Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 20 september 2014

Recensie: Congo. Een geschiedenis (2010), David van Reybrouck



Ontluisterend portret van een beschadigd land

David van Reybrouck schreef zijn monumentale boekwerk over Congo aan de hand van vele interviews, die hij vanaf zijn eerste reis in 2003 hield. Hij hanteert zoals hij zelf zegt daarmee het lokale perspectief. Behendig weeft hij de ontmoetingen met inwoners van Congo door het geschiedverhaal over dit immense land, dat net zo groot is als West – Europa. De eerste persoon is Nkasi die op de omslag prijkt en in 2010 overleed. Deze oude man kwam uit het delta gebied van de rivier, herinnerde zich nog verhalen over ontdekkingsreiziger Stanley, heeft het persoonlijke schrikbewind van de Belgische koning Leopold II en de bloedige onrust na de onafhankelijkheid aan de lijve meegemaakt. ‘Het leven van Nkasi valt samen met de geschiedenis van Congo,’ zegt Van Reybrouck.

Ook het leven van Nkasi’s tijdgenoot Disasi Makulo uit Kinshaha kende een stormachtig verloop. Van kind werd hij tot slaaf en van slaaf tot boy. ‘Hij werd meegesleurd door de wereldpolitiek, zoals een jong boompje op een machtige stroom. En het was nog lang niet gedaan.’ Later zou hij onder de hoede van een missionaris komen. Deze twee ingevoerde personen maar ook vele anderen, ook van mensen van wie de verhalen opgetekend zijn, maken deze economische, politieke en sociale geschiedenis zeer inleefbaar.

Het nationalisme vormde de motor achter het kolonialisme, stelt Van Reybrouck, die zijn motivatie voor zijn onderzoek ongetwijfeld voor een deel ontleend aan zijn vader die verantwoordelijk was voor de treinenloop in de rijke provincie Katanga.

Nadat zo’n beetje alle olifanten ontdaan waren van hun ivoren slagtanden volgde een economische opleving door de winning van rubber. Helaas kostten die aan vele slaven die te weinig verzamelden hun handen. Later werd veel geld verdiend met mineralen die men uit de grond delfde. Het waren steeds buitenlandse ondernemingen die de winst opstreken en de arbeiders lieten bloeden. Messianistische godsdiensten bloeiden op in perioden van economische neergang. Dit zien we terug in de charismatische kerken die tegenwoordig veel aanhang hebben.

Na de Tweede wereldoorlog verschenen de rijkere evolués op het toneel. Dit waren Congolezen die in de buitenwijken van Kinshasa woonden en zich naar westers model gedroegen. De dekolonisatie verliep stormachtig en te laat terwijl de onafhankelijkheid te vroeg kwam, concludeert van Reybrouck. Het verhaal van dictator Mobutu, die al gauw de macht greep, is het klassieke verhaal van een loopjongen die het tot maffiabaas schopt. Hij veranderde de naam Congo in Zaïre, een verbastering van het Afrikaanse woord voor rivier. Later draaide Kabila dat weer terug in Democratische Republiek Congo.

Bloed vloeide er veel tijdens alle oorlogen, zoals tijdens de genocide van Tutsi’s door militante Hutu’s en de daaropvolgende inval van Kibali met Tutsi’s vanuit Rwanda. Daarna werd de toestand mistiger. Hoewel de missie eerder het stamverband gerelativeerd had, werd dat door etnografen later weer benadrukt, met alle negatieve gevolgen van dien. Het is niet vreemd dat Van Reybrouck moeite heeft de lijnen in coherente termen uit de doeken te doen. Handel en oorlog hielden elkaar in een houdgreep.

Het westen mag zich verantwoordelijk voelen voor de zeer turbulente ontwikkeling die Congo meemaakte vanaf het moment dat het door Leopold II als speeltuin werd ingelijfd en missionarissen het land instroomden. Voorraadschuur Congo was vooral een strijdtoneel vanwege de vele bodemschatten en heeft daardoor mede gezorgd voor de politieke en economische onrust tot de dag van vandaag, waarbij China een nieuwe rol speelt.

Verrassend zijn de vergelijkingen die Van Reybrouck in de beschouwingen inlast en die het lezen zeer ten goede komen, zoals over de onafhankelijkheid in 1960: ‘De politieke sleutels had men op zak, maar de economische werden veilig opgeborgen in België.’ Of over de radicale Lumumba die met deze sleutels in handen actie vroeg aan de VN om het uiteenvallen van Congo te voorkomen: ‘Het was alsof iemand bij ernstige rellen de politie belde maar hooguit de brandweer kreeg.’ Vervolgens ging Lumumba naar de Sovjet-Unie voor steun, waarna Congo betrokken raakte bij de koude oorlog.

Misschien is het belangrijkste nog wel dat dit boek, waar de lezer door de vele dramatische gebeurtenissen bijna een menselijke verstandhouding mee krijgt, ontvankelijk maakt voor het leed dat Congolezen in hun verleden hebben moeten doorstaan en ongetwijfeld nog steeds doorstaan. Het brengt ze naderbij, raakt ons in ons hart en daarom verdiende Van Reybrouck met dit werk de Ako Literatuurprijs in 2010.

aangepast, zondag 21 september 11:10 uur. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten