Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 5 augustus 2013

Recensie: Victorie (2001), Dirk Ayelt Kooiman



Een man alleen, in staat tot grote daden, in ieder geval tot overleven

Wat moet een man als een vriendin hem de deur wijst? Else pakt Vic wel heel hard aan. Terwijl ze bij zijn ontwaken zijn koffer pakt, telt ze op haar hand de manieren waarop hij te kort is geschoten: hij vluchtte in zijn werk, kon niet alleen zijn en zag haar slechts als een gebruiksvoorwerp. Vic krijgt niet eens de tijd om zijn tanden te poetsen. Zij heeft al een taxi voor hem geregeld. Daar staat hij dan. Een risée met zijn koffer, weer op straat, een man die na zijn scheiding elke keer een ander slaapadres heeft. Met Else was het juist drie maanden goed gegaan.

Vic heeft weinig zelfkennis. Hij is te druk met kantoor. Een zakenman kan er geen ander leven bij hebben, ook zijn kinderen raakten van hem vervreemd. Het voelt dan ook als een verbanning (zoals van Godfried Bomans naar Rottum) als hij door zijn collega’s naar een niet nader genoemd waddeneiland wordt gestuurd. Een weekje eruit zal hem goed doen, wordt hem verzekerd. Voorbereidingen hoeft hij niet te treffen, zijn koffer staat al gepakt. In het vroege voorjaar staat hij op de veerboot aan de reling. Hij meent dat er in ieder geval toch wel een chinees of een pizzeria in de buurt van het huisje zal zijn.

De angst neemt toe als de taxichauffeur hem naar een ongerept deel van het eiland brengt met daarin een stacarvan in de duinen. Onderweg heeft Vic al de kans gekregen inkopen te doen. Schutterig staat hij in de supermarkt, niet wetend wat te kopen. In zijn driedelig pak is hij een opvallende klant. Hij besluit tot een inventarisatie, maar na een eerste rondgang langs de schappen heeft hij nog slechts enkele artikelen in zijn wagentje. Daarop besluit hij het anders aan te pakken en met het ontbijt te beginnen. Tenslotte komt hij, tot verbazing van de taxichauffeur, met een enorme voorraad naar buiten, waaronder kratten bier en dozen wijn. Daarna moet hij nog wel even naar de slijter voor een halve liter whisky, maar alleen jenever is in die hoeveelheid aanwezig. Hij wil het niet te gek maken maar heeft die wel nodig voor als de nood aan de man komt.

Als hij eenmaal alles in het keukentje heeft ingeladen en het vlees op de barbecue wil leggen, komt namelijk geen water uit de kraan. Hij vreest dat zijn collega’s hem een poets hebben gebakken, maar vervolgens gaat hij op zoek naar de hoofdkraan. Bij het openen van de kastjes stoot hij lelijk zijn hoofd en een kruipgang in zijn goede goed onder de stacaravan levert niets op. Tot hij tenslotte voor de toegang een rooster ontdekt waar hij al verschillende keren over heen geholpen is. Omdat het inmiddels te laat is om nog te eten te bereiden, slaat hij aan de drank. Er zijn grenzen.  

Midden in de nacht wordt hij wakker met pijn achter het borstbeen, waardoor hij zich niet kan verroeren. Het licht van de vuurtoren zwenkt over zijn bed. Hij heeft berouw, zal de volgende dag briefpapier kopen om zijn kinderen te schrijven. Als hij uitgedacht is en meent het eerste daglicht te aanschouwen, is het nog maar tien minuten later. De volgende dag onderneemt hij een zware tocht op de fiets die met slechte banden in het schuurtje stond. Hij ploetert door de hitte zonder nog gegeten te hebben.
‘Het zonlicht flikkert pijnlijk in zijn ogen. Zijn hoofd bonst bij oneffenheden. Zijn mondholte lijkt met klonterend meel te zijn bestoven. Bij kuilen stijgen gal en zurige slijm hem naar de keel, waarbij tranen van afschuw in zijn ogen springen.’
Als hij uitrekent dat hij inmiddels wel eens bij het bos moet zijn waar hij met de chauffeur langs is gereden, komt hii weer bij de vuurtoren uit.

Humor heeft Victorie in grote mate. Het is, licht en fijn geschreven, vooral geschikt voor een middag aan het strand. Het verhaal wikkelt zich zo vlot af, dat je denkt dat het allemaal vanzelf gaat. Zoals zo’n benauwende fietstocht met zo’n katerige kop. Dan geniet je nog meer van het koude drankje naast je. 




3 opmerkingen:

  1. Beste Martijn Simons,
    Jammer dat U geen onderscheid op merkte tussen de hedendaagse mens en die van de jaren 60/70. Ik bedoel daar mee de hedendaagse de IK MENS VAN NU. En DE toch meer sociale MENS VAN DE jaren 60/70. En Hannah Arendt is een van grootste vrouwelijke FILOSOFEN. Oordelen en veroordelen is van deze tijd, je verwonderen van de jaren 60/70
    Gerrit Boon.
    PS. Je zou ook onze Spiegelneuronen kunnen raad plegen!!!!!!!!!!!!!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik neem aan dat u schrijft aan Volkskrant-medewerker Martijn Simons. Dan bent u hier helaas aan het verkeerde adres.

      Verwijderen