat zij er ook is. Ze heeft haar bundel door veertig personen
laten voorlezen en het resultaat op internet gezet om het gemakkelijker de
wereld in te krijgen. De Vos vraagt naar het verband tussen
godsdienstwetenschap en ruimtevaart die wel wat met elkaar gemeen hebben. Van
Heemstra zou ook graag de ruimte in gaan.
Lieke Marsman (1990)debuteerde met Wat ik mijzelf graag
voorhoud (2010), waarin ze volgens Baeke uiting geeft om haar behoefte het
bijzondere te definiëren van een wereld met eigen wetmatigheden en
onvoorspelbare woelingen. Ze opent met Man met hoed, vervolgt met Soms
moet dat en sluit af met Maar toen was er nog geen stad. Omdat Tsead
Bruinja een ander, daarop lijkend gedacht wil bespreken, leest Marsman ook nog Maar
toen was er nog geen stad en ook daarna niet voor. Bruinja vraagt haar of
het gedicht, dat in een cyclus hoort, ook los kan staan. Dat kan volgens
Marsman. Het gaat over haar kindertijd in Zaltbommel en haar verlangen naar de
stad. Het is het laatste gedicht in de bundel. Marsman wilde positief
afsluiten.
Maarten Moll (1966) debuteerde met Lichaam (2011) dat
volgens Baeke een oud mannenlichaam beschrijft, ook in alle ontluisterende
details, maar waarin tenslotte ook de ziel opdoemt. De zoon is bang dat hij op
een dag het gezicht van zijn vader tevoorschijn scheert.
Moll leest Voetballen 1, Nooit (we praten over
alles, maar nooit over de pik van onze vader) en Handen (zou ik die
herkennen op sterk water?)
Bruinja vraagt de journalist of hij de handen van zijn vader
kent. Moll kijkt daar niet naar als hij bij hem op bezoek gaat. Hij
heeft de bundel naar zijn vader gestuurd maar erbij geschreven dat het niet
over hem ging. Het gaat over meerdere ikken. Moll wilde eerst een biografie
over een vader schrijven, maar dat kwam niet van de grond. Deze bundel, die
begon met Handen, bleek een betere vorm.
In afwachting van de prijsuitreiking leest Eva Gerlach voor
uit haar nieuwe bundel Kluwen (2011). Jan Baeke typeert haar als een
scherp observator en vertolkster van geheimzinnige levenskrachten. Ze lost het
raadsel niet op, maar maakt het juist groter.
De Vos leest het juryrapport voor. Ze plaatst in de eerste
plaats een relativering: gedichten zijn onvergelijkbaar en een wedstrijd is
daarom bespottelijk. In de jury was veel overeenstemming over de bundels die ze
nomineerden. De vier bundels zijn heel verschillend. Moll schrijft melancholiek
en proza-achtig over een onbekende gevoelswereld. Dat laatste geldt ook voor
Marsman. Ze laat zien hoe haar eigenzinnig gedachten hun gang gaan. Jansen
maakt het de lezer moeilijk omdat de dingen moeilijk zijn. Niet haar gedichten
zijn moeilijk maar de opeenvolging. Mol richt een vaderlichaam op en breekt het
weer af. Tenslotte bekroonde de jury de eigen stem van Van Heemstra. Wim van
der Tol, jurylid en secretaris van het vorige bestuur, reikt de prijs om half elf uit.
Hier een YouTube filmpje
van Jacht van Marjolijn van Heemstra, hier de site van Sasja Janssen, hier een filmpje van de uitreiking van de
Liegend Konijn Debuutprijs 2011 die Lieke Marsman won: een optreden van haar en
een mooie kritiek van Jozef Deleu over haar verzet tegen een maatschappij die
weinig aandacht heeft voor het weerloze en nutteloze. Over Maarten Moll weinig
info. Alleen een vermelding op internet over de inhoud van Lichaam:
‘Wat je het vaakst ziet, is het moeilijkst te onthouden. En
de details van degene die je al je hele leven kent, zijn het makkelijkst te
vergeten. Kunnen we wel goed kijken? In de gedichten in Lichaam wordt
een poging ondernomen om vast te leggen wat verloren dreigt te gaan. Wie kan de
voeten van zijn vader beschrijven? Of zijn ellebogen? En heeft hij unieke
tanden? Achter elk detail van het lichaam gaat een leven, een anekdote, een
ervaring schuil. Waar het geheugen je in de steek laat, moet de taal uitkomst
bieden.’
aangepast op 25 april 2012 om 10:31 uur.
aangepast op 25 april 2012 om 10:31 uur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten