Liever een idee dan een organisatie.
Wim Brands toont een filmpje over de voorbereiding van de
veertiende Olympische Spelen,vlak na de tweede wereldoorlog in het Wembley
stadion in Londen. We stappen in de wereld van het management. Erik Jan
Harmens kwam op het idee voor zijn roman naar aanleiding van een video over de
Olympische Spelen in Tokio 1964.
Harmens ontdekte in de tijd dat hij voor theatergroep
Hollandia werkte dat hij niet zo geschikt was als manager, want die dient oog
te hebben voor hoofd- en bijzaken. Zo vergat hij tijdens een uitvoering op
locatie in Maastricht eens de diesel voor het maken van vuur.
Inmiddels werkt hij als tekstschrijver, een taak die hem heel wat beter afgaat.
Een goede manager zorgt dat het personeel met plezier naar
het werk gaat, spreekt werknemers aan als individu, geeft hen het idee dat ze
carrière kunnen maken. Hij heeft een goed oog van wat er speelt, kan delegeren,
houdt de eindverantwoordelijkheid maar ligt er niet van wakker.
Brands noemt de bejubelde Steve Jobs als voorbeeld, maar volgens
Harmens was hij geen goede manager omdat hij zich teveel focuste op details.
Ron van Dijk, de hoofdpersoon in zijn roman, beschouwt
zichzelf als een geboren organisator, klaar voor zijn meesterproef, de organisatie van de Olypmpische Spelen, maar hij verliest de hoofdzaak uit het oog. Na anderhalf jaar is er nog geen paal de
grond ingeslagen. Daarom concentreert hij zich op één ding, de catering. Het
gaat om het momentum. Als de broodjes goed zijn, komt al het andere ook wel in orde.
Brands noemt die instelling symptomatisch voor wat er in onze
maatschappij gebeurt. Harmsen bevestigt dat veel zaken te groot zijn om aan te
pakken, zelfs de broodjes vormen al een probleem, want je hebt halal, kosjere
en zelfs semi kosjere broodjes. Zoek het maar uit.
Hij ontdekte dat hoe hoger men klimt
in een organisatie, hoe incapabeler men is. Dat komt omdat men volgens het
groei-principe doorstijgt tot het moment dat men boven zijn of haar capaciteit
zit.
'Wat doe je eraan?' wil Brands weten.
Men kan overstappen naar een ander bedrijf, maar ook het
proces doorbreken door uit de organisatie te stappen en voor zichzelf te
beginnen, zegt Harmsen. Vanuit een idee werken in plaats van vanuit een
organisatie.
Met een idee over een vorm van telecommunicatie kun je naar
een grote organisatie stappen maar het ook op een laptop
ontwikkelen en contact zoeken met toeleveringsbedrijven. Harmsen pleit daarmee
voor een lossere, kleine organisatie.
Ron van Dijk is misschien zo iemand, maar hij is geen goede
manager. Hij staat symbool, zegt Harmsen, voor een man die zich vastbijt in zijn
ambitie en daarin doordendert.
Brands concludeert daaruit dat je nooit moet denken dat je
een organisator bent. Harmsen zegt dat het ook ertoe kan leiden om te bedenken wat men
wel kan. Mensen zijn vaak bang dat ze helemaal niets kunnen.
Brands hoopt dat het boek een revolutie teweegbrengt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten