Groteske klassieker.
Het is alweer veertig jaar geleden dat Stanley Kubrick ophef
veroorzaakte met A Clockwork Orange, een film naar het gelijknamige boek
van Anthony Burgess uit 1962, waarin veel sadistisch geweld en seks voorkomt. Gezien de futuristische aankleding van de
huizen in de film en de gekleurde pruiken, speelt
de film wellicht in onze jaren, in de toen nog moeilijk voorstelbare
eenentwintigste eeuw. Inmiddels heeft de maatschappij zich in razende vaart
ontwikkeld en kunnen we de vraag beantwoorden of het schrikbeeld nog steeds
bedreigt. Nee, luidt het antwoord. A Clockwork Orange is daarmee een flauw
verhaal, weinig meer dan een ontwikkelingspsychologisch portret metgewelddadige bellen en overdadige
erotische toeters die, anders dan in de tijdsperiode waarin in de Barend
Servetshows regelmatig striptease-danseressen optraden, weinig om het lijf
hebben.
Hoofdpersoon Alex, een dandyachtige
jongeman met een zwarte hoed, een glas melk en lange wimpers aan één oog (zie foto) kijkt aan het begin brutaal de camera in.. Hij
jaagt samen met drie kornuiten Engelse burgers de stuipen
op het lijf te jagen. Daarbij wordt grof geweld gebruikt, wellicht onder
invloed ven een toevoeging in de melk die ze drinken in de Korova-bar, die
gedecoreerd is met beelden van wulpse naakte vrouwen die melk uit hun tepels
laten stromen. Het geweld van het viertal is puur sadistisch. Ze
slaan een dronken zwerver verrot die zich boos maakt over het gebrek aan orde
en gezag in de maatschappij en verschaffen zich onder vals voorwendsel toegang
tot een huis van een schrijver. Ze takelen hem toe, verkrachten diens vrouw en
richten een ravage aan. Later in de film blijkt dat de vrouw aan haar
verwondingen is overleden en dat de schrijver, Frank, invalide geworden is en
zich laat bijstaan door een bodyguard.
Alex, die wel wat op Mick Jagger lijkt, komt
tenslotte terecht in een gevangenis onder de naam Alexander de Large. Hij bestudeert schijnbaar
godvruchtig de bijbel en polst een gevangenispredikant voor een experimentele
behandeling, die hem van zijn sadisme moet afhelpen. Uiteindelijk pikt de
minister van binnenlandse zaken hem, tijdsns bezoek aan de gevangenis, na een brutale
opmerking uit de groep om hem in een kliniek de zogenaamde Ludovico-behandeling
te laten ondergaan. Die maakt hem misselijk bij het zien van seks en
geweld. Een verleidelijke blonde vrouw in een slipje toont tijdens een demonstratie an de resultaten van de behandeling heupwiegend aan dat Alex zijn handen kan thuishouden.
Middels een voice-over geeft Alex weer hoe hij hem
in verschillende perioden verging. Hij is soms grappig op het kwajongensachtige
af, maar vaker gedraagt hij zich als een losgeslagen pitbullterriër. De film is
provocerend met het vele zinloze geweld dat op de kijker wordt losgelaten. Het
gaat om het tarten van het gezag, het lak hebben aan de morele orde, gesymboliseerd
in de figuur van een sadistische gevangenisbewaker die er van smult om Alex
klein te houden en door het stof te zien gaan. De kleinburgerlijkheid van de
jaren vijftig zien we terug in het truttige Engelse gezin waarin Alex als enig
en verwend kind opgroeit.
De film sleept zich voort op basis van voorspelbare en weinig
originele associaties. Het taalgebruik met gluurballen
voor ogen en visiën voor kijken is flauw. Kubrick is geen Paulo Pasolini, die de
wreedheid van de mens schildert, noch een absurdist als Monty Python. A Clock Work Orange een slap
aftreksel van verschillende stijlen: doelloos, grotesk en niet de term klassieker
waardig.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten