Neem plaats in een superreuzenrad
Als scheidend professor van de Kon. Ned. Academie van
Wetenschappen geeft de sympathieke Robbert Dijkgraaf (zie foto) op uitnodiging van DWDD University een
hoorcollege over de oerknal in de Koepelkerk in Amsterdam. Hij zou dat in
viereneenhalf uur kunnen doen, zegt hij, maar ook, verluchtigd door grappige
fragmenten, zoals van Theo Maassen en Monty Python, in vijfenveertig minuten.
Hij begint met de Middeleeuwen toen de mens centraal stond
en de aarde het middelpunt vormde. Copernicus ontdekte dat de aarde om de zon
draaide. Newton zag de kosmos als een uurwerk waarin iedereen zijn eigen
baantjes draait.
Om een voorstelling te geven van de verhoudingen stelt
Dijkgraaf de zon voor als een grapefruit en de aarde als een peperkorrel op
tien meter afstand. Jupiter is een blauwe bes op vijftig meter. De
dichtstbijzijnde ster, een druif, bevindt zich ter hoogte van Moskou. De maan
is een zoutkorrel vlak bij de aarde, dus die ruimtereizen stellen helemaal niets
voor.
We maken als met een superreuzenrad een virtuele reis
waarbij we uitzoomen vanuit de aarde. We komen de Orionnevel tegen, de
paardenkopnevel, de Rosettenevel en de krabnevel die bestaat uit een gestorven
ster. Daarna krijgen we zicht op het melkwegstelsel, bestaande uit 100
miljard sterren. Dijkgraaf heeft een emmertje zand meegenomen, dat een miljard
zandkorrels bevat. Eén zandkorrel is de aarde. De zon doet er tweehonderd
miljoen jaar over om een ronde te maken rond het stelsel. De vlekjes zijn
andere sterrenstelsels zoals de Andromedanevel, die langzaam op ons af komt,
maar door de grote afstand tussen de planeten weinig schade zal aanrichten.
Daarachter liggen andere melkwegstelsels in strengen bij elkaar.
De kosmos is 13, 7 miljoen jaar oud. Te vergelijken met een
encyclopedie die uit veertien banden bestaat van ieder duizend bladzijden. De
laatste drie delen gaan over de aarde. Het laatste deel over alles wat pootjes
heeft, de laatste drie bladzijden over de oermens, de laatste paragraaf over de
prehistorische mens. Wij vormen de laatste punt, die eigenlijk een komma moet
zijn omdat het leven verder gaat.
Einstein ontdekte, door na te denken over de samenhang
tussen tijd en ruimte, wat er op de eerste bladzijde stond. Hij zag de tijd als
in een filmrol in blik voorbijgaan. Ruimtetijd is één materiaal. Dijkgraaf laat
dat zien aan de hand van een minitrampoline. Pingpongbal aarde zou daarop recht
naar beneden vallen, maar door de invloed van de zware zon (een bowlingbal)
blijft de aarde rond de zon draaien. Tijdens de zonsverduistering in 1919 kon
men vaststellen dat de zon inderdaad het licht afbuigt. Hendrik Lorenz
feliciteerde Einstein, die echter niet de stap maakte naar het uitdijende
heelal.
Hubble zag met een telescoop via het Dopplereffect - tonen
worden lager worden als de afstand toeneemt en hoger als ze dichterbij komen -
dat sterren die verderweg stonden roder werden. Alleen de ruimte tussen de
stelsels wordt overigens groter en dat gaat sluipend. In 1960 meetten radioingenieurs
het ruissignaal van de oerknal. We zitten in het eerste deel van de
veertiendelige encyclopedie. Op de eerste helft van de eerste pagina, 380 duizend jaar na de
oerknal. Het eerste licht ontsnapt. Er ontstaan explosies en turbulenties. Het
wordt koud in het heelal. Moderne satellieten kijken in het verleden en zien
een babyfoto met pixels en zowaar de initialen van Stephen Hawking daarin.
De rest van de encyclopedie is ook interessant om onze eigen
oorsprong te traceren. De atomen waaruit wij gemaakt zijn, komen voort uit
explosies van supernova. De laatste in het melkwegstelsel was in 1604. We
wachten op een nieuwe. Wij zijn gemaakt uit sterrenstof.
Kosmologen kennen het heelal voor 96 procent niet. Er zijn
twee verrassingen. Het melkwegstelsel wordt omringd door donkere materie, die
cruciaal is om het heelal te begrijpen, want die vormt de structuur. Daarnaast
vermindert de zwaartekracht niet naarmate het heelal uitdijt. Er moet een
kracht zijn die de uitdijing voortstuwt.
Wat was er voor de oerknal? De snaartheorie zegt dat wij in
een glazen sneeuwbal zitten die deel is geweest van een ander, geëxplodeerd
universum. We zitten gevangen in ons heelal, zoals de man in een zeilboot die
opeens tegen een blauwe muur botst, waar hij niet doorheen kan. Dijkgraaf die
naar Princeton vertrekt, zegt dat we enerzijds nietig zijn, maar dat we anderzijds dit
hele verhaal wel opgetekend hebben.
Op internet kon gereageerd worden. Hier meer info over
het college, hier de
uitzending op YouTube.
aangepast op 10 november 2012 om 10:30 uur
aangepast op 10 november 2012 om 10:30 uur
Bedankt eh, nu kan k mooi verslagje maken!
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor deze top samenvatting!
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderennu hoef ik geen verslag te maken en kan ik het kopieren mooi
BeantwoordenVerwijderenDe oerknal (waar ik niet in geloof, want we weten het niet, dus hypothese) zou plaatsvinden hebben 13,7 miljard jaar geleden,dus niet 13,7 miljoen jaar geleden. De
BeantwoordenVerwijderenScholieren die mijn artikel gebruiken voor hun verslag, kunnen dus beter eerst de feiten checken. Bedankt voor uw verbetering!
Verwijderen