Vele moeilijkheden om een bioscoop in bezet gebied geopend
te krijgen
De Duitse filmer Marcus Vetter ging in 2007 naar de stad Jenin
op de Westoever om een portret te maken van Ismail, wiens zoon door een
Israëlische scherpschutter werd gedood. De vader wil dat de kinderen in Jenin
meer kansen krijgen op onderwijs. Vetter hoort over een oude bioscoop die
tijdens de eerste intifada in 1987 gesloten werd. Entertainment was not done
anymore. Vetter ziet het als een uitdaging om deze als sociaal trefpunt weer geopend
te krijgen. Hij noemt zijn project the
story of a dream. Zoals dat gaat met dromen, worden die niet klakkeloos
werkelijkheid.
Vetter neemt de tolk Fakhri in de hand, die gestudeerd heeft
maar daar niets mee doet.
Ze praten over mogelijke financiering door de steenrijke
golfstaten, maar de schoonvader van Fakhri meent dat dat niets wordt. Deze wordrn
door de Verenigde Staten afgeraden om geld te geven aan de Palestijnen. Daarom
gaan ze naar Ramallah om met de minister van cultuur te praten. Vetter passeert
een ellenlange file bij de grens maar wordt toegelaten omdat hij een Duits
journalist is. De Palestijnse autoriteit steunt het project financieel, net als
de Duitse overheid.
De eigenaren van het gebouw liggen dwars. Ze willen dat er
winst gemaakt wordt. Omdat er geen contract is, komt er nog geen geld, maar men
begint toch maar aan de renovatie die een half miljoen moet gaan kosten.
Juliano, de beheerder van het Freedom Theatre in het vluchtelingenkamp, waarin opstandige
Palestijnse jongeren rappen, vertelt dat er roddels rondgestrooid worden over
het project. Men zou samenwerken met Israëliërs uit Tel Aviv. Juliano raadt aan
dat ze moeten doen wat ze zeggen om het vertrouwen van de Palestijnse bevolking
te winnen.
Als Israël in december 2009 de Gaza strook bombardeert, waarbij
veel kinderen het slachtoffer worden, is voor Ismail de maat vol. Vrede is ver
weg. Ondanks een overeenkomst met de eigenaren om tien jaar de exploitatie van
het gebouw over te nemen, wil de vader enige tijd niet meer meewerken. Een andere
tegenslag vormt een rechtszaak tegen Fakhri die in zijn huurappartement onderdak
biedt aan Vetter. Fakhri geeft zijn schuld toe en betaalt een boete. Vetter en
de anderen wijken uit naar een oud gebouw in de buurt van de bioscoop en het
vluchtelingenkamp, dat ze opknappen tot een pension met veertig bedden. Een Duitse
delegatie biedt zonnepanelen als cadeau aan.
Een roddel over het pension als zou men daar hasj gebruiken,
leidt tot de instelling van een lokale commissie die toezicht moeten houden op
de gang van zaken. Fakhri die eerst onder vuur lag, wordt vrijgesproken na zijn
verdediging dat er onder de bevolking altijd tegenstanders van het project
zullen zijn. Juliano komt aan met een sympathiserende joodse filmer die ook een
opleiding wil starten. Fakhri vreest protesten. Juliano vindt dat men elkaar
moet zien als kunstenaars en niet naar elkaars nationaliteit moet kijken. Opnieuw
ontstaan er problemen rond het contract. Dit maal over donaties. Vetter wil
doorzetten tot de opening van de bioscoop. Roger Waters komt langs om zijn
steun uit te spreken, een Duitse operateur komt opleiden, jonge filmers zijn
bezig om straks hun werk in de bioscoop te tonen. Ismail, die ook weer om het
hoekje komt kijken, vindt dat er Israëliërs bij de opening moeten zijn, maar Juliano
wil geen terroristen binnen hebben. Tijdens de montage van de documentaire
wordt hij door twaalf kogels gedood, zo lezen we opeens op het scherm.
Met de nodige tijdsdruk komt het op 5 augustus 2010 tot een
opening, waarbij tien Israëliërs aanwezig zijn. In de zaal wordt gediscussieerd
of de bioscoop een sociaal of politiek project is. Jongeren van het Freedom
Theatre willen hun wapens niet neerleggen, al zegt Vetter dat die niet nodig
zijn. Hij is tevreden met het resultaat van zijn inspanningen en zegt dat het
verder aan de inwoners van Jenin is om zorg te dragen voor de bioscoop. Hoewel
de toekomst na de dood van Juliano onzeker was, draaide men toch twee films per
dag.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten