Uitgesponnen verhaal over een vrouw die zich graag meet met
Montaigne.
Diski staat bekend als iemand met een eigenzinnige visie op
het leven, de medemens en zichzelf. Ze ziet de betrekkelijkheid van het leven
in, kent zelfspot en weet die met smaak op te dienen. De dochter van
Montaigne gaat echter niet over haarzelf, maar over de zestiende-eeuwse
Marie de Gournay, die in de ban was van literatuur en vooral van Michel de
Montaigne. Deze gecompliceerde, eigenzinnigheid madame zal Diski ongetwijfeld
hebben aangesproken. In Over reizen, rust en rendieren las ze al De
Essays.
Ergens in dit boek zegt de verteller het volgende over
Marie: ‘In het verleden waren er tijdens haar jeugdige ruzies met haar moeder
momenten geweest waarop Marie zich had afgevraagd waarom ze het niet opgaf en
het leven leidde dat van haar werd verwacht; waarom trouwde ze niet, werd ze
geen non of wat dan ook gedurende de tijd die ze op aarde had? Af en toe
flitste het heel even door haar heen, ongevraagd en ongewenst, dat een
individueel leven in de eeuwigheid niet meer was dan een ademtocht: dat haar
individuele leven niet belangrijker was dan dat van anderen en dat geen enkel
leven belangrijk was in de zee van tijd van het grijze verleden tot de verre
toekomst, in de mars van geboorte en dood, van geslacht tot geslacht.’
Deze relativering zal bij Marie de Gournay uit Picardië, die
zichzelf leerde lezen, niet meer dan een flits geweest zijn. Ze toonde zich
onverzettelijk als het erom ging zichzelf naar voren als literator te duwen.
Het boek begint in 1645 met haar dood. Ze wordt bijgestaan
door haar bediende
Nicole Jamyn. Vervolgens schakelen we terug naar 1592. We
staan aan het sterfbed van de 59 jarige Michel de Montaigne, die in 1588 de
eerste twee boeken van De Essays publiceerde en daar later nog een
persoonlijker Boek III aan toevoegde. Dan snellen we weer drie jaar vooruit
naar 1595. Marie is dertig jaar oud en bevindt zich in de toren in de buurt van
Bordeaux waarin Montaigne De essays schreef en bewerkte. Met het heen en
weer schieten in de tijd krijgen we wat brokstukken van het verhaal
toegeworpen, maar gelukkig is de compositie niet.
Gelukkig ontwikkelt het verhaal zich vervolgens meer
chronologisch. Marie leert zich zelf lezen in de bibliotheek die haar overleden
vader heeft nagelaten en wil meer geestelijk voer. Haar moeder, die weinig geld
heeft, wil dat haar oudste dochter in een klooster gaat of aan een man komt,
maar later, als Marie door toedoen van haar oom, een toneelschrijver in Parijs,
De Essays heeft gelezen en Montaigne heeft ontmoet, geeft ze toe aan de
gril van haar dochter. Marie verzorgt de verzwakte Montaigne bij haar thuis en
werkt met hem samen. Hij noemt haar in Over de eigenwaan (zoals dit
essay in de vertaling van Hans van Pinxteren heet). Ze schrijft hem, als hij
weer in de Dordogne is, brieven die hij niet beantwoordt. Hij reageert evenmin
als haar boek Le proumenoir de Mr. de Montaigne dat zij naar hem
toestuurt. Wel gebruikt hij haar om de nieuwe geannoteerde versie van De
Essays door haar te laten uitgeven. Zij verandert in de tekst ‘een meisje’
in ‘een meisje uit Picardië’ en plaatst nog een correctie in haar voordeel. Om
haar wijziging te maskeren peutert ze een bladzijde los uit het originele
manuscript als ze in 1595 in de toren is. De weduwe, die haar heeft
uitgenodigd, is niet tevreden met het voorwoord dat Marie geschreven heeft,
hetgeen een crisis bij aar teweegbrengt.
In het laatste deel gaat het om de verhouding tussen Marie
en de dienstmeid waarmee het boek opent. Diski schakelt tussen het sterfbed en
de lange tijd dat de vrouwen elkaar gezelschap hielden waarin allerlei
ondernemingen mislukten. Ze hadden op een betere manier ongelukkig kunnen zijn,
zegt de verteller ergens. Nicole doet het aan het begin van de relatie
voorkomen alsof ze niet kan lezen. Die fout kan ze nooit meer herstellen en ze
heeft daar wroeging over. Marie wordt steeds meer de risée van het Parijse
culturele leven. Men houdt haar voor de gek. Nicole zoekt haar intimiteit maar
Marie beantwoordt die alleen indirect. ‘Ze waren voor elkaar een gewoonte
geworden.’ Nicole Jamyn is nors, zwijgend, onvermurwbaar en vol haat en de
weinig knappe Marie is niet veel anders.
Het is een uitgesponnen, langdradig verhaal geworden,
waaraan Diski zich heeft vertild. Ze schrijft in Opmerkingen van de auteur
dat ze rond de historische Marie een verhaal verzonnen heeft. Dat is veel
massiever geworden dan we van Diski gewend zijn. Ze herhaalt zichzelf vaak,
beweegt zich op de vierkante centimeter, als het om de gemoedsstemmingen gaat
van Montaigne en Marie maar ook van Marie en Nicole. De compositie is daarbij,
zoals gezegd, rommelig. Het is te hopen dat we de volgende keer weer van
haarzelf horen. De verhalen over haar eigen relatie met haar moeder en de
wereld gaan haar beter af.
p.s. Ik las ergens dat de omslag een vrouw weergeeft die heel wat mooier is dan Marie. U zijt gewaarschuwd.
p.s. Ik las ergens dat de omslag een vrouw weergeeft die heel wat mooier is dan Marie. U zijt gewaarschuwd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten