A thing of
beauty is a joy for ever
We bevinden ons in Hampstead Village, Londen 1818.
Vioolklanken en gedragen stemmen brengen ons in de sfeer. Aan de lijnen hangt
bollende was. Fanny Brawne, een kleermaakster van 23 jaar oud, brengt met haar
familie een bezoek aan de dichter Charles Brown. Ze geeft hem geen hand want ze
ziet hem als een vijand. Ze begrijpt zijn gedichten niet, net zoals hij niets
van kleermaken weet. John Keats is bij zijn zieke broer Tom. Fanny ziet hem
later. Ze vindt John minder hautain dan zijn vriend Charles.
Haar jongere zus Toots, die met haar rode haar wel wat lijkt
op de jonge Janet Frame in Angel at my table, haalt voor Fanny de bundel
Endymion uit de boekwinkel met daarin de opening: A thing of beauty is a
joy for ever. Its loveliness
increases; it will never pass into nothingness; but still keep a bower quiet to
us, and a sleep full of sweet dreams, and health and quiet breathing.
Op een bal spreken John en Fanny over de overeenkomsten
tussen naaien en dichten. Er is hoop nodig en oefening om tot een resultaat te
komen. Ze vond het begin van Endymion mooi maar houdt, anders dan John, meer
van geestig.
Tom sterft als Fanny dansles heeft. Ze maakt een
kussenovertrek voor op het doodsbed.
Keats vertrekt met Charles naar Schotland. Fanny wil graag
dat hij met kerst langskomt, maar Charles zegt dat ze al een afspraak hebben.
Charles wil Keats niet afstaan aan Fanny.
Er is sprake van een driehoeksverhouding. Keats is in de ban
van de poëzie, maar wordt langzamerhand ook gegrepen door Fanny en Charles
probeert hem tegen te houden.
Als de mannen weer terug zijn, krijgt Fanny poëzieles van
John. John wantrouwt zijn gevoelens, vooral ten opzichte van vrouwen, vanaf
zijn moeder al. Poëzie is meer dan begrip, probeert hij Fanny uit te leggen. De
twee komen dichter bij elkaar. De moeder van Fanny ziet niets in een huwelijk
met een arme dichter. Als Brown Fanny een Valentijnskaart stuurt voelt John
zich gekwetst. Gevoelens zijn heilig voor hem, maar Fanny voelt zich door hem
niet serieus genomen. Als Brown een huis koopt naast dat van Fanny, neemt de
intimiteit tussen Fanny en John toe.
Tijdens een zomer die John en Charles op het eiland Wight
doorbrengen, moet Fanny lang wachten op een brief. Is this love, vraagt ze zich
af. Ze wordt heen en weer geslingerd als er wel een brief komt, maar John haar
niet komt opzoeken, maar in Londen blijft. Ze wil het liefst de hand aan
zichzelf slaan. Pas als John doodziek is, komt hij weer terug. Dokter Severn
raadt hem aan naar Rome te gaan omdat het klimaat daar beter voor zijn longen
is. We zijn toch niet geschapen om te lijden, verzucht Fanny. Ze voelt zich in
een web.
Als ze later van Charles hoort dat John op 25 jarige
leeftijd overleden is, knipt ze haar haren af en loopt ze weg, gevolgd door de
dokter.
Een esthetisch overtuigende film, zoals we wel van Jane
Champion gewend zijn
De titel is naar een gedicht van John Keats (1975-1821).
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten